Soms lukt het reanimeren niet goed omdat de luchtwegen vernauwd zijn. Door het aanbrengen van een buis in de luchtpijp (intubatie) worden de luchtwegen dan weer vrij gemaakt. Intubatie kan op twee manieren, en met dit onderzoek wordt gekeken welk van de twee zowel qua snelheid als veiligheid, voor de patiënt het best werkt.
Uit onderzoek in 2010 blijkt dat ambulanceverpleegkundigen gemiddeld vijf keer per jaar intuberen. Volgens het landelijk protocol dient dit met een ‘tube’ te gebeuren. Deze tube wordt via de mond- en keelholte voorbij de stembanden tot in de luchtpijp ingebracht en maakt daarmee de luchtweg vrij. Deze handeling is alleen toegestaan voor artsen of gespecialiseerde verpleegkundige (voorbehoudenhandeling). Om het gewenste kwaliteitsniveau te behouden, zijn jaarlijks minimaal 12 intubaties noodzakelijk. En, om goed te kunnen intuberen moet een patiënt in een ideale positie liggen, zoals op de operatietafel. In die positie wordt een patiënt zelden aangetroffen.
Een andere techniek is het plaatsen van een Supra Glottisch Device (SAD) zoals het laryxmasker Supreme (LMA-S). Deze wordt alleen in de mond- en keelholte aangebracht en passeert niet de stembanden. Het laryxmasker is relatief eenvoudig te plaatsen en heeft een extra toegang voor het plaatsen van een maagslang. Hoewel het laryxmasker is toegestaan bij reanimaties, is deze techniek niet opgenomen in het landelijke protocol van ambulancezorg. Daarom wordt dit hulpmiddel nog niet op grote schaal gebruikt in de ambulances.
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is te kijken welk techniek de grootste meerwaarde heeft voor de patiënt, zowel qua snelheid als veiligheid. Voor de toekomst kan het onderzoek nuttige gegevens opleveren, waardoor wij sneller en veiliger een hulpmiddel kunnen plaatsen om een patiënt van zuurstof te voorzien.
Als wordt bewezen dat het LMA-S even veilig of zelfs effectiever te gebruiken is dan de endotracheale intubatie, dan kan dit hulpmiddel worden opgenomen in het landelijke protocol Ambulancezorg.
Samenwerking en looptijd
Het onderzoek wordt binnen Connexxion Ambulancezorg Noord- en Oost-Gelderland en in samenwerking met het Radboud Ziekenhuis uitgevoerd. Onderzoeksexpertise en begeleiding wordt vanuit acute zorgregio Oost-Nederland en Lectoraat Acute Intensieve Zorg van Hogeschool Arnhem Nijmegen gefaciliteerd. Het onderzoek loopt sinds juni 2011. Naar verwachting kan het onderzoek midden 2012 afgerond worden.
De studie is goedgekeurd door de Commissie Mensgebonden Onderzoek (CMO), Regio Arnhem-Nijmegen onder protocol/ABR-nummer 342363. Deze heeft ontheffing verleend van de verplichting om voor dit onderzoek een verzekering af te sluiten. De reden hiervoor is dat de commissie van oordeel is dat dit onderzoek naar zijn aard, voor de deelnemers eraan zonder enig risico is.
http://www.connexxionambulancezorg.nl/reanimatietechnieken/674--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ik vroeg me af wat de mogelijk consequenties zijn wanneer blijkt dat de LMA-S even effectief en veilig is dan de ETI, of jullie verwachten dat de ETI (endotracheale intubatie) dan nog wel binnen het handelingsschema valt van de ambulancezorg.
Blijft de ETI naar jullie verwachting dan het primaire device of wordt de ETI een secundaire device (of juist andersom) en wat zijn jullie gedachten hierover.
Hebben jullie ervaring met intubatie met de LMA-S en/of ETI en wat vinden jullie ervaringen. Wat zouden jullie willen zien: ETI als primair device/secundair device of de LMA-S als primair/secundair device.
Ik heb hier voor mijn afstudeeronderzoek onderzoek naar gedaan (scholing tav intubatietechniek) vandaar mijn interesse