Praktijk:
Afzetploeg vraagt op de vluchtstrook van de dichtsbijzijnde vluchtstrook de maatregel aan bij de centrale of in sommige regio's bij de WIS.
De centrale belt terug wanneer de maatregel is geplaatst, dat kan soms wel even duren.
Daarna gaat de afzetploeg rijden en onder begeleiding van de TMA schuift men op naar de betreffende rijstroken. Deze blijft 25m onder het eerste rode kruis door staan zodat de Andreasstrips gelegd kunnen worden. Daarna rijdt hij 50m verder om dekking te verschaffen om de eerste kegels en de actiewagen te kunnen plaatsen.
Dan belt de TMA chauffeur de WIS die daar dienst heeft om de gereedheid van de afzetting door te geven.
Wanneer dit is gedaan belt de TMA chauffuer met de uitvoerder dat men kan komen maar wel achter de afzetploeg in de afzetting moet blijven.
Praktijk: het duurt de wegwerkers vaak te lang en men is al in aantocht nog voor de Andreasstrips liggen.