Of er nu wel of niet prio 1 meldingen gereden worden door solo-surveillance, heeft denk ik ook alles te maken met de inrichting van (de werkprocessen in) het korps.
In Rotterdam-Rijnmond kennen we de DHV (directe hulpverlening). Zij doen in principe alle noodhulpmeldingen en zijn een standaardpakket: 1 busje, 2 man/vrouw, minimaal agent.
Alle afwijkende vormen van surveillance vinden we in de wijkteams: motorrijders, bikers, burgersurveillance, voetsurveillance, solo-surveillance, terreinwagens, noem maar op. (hierbij laat ik de executief ondersteunde onderdelen, zoals verkeer, even buiten beschouwing).
Het kan wel voorkomen dat een wijkeenheid meerijdt naar een DHV-melding (en soms wordt de DHV afbesteld), maar dat is dus aanvullend. DHV is de basis bij een 112 melding. Al zijn er wel gebieden in het korps waar de dekking van de DHV dusdanig laag is, dat de wijk eigenlijk alle noodhulpmeldingen voor z'n rekening neemt.
Het ziet er geloof ik niet naar uit dat de DHV zoals wij dat kennen stand houdt (als aparte 'afdeling' van het district), maar ik denk wel dat het goed is om een 'standaardpakket' te hebben dat noodhulp heet (en dat maakt dan niet uit of die van een aparte districtelijke afdeling komt, of vanuit een basiseenheid wordt bemand). Daarmee garandeer je namelijk een minimale kwaliteit en kwantiteit.
De keerzijde van de scheiding DHV / wijkteam, is dat de wijk soms ergens in de buurt van een incident is, maar niet kan / mag acteren of niet aangestuurd mag worden. Dan moet er dus een DHV komen, omdat die met de noodhulp zijn belast en de wijk niet. Daar heb ik als 'klant' helaas ook ervaring mee. Is ook best lastig uit te leggen aan de burger, want het zijn allemaal executieve politiemensen en ze hebben allemaal hetzelfde pak aan.
Kortom: ik denk dat het goed is om je hoodhulpvoorziening als standaardpakket te organiseren (2 m/v), om je minimale kwaliteit te waarborgen, maar moet je een te 'enge' benadering (harde scheiding noodhulp/wijk) zien te voorkomen. De kracht van het politiewerk zit het volgens mij vooral in de flexibiliteit.