Oefening Amsterdam 6 april

Auteur Topic: Oefening Amsterdam 6 april  (gelezen 49117 keer)

0 gebruikers (en 2 gasten bekijken dit topic.

Jorrin

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,704
    • Lotuskring Het Gewondennest
Reactie #310 Gepost op: 10 april 2005, 19:20:07
Het verslag komt eraan!....




maar geef me nog heel ff tijd. ;D


Bart S

  • Gast
Reactie #311 Gepost op: 10 april 2005, 19:48:40
Het verslag komt eraan!....
maar geef me nog heel ff tijd. ;D

De verwachtingen zijn hoog  ;D

Groeten,

Bart


Robert

  • Gast
Reactie #312 Gepost op: 10 april 2005, 20:52:26
Toch even nog een misverstandje wegwerken; bij anthrax besmetting is de inademing de meest vervelende en lethaal. Schaapscheerders in australië lopen ook kans antrhrax via de huid te krijgen. Inslikken is uiteraard ook niet fijn maar behandelbaar. De persoon die besmet is is zelf niet besmettelijk. Afspoelen van de bacterie is van belang. Antibiotica is geindiceerd bij een positieve grampreparaat.


Heleen Lotus

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,245
Reactie #313 Gepost op: 11 april 2005, 13:32:09
Het verslag komt eraan!....




maar geef me nog heel ff tijd. ;D

Als je maar wel opschiet, we zijn zeer benieuwd.  ;D


Jorrin

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,704
    • Lotuskring Het Gewondennest
Reactie #314 Gepost op: 11 april 2005, 13:40:40
Als je maar wel opschiet, we zijn zeer benieuwd.  ;D

Houden jullie al die verwachtingen niet al te hoog... :o
Krijg 't er warm van. :-[


Heleen Lotus

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,245
Reactie #315 Gepost op: 11 april 2005, 13:47:24
Als je een ijsje eet, koel je wel weer af hoor en dan kan je weer gewoon verder gaan met je verhaal.  ;D


Jorrin

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,704
    • Lotuskring Het Gewondennest
Reactie #316 Gepost op: 11 april 2005, 14:21:58
;)  Ik beloof dat het er uiterlijk morgenavond op staat. ;D


Heleen Lotus

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,245
Reactie #317 Gepost op: 11 april 2005, 23:01:43
Mooi.  ;D


Jorrin

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,704
    • Lotuskring Het Gewondennest
Reactie #318 Gepost op: 12 april 2005, 16:26:43
Beloofd is beloofd! ;)

Verslag Oefening Bonfire.

