@ RAder en Guust
Opmerkelijk en toevallig voor mij is dat deze draad nu weer opduikt.
Deze week besprak ik nog plannen met andere mensen (uitgever) om een serie boeken te schrijven over de rampen in NL en de rol van de brandweerzorg daarbij.
Uiteraard hoort daar de Vuurwerkramp ook bij; ik heb daarover een dik dossier inmiddels.
Dr. Kappl is in NL hier en daar verkeerd vertaald; maar had juiste (deel)punten.
Men heeft hem achteraf laten verklaren (er was een lokale stichting als betalende opdrachtgever, die wars was van enige verwijzing naar het brandweeroptreden) dat het water dat door de brandweer is gebruikt in de bunkers/containers geen/nauwelijks effect heeft uitgeoefend.
Dat is brandtechnisch, of pyrotechnisch als u wil, uitermate, en preventief gevaarlijk, onjuist.
Het was ook niet in zijn eigen woorden of taal opgesteld overigens en kwam niet voor in zijn concept.
De krachtigste (laatste) explosies zijn inderdaad ontstaan, tientallen meters boven de bunkers (dat ziet een 'blind paard' zelfs, als hij de tv beelden bekijkt
Dit door een opstijgende wolk van reactieproducten, en zeker ook door (blus)waterdamp als brandstof (H+ en OH- radicalen bij hete metaaldeeltjes/druppeltjes).
Maar het 'moest officieel' vanuit één bunker beginnen om 'te zwaar' vuurwerk of 'explosieven', het kon niet op, te kunnen aantonen.
De collectieve paranoia en autosuggestie draaide prompt op volle toeren bij 'onderzoekers'.
Tunnelvisie is daarvoor een zwakke uitdrukking.
Grote hoeveelheden hete koolmonoxide (verpakking) worden onder die omstandigheden en hun brede explosiegebied, samen met de hete metaaldeeltjes en andere reactieproducten (koolstof) van het vuurwerk, tot een explosieve zwevend/opstijgende 'soepdamp'.
Ik noemde dat ooit een: multiple substrate unconfined vapour cloud explosion (MSUVCE). naar de 'unconfined vapour cloud explosion' (UVCE) die voor het eerst na de Flixborough ramp als verrassend fenomeen werd beschreven.
Voor de brandpreventie is ook zeer interessant: de veranderingen in de stalen containers door zonnewarmte.
Controleer de weersomstandigheden vanaf veertien dagen voor de ramp (KNMI), en de rol van vochtigheid daarbij; bij opening van de verwarmde containers en intreden/inbrengen van vocht.
De gevolgen hiervan zijn namelijk: nog eens tientallen graden extra temperatuurverhoging ('heat of sorbtion)' binnen het vuurwerk in de containers die al rond de 70 graden warm werden door de zonnestraling.
De 'soep' was al lang op weg naar het 'kookpunt'.
Dit alles vindt u zeker niet terug in de officiële dossiers.
Geeft ook niet, men wil sowieso (brandtechnisch) niets weten, teveel (TNO) ambtenaren hadden boter op het hoofd m.b.t. vuurwerkclassificatie en eerder Culemborg 'onderzoek'.
Deze staatambtenaren mochten daarop voor het OM aantonen hoe 'fout' de ondernemer wel moest zijn geweest.
Dat is uitstekend gelukt.
De IBR gaf aan dat er door de brandweer geen preventieve activiteiten waren ontplooid, gaven ook niet aan dat dat een flagrante schending met de lokale BBV opleverde, en trokken daaruit geen noodzakelijk verschrikkelijke conclusie.
Mede m.b.t. de omgekomen repressieve brandweerlieden.
De cie Oosting zweeg hierover; een aangekondigde evaluatie in het hoofdrapport over de gebruiksvergunning blijft op onnavolgbare wijze oningevuld. De kunst van het (ver)zwijgen.
Zomaar wat vraagjes:
Hoe ontstond de mega-brand (ramp Schiedam) destijds op de Friesland in Rotterdam?
Wat leerde brandweer NL daarover voor branden op vistrawlers tijden verbouwing en/of reparatie?
Hoe ontstond, volgens de brandweer/bevoegd gezag, de brand op de Willem van der Zwan?
Hoe had dit voorkomen kunnen worden en hoe valt dit te bestrijden?
(Effe de lessen van de Friesland raadplegen die de brandweer Rotterdam tot het repressieve advies(?) bracht aan de brandweer Velsen, dan verwacht men in redelijkheid een helder antwoord.)
Met vriendelijke groet,
Fred Vos.