Minister moet wet ruimer interpreteren
30 November 2011
Als het onderzoek van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid in februari is afgerond, zal minister Ivo Opstelten niet anders kunnen dan de nieuwe wetgeving rond de uitruktijden van de brandweer ruimer te interpreteren.
Dat is de overtuiging van Hubert Bruls van de Veiligheidsregio Limburg Noord. Voorzitter Bruls reageert hiermee
op een artikel zaterdag in deze krant. Daarin meldt Opstelten (Veiligheid, Justitie) dat Veiligheidsregio’s die uitruktijden oprekken boven de wettelijk verplichte tien minuten dat niet voor hele gebieden mogen doen, maar louter voor (afgelegen) gebouwen.
De Veiligheidsregio heeft onlangs de uitruktijd voor het platteland bepaald op 15 minuten. Ze denkt dit richting ministerie te kunnen verantwoorden omdat er anders kazernes bij moeten, hetgeen kapitalen kost. Bruls is ervan overtuigd dat meer Veiligheidsregio’s met dezelfde problematiek kampen, zeker in plattelandsgebieden. „Als je de wet zeer strikt neemt en er overal extra kazernes moeten worden gebouwd, moet de minister ook met geld over de brug komen.
” Het oprekken van de uitruktijd naar 15 minuten, is een „bewuste keuze”, aldus Bruls. Dat Limburg-Noord daarmee voorop loopt en zich landelijk in de kijker speelt, is volgens hem niet erg. „Ik hou er wel van het voortouw te nemen.” De voorzitter vindt dat er veel meer vanuit preventie moet worden gedacht en minder vanuit repressie (blussen). „Dat is de ouderwetse manier van denken.” Om op safe te spelen, gaat de Veiligheidsregio wel kijken hoe ze alle gebouwen waarvoor de tien minuten niet worden gehaald, in kaart kan brengen.
Volgens Opstelten moet per gebouw worden gemotiveerd waarom afgeweken wordt van de wettelijke tijd en welke maatregelen ter compensatie worden genomen. Bruls denkt aan onderbouwing per groep gebouwen, „maar hoe we het precies doen moeten we nog bekijken.”
Bron: De Limburger