Vroeg op!
Vanuit Geldermalsen, via Gorinchem naar Amsterdam. Niet bepaald praktisch, maar ik ben niet kinderachtig. Volgens afspraak met iemand van de organisatie wordt de gehele inhoud van onze bus door mij voorzien van schrammen en blauwe plekken. Omwille van de tijd vraag ik wat hulp van twee andere inzittenden. Een aparte ervaring, staand in een bus grimeren en tegelijkertijd zorgen dat je niemand een oog uitsteekt of anderszins schade toebrengt. Ik probeer redelijk behoudend te werk gegaan, want in combinatie met de opdracht die we krijgen (Jullie zijn verward, weten niet meer wat er gebeurd is en blijven die vraag steeds maar herhalen. Speel het eventueel door tot aan psychische hulp. Je bent echt helemaal in de war.), is een te enthousiaste diagnose snel gesteld. Er zijn wat mensen die forse wonden willen, dus ik laat de waarschuwingen her en der nog rondgaan: “Nee, alleen schrammen en blauwe plekken. Ze willen verward, geen neurotrauma’s”.
We zijn Amsterdam genaderd als iedereen zover is. Ik heb nog net even tijd om mezelf te voorzien van een leuk wondje in mijn wenkbrauw, op mijn jukbeen en op mijn hand. Dan zijn we er.
Het concert is grappig… Ali B. probeert er voor al die ‘bejaarden’ toch nog iets leuks van te maken en slaagt daar wonderwel in. Na wat nummers belooft hij nog een verrassing voor na te pauze en ik ga even richting toilet. Je weet immers maar nooit wanneer de volgende gelegenheid komt. De broek wordt net gehesen als de grond en daarmee ook de toiletpot begint te schudden. Jawel, het is weer zover. Ik heb het weer eens gemist. De grote klapper… en ik zit op het toilet.
Ik loop terug naar de tribunes. Er is wat geloop zo hier en daar, stelt nog niet zoveel voor. Het lijkt wel alsof niemand weet wat nu precies de bedoeling is. Sommigen zeggen te wachten, anderen starten hun rol. Ik besluit het te combineren en begin afwachtend en verward wat rond te dolen over de tribunes. Dan weer naar boven, dan weer naar beneden, links eens een kijkje, rechts weer wat onderzoeken. Het stelt nog niet zoveel voor, maar het trekt genoeg aandacht. De ware EHBO-ers haal je er nu uit, ze spreken me aan, vragen of het gaat. Ik wimpel ze allemaal af, mompel dat ik moet zoeken en dool verder. Langs de Arena-stewards en een enkele politieagent. De meesten laten me gaan, hebben al problemen genoeg zonder mij. Een enkeling doet een poging me te helpen, maar ik wil geen hulp. Ik zoek mijn vriendin… moet haar vinden. Net zat ze nog naast me. Moet haar zoeken.
“Maar je bloedt”.
Een steward duwt me de trap op, terwijl een agent een pad baant. Ondanks mijn vage protesten word ik afgeleverd bij de EHBO-post in de hal. Maar niemand heeft tijd. Binnen zitten 2 no-play slachtoffers en verder is er chaos. De hal is praktisch leeg, alles zit nog binnen. Wat gebeurt er toch? De bedoeling was toch ontruiming, waarom gaat er niemand weg dan?
Het is niet moeilijk ongezien de EHBO-post weer te verlaten en opnieuw een kijkje op de tribunes te nemen. Er hangt een vreemde sfeer. Mensen zitten afwachtend op de stoelen, anderen lopen wat rond te kijken, nog weer anderen zijn baldadig bezig wat leven in de tent te krijgen. Er ontstaan wat opstandjes hier en daar, met name bij de opstap naar het podium toe. Ik twijfel: speel ik door of wacht ik.
De keuze is snel gemaakt. Mijn rol kan geen kwaad en er zijn genoeg mensen die ik ermee vermaak. Ik ben een zoethoudertje. De figurant wil ook wat, dus speel ik onverminderd door. Bij herhaling kom ik dezelfde mensen tegen. “Heb je haar nog niet gevonden? Je bent gewond. Hebben ze je nog niet geholpen? Moet ik hulp voor je halen?”
Nee, laat maar. Die EHBO-post heb ik wel gezien, laat mij maar wat rond modderen. Dus gaat mijn blik weer op angstig rond zoekend en vervolg ik mijn weg.
