Wanneer heb je een vaarbewijs nodig?

Auteur Topic: Wanneer heb je een vaarbewijs nodig?  (gelezen 13541 keer)

0 gebruikers (en 1 gast bekijken dit topic.

Wpie

  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 239
    • EHBO Enkhuizen
Reactie #10 Gepost op: 13 oktober 2011, 20:38:45
Alsjeblieft, en om het compleet te maken de wetsteksten:

Binnenschepenwet

ik sta er niet tussen :P
tnx again Wout
Groet Willem Hulpverlener EHBO Reanimatie AED Website: http://www.ehboenkhuizen.nl


joostvankempen

  • REDDINGSBRIGADE
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 944
  • projectmanager ICT lokale overheid
    • Reddingsbrigade 's-Hertogenbosch
Reactie #11 Gepost op: 14 oktober 2011, 09:30:31
Alsjeblieft, en om het compleet te maken de wetsteksten:

Binnenschepenwet

Volgens mij post je nu een verouderde tekst Wout? De Binnenschepenwet is sinds vorig jaar al vervangen door de Binnenvaartwet. Daarin staat alleen nog maar dat je een vaarbewijs moet hebben. Plus de regel: de minister kan nadere regels hiervoor uitwerken in een aanvullend besluit. En dan is daar het nieuwe Binnenvaartbesluit met deze regels:

Artikel 14
1.Een groot vaarbewijs  is vereist voor het voeren van:
a. schepen met een lengte van ten minste 20 meter;
b. passagiersschepen;
c. veerponten die:
1°. zijn bestemd of worden gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan twaalf personen buiten de bemanningsleden, of
2°. Door middel van de eigen mechanische voortstuwingsmiddelen een snelheid van 30 kilometer per uur of meer ten opzichte van het water kunnen bereiken;
d. veerboten, of
e. sleepboten, duwboten of sleepduwboten.
2.Een groot vaarbewijs  is geldig voor het voeren van schepen waarvoor een beperkt groot vaarbewijs  of een klein vaarbewijs  vereist is.
3.In afwijking van het eerste lid, onder a, is een groot vaarbewijs  niet vereist voor schepen die een lengte hebben van ten minste 20 meter en minder dan 40 meter en die niet behoren tot de in het eerste lid, onderdelen b tot en met e, genoemde categorieėn als de gezagvoerder op grond van het bepaalde in artikel 15in het bezit is van een geldig beperkt groot vaarbewijs .
4.Het eerste lid, onderdeel e, is niet van toepassing op sleepboten, duwboten of sleepduwboten met een lengte van minder dan 15 meter, indien:
a. ze blijkens een verklaring van Onze Minister uitsluitend worden gebruikt als pleziervaartuig; en
b. ze overeenkomstig de voorwaarden gesteld op die verklaring worden gebruikt.
Artikel 15
1.Een beperkt groot vaarbewijs  is vereist voor het voeren van:
a. schepen met een lengte van ten minste 20 meter en minder dan 40 meter, met uitzondering van:
1°. pleziervaartuigen met een lengte van minder dan 25 meter, en
2°. schepen die behoren tot de in artikel 14, eerste lid, onderdelen b, c, d en e, genoemde categorieėn, of
b. sleepboten, duwboten of sleepduwboten met een lengte van ten minste 25 meter en minder dan 40 meter, indien:
1°. ze blijkens een verklaring van Onze Minister uitsluitend worden gebruikt als pleziervaartuig, en
2°. ze overeenkomstig de voorwaarden gesteld op die verklaring worden gebruikt.
2.Een beperkt groot vaarbewijs  is geldig voor het voeren van een schip waarvoor een klein vaarbewijs  vereist is.
Artikel 16
Een klein vaarbewijs  is vereist voor het voeren van:

a. schepen met een lengte van ten minste 15 en minder dan 20 meter die niet behoren tot de in artikel 14, eerste lid, onderdelen b, c, en d, bedoelde categorieėn;
b. pleziervaartuigen met een lengte van ten minste 15 meter en minder dan 25 meter;
c. sleepboten, duwboten of sleepduwboten met een lengte van ten minste 15 meter en minder dan 25 meter, indien:
1°. ze blijkens een verklaring van Onze Minister uitsluitend worden gebruikt als pleziervaartuig, en
2°. ze overeenkomstig de voorwaarden gesteld op die verklaring worden gebruikt, of
d. schepen met een lengte van minder dan 15 meter die door middel van de eigen mechanische voortstuwingsmiddelen een snelheid van meer dan 20 kilometer per uur ten opzichte van het water kunnen bereiken, en niet behoren tot de in artikel 14, eerste lid, onderdelen b, c, d en e, genoemde schepen.


Paar veranderingen:
De leeftijd is opgetrokken van 65 naar 70 en er is een 'Groot Pleziervaartbewijs' (beperkt groot vaarbewijs) bijgekomen voor schepen tussen 20 en 40 meter waarmee niet bedrijfsmatig wordt gevaren (grote jachten dus). Dat is Klein Vaarbewijs aangevuld met een praktijktoets op het eigen schip (examen).

Overigens is er die nieuwe wet en het besluit veel meer geregeld. Zo voeren al jaren brandweer, politie- en rijkswaterstaatboten rond met een blauw zwaailicht in de mast, maar stond hierover niks in de wet. Zeker bedacht door een landcollega die overal een lamp op plakt  ;D  :o

Blauwe lichten (niet knipperend) stonden er tot nu toe alleen maar in om schepen met gevaarlijke stoffen kenbaar te maken, maar een blauw zwaailicht betekende helemaal niks. Er is nu iets opgenomen over 'verzoek om voorrang' ofzo.

De laatste interessante wijziging is dat het bevoegd gezag nu (net als op de weg) iemand de vaarbevoegdheid mag ontzeggen en ook het vaarbewijs mag invorderen. Dat kun je dan ook enige tijd kwijt zijn, bijvoorbeeld in het geval van alcohol. Dit kon eerder niet, omdat er niks over in de wet stond.
Bestuurslid Reddingsbrigade 's-Hertogenbosch


Nick

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,458
Reactie #12 Gepost op: 14 oktober 2011, 12:38:23
Blauwe lichten (niet knipperend) stonden er tot nu toe alleen maar in om schepen met gevaarlijke stoffen kenbaar te maken, maar een blauw zwaailicht betekende helemaal niks. Er is nu iets opgenomen over 'verzoek om voorrang' ofzo.

Knipperende blauwe zwaailichten worden wel genoemd in het Binnenvaart Politie Reglement (BPR), dat op bijna alle binnenwateren van toepassing is. Het is bedoeld om een "schip van ambtenaren belast met toezicht of opsporing of brandweerboot" kenbaar te maken:

Citaat
Artikel 3.27. Bijkomend teken van schepen van handhavingsdiensten en van brandweerboten
Een schip van ambtenaren belast met toezicht of opsporing mag, om zich kenbaar te maken, als bijkomend teken een blauw gewoon rondom schijnend flikkerlicht of snel flikkerlicht tonen. Het zelfde geldt voor een brandweerboot die hulp biedt of daartoe op weg is en voor een reddingsvaartuig bij een reddingsoperatie met toestemming van de bevoegde autoriteit.

Er staat echter niet in dat het voeren van zo'n licht het schip een voorangsvoertuig (/vaartuig) maakt. De sirene is niet opgenomen, er staat in het BPR wel dat geen andere geluidssignalen gegeven mogen worden dan degenen die expliciet zijn toegestaan.
Senior GGP / Oost-Brabant