De tijd schrijdt voort, de stemming wordt grimmiger. Het lijkt erop dat er vooraan bij het podium serieus problemen zijn. Ik wil daar niet bij betrokken raken, maar ben nieuwsgierig genoeg om te willen weten of het spel is of niet. En mijn rol leent zich uitstekend voor mobiel onderzoek, dus ik begeef me tussen het opgefokte manvolk. Links en rechts van mij vallen rake klappen. Niemand die zich iets aantrekt van een bebloede malloot die voortdurend maar om zich heen blikt en zonder een centje pijn werk ik me dwars door de meute vechtersbazen heen. Eenmaal in rustiger vaarwater zet ik de lotuspet even af en zucht. Het is weer zoals altijd tijdens grotere oefeningen. Er zijn wederom mensen die zich laten opruien en de oefening in de war schoppen, zich niet het belang beseffend van hun rol in het geheel. Jammer dat het probleem zich telkenmale voordoet.
Uiteindelijk loopt het ver genoeg uit de hand om een algehele “no-play” af te kondigen en de oefening gaat tot nader order op z’n gat.
Het wachten begint, de zaal moet worden schoongeveegd. Iedereen die er niets meer te zoeken heeft moet verdwijnen en dat heeft nog wat voeten in aarde. Er is veel onduidelijkheid over hoe nu verder, de tijd tikt intussen verder en de hoofden overleggen met elkaar. Tenslotte kunnen we verder, niet meer in de Arena, dat wordt nu wachtruimte. Er gaan nu groepsgewijs mensen naar buiten voor behandeling c.q. vervoer naar het opvangcentrum. De rest wacht op hun beurt, met dank aan degenen die dachten de boel wel te kunnen verzieken.
Er komt nog een algemene waarschuwing, de politie en ME tolereert niets meer!
De nieuwe vorm van ontruiming heeft wel wat vreemde gevolgen. In plaats van een gemêleerd gezelschap van slachtoffers, komen de groepen nu per bus naar buiten. Gevolg in ons geval is dat een buslading vol verwarde mensen met wat schrammen en blauwe plekken in z’n geheel naar buiten komt. Daar is niks spannends meer aan. Ik probeer zelf dan ook wat ruimte te creëren tussen de groep en mezelf. De meesten hebben hun buik inmiddels vol van al het wachten en gedoe en doen weinig moeite meer verward over te komen. Ze blijven allemaal op een kluitje lopen en laten zich door de politie gewillig naar een opvangplaats drijven.
Ik besef dat als ik er nog iets van wil maken, ik het anders moet gaan aanpakken. De koude wind die er staat schenkt me tranen. Enorme hoeveelheden. Ik staar schichtig om me heen, met grote, angstige betraande ogen. Wanhoop hangt als een aureool om me heen en ik voel me helemaal lekker in mijn rol. Zonder dat iemand me direct lastig valt – omdat je in deze toestand toch een vreemd soort van afweer creëert – kan ik overal de situatie een beetje aftasten. Het publiek houdt zich gedeisd. De politie is gespannen. Ik merk het aan de argusogen waarmee ze mijn ronddolen gadeslaan. Niemand durft zich buiten de wandelgangen te begeven, het wordt ook niet geaccepteerd. En toch…
Ik vraag me af…
Al het gemopper op die “agressieve agenten”, zullen ze niet – ondanks de gebeurtenissen – het verschil erkennen tussen slachtoffer en raddraaier. En dan is er iets met mij, het zal me op een dag wellicht in de problemen brengen, ik kan het niet nalaten, ik ben nieuwsgierig.
Er staat een massa agenten in linie, de ruggen naar mij toegedraaid, man aan man en ik kan het niet helpen… ik MOET het weten.
Met de tranen biggelend over mijn bebloede wangen, wanhoop en angst in mijn ogen en verslagenheid als lichaamstaal banjer ik tussen twee agenten door. Ik voel al hun spieren tot het uiterste aanspannen, klaar om hun belager aan te vallen. Maar wat ik al vermoedde gebeurt. Zodra ze me zien maakt de spanning plaats voor medelijden, bijna opgelucht pakt een van de twee mij vast. “Komt u maar even mee, mevrouw. Dan zorg ik dat u hulp krijgt, want het gaat niet goed met u.”
Ondanks de koude wind, voel ik me even warm worden. Volgens mij valt het wel mee met de tolerantie van de politie.


Jorrin

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,704
    • Lotuskring Het Gewondennest
Reactie #319 Gepost op: 12 april 2005, 16:27:18
Ik wordt naar de dichtstbijzijnde opvangplaats geloodst en opgevangen door EHV-ers van de Arena. Ik wordt op een betonnen steun neergezet en… verlaten. Niemand die meer naar me om kijkt. Hoeft ook niet, want ik heb geen hulp nodig. Ik zoek alleen mijn vriendin maar en die kan ik hier niet vinden. Dus ik sta op en zoek verder.
Zoveel mensen, zoveel hulpverleners, maar mijn vriendin zie ik niet. De tijd verstrijkt, de wanhoop groeit en de tranenvloed blijft.
Zo nu en dan brengt een hulpverlener me tot vlak voor de SIGMA-tent en steeds weer laten ze me aan mijn lot over. Mijn wanhoop neigt naar paniek. Ik loop verdwaasd tussen alle ambulances door. Verpleegkundigen, chauffeurs, MMT-leden… allemaal kijken ze even, maar niemand doet iets! Opvang moet wederom komen van de EHV-ers van de Arena, die nemen nog de moeite me steeds naar de tent terug te brengen.
Er zijn er zoveel die me steeds weer tegenkomen, dat ik eigenlijk niet eens meer weet wie me uiteindelijk de tent binnen brengt.
“Zet deze mevrouw maar even in de tent. Ze is zo verschrikkelijk in de war, dat ze steeds weer aan de wandel gaat. Ze heeft geen benul van wat er allemaal gebeurt.”
En zo komt het dat ik op een brancard terecht kom. Ze willen dat ik ga liggen. Maar dat wil ik niet, dan kan ik niet meer naar buiten kijken. En stel dat mijn vriendin toch nog langs loopt. Nee, ik blijf zitten… wat er ook gebeurt.
“Ik moet nu echt weg, mijn vriendin is hier nog ergens. Ik moet haar zoeken.”
“Misschien is uw vriendin in een andere tent terecht gekomen”, probeert meneer Sigma.
“Dan ga ik daar wel even zoeken.”  Maar voordat ik van de brancard af kan wippen om mijn zoektocht voort te zetten, staat meneer Sigma vlak voor me om me tegen te houden. En met engelengeduld blijft hij op me in praten toch vooral in de tent te blijven, zodat ik geholpen kan worden.
Zonder enorm stennis te maken, ga ik hier niet weg komen. En aangezien dat niet in de casus staat, houd ik me gedeisd en blijf ik verdrietig staren naar alles wat langs loopt, hopend dat mijn vriendin op enig moment voorbij komt.
En er komt genoeg langs! Alle mensen uit mijn bus zitten voor de tent en al die mensen verdwijnen langzaam maar zeker… waarheen? Geen idee. Maar gezien het tijdstip zou dat best wel eens de bus naar huis kunnen zijn.
Als nog een behoorlijke tijd verstreken is en ik al een tijdje geen bekenden meer heb zien langs komen, begin ik me wat ongemakkelijk te voelen. Straks ga ik serieus een bus missen.
Nou lopen er genoeg bekenden rond op dit terrein… thuis kom ik wel. Maar wat als ik degene ben op wie die bus nu staat te wachten? Da’s gênant!
“Het gaat alweer wat beter”, piep ik tegen meneer Sigma.
“Doe maar rustig, we vinden je vriendin wel.”
“Ik zoek haar zelf wel. Echt, ik voel me goed.”
Meneer Sigma schudt met een meelijdende glimlach zijn hoofd, alsof hij denkt: ‘arm vrouwtje, ze is helemaal de weg kwijt’.
Wat hij niet weet is dat ik mijn bus kwijt ben als ik hier nog lang blijf hangen.
“Ik moet nu echt weg hier”, probeer ik een laatste maal.
“Ssssst”, sust hij. “Er komt zo een ambulance vrij.”
Heb ik dat…
Voor het eerst sinds ik buiten ben zet ik mijn liefste glimlach op. “Je begrijpt me niet. Ik moet nu weg hier. Ik mis straks serieus mijn bus”.
Meneer Sigma lacht. “Oh, echt! Je mist echt je bus. Ik dacht… Goed, ik ga mijn best doen voor je.”
Lachend loopt hij naar de verpleegkundige toe, die nog niet de moeite heeft genomen naar me te kijken. Hij smoest wat met haar en komt weer naar me toe.
“Hier”, zegt hij. “Pak nog een deken mee. Het is hartstikke koud buiten.” Toegewijd slaat hij de deken om me heen en begeleidt me naar de bus die naast de tent klaar staat. Nog even snel roep ik een ‘bedankt’ en dan rijdt de bus weg.
Wordt mijn volgende vraag: waar gaan we heen?
Onder begeleiding van motoragenten rijdt de bus verder… en verder.
“Waar gaan we heen?” vraag ik aan een ander die tegenover me zit. Hij haalt zijn schouders op. Dit gaat lekker. Heb ik alles uit de kast gehaald om uit die ambulance te blijven, bevind ik me in een bus met bestemming onbekend. Ik probeer een van de anderen uit mijn bus mobiel te bereiken… niets.
Zucht.
Ik besluit me erbij neer te leggen. Als het echt mis loopt, dan zoek ik wel iemand die ik ken en die kijk ik dan wel extra lief aan. Wellicht dat ik dan vandaag nog thuis kom.
We komen aan bij een sporthal. Dat is goed! Een sporthal werd genoemd in de casus. Twee zelfs. Een groene en een rode. Deze is grijs.
Ik zucht wederom.
Ik wordt de bus uitgeholpen en met zorg omringd naar een tafel gebracht. Registratie! Da’s mooi, ook dat stond in de casus. Komt het misschien nog goed.
“Hey, ben je weer lastig?” Ik kijk op… recht in de ogen van een Sigma-bekende van mij. Ik lach lief naar hem… kan hem immers nog nodig hebben. Stel dat ‘ie me thuis moet brengen…
Inmiddels word ik op een stoel gezet.
Terwijl mijn gegevens worden gevraagd, blijven mijn ogen schichtig rond gaan, op zoek naar de vriendin en inmiddels ook naar bekenden van welke aard dan ook.
“Gaat het wel met je?” De dame achter de tafel kijkt me bezorgd aan. Ik knik, maar blijf zoeken.
“Is dit echt?” Ze maakt zich oprecht bezorgd.
“Ik weet niet, is dit niet echt?” Doorspelen tot psychische hulp. Maar ze hebben hier geen hulp.
“Je mag hier stoppen met spelen hoor.” De dame is zichtbaar opgelucht dat ik ook nog ‘normaal’ kan doen. Tja, je zult maar te maken krijgen met getraumatiseerde mensen aan je tafel… dat past even niet hoor.
Het eind komt voor mij behoorlijk abrupt. Ik had nog wel even psychisch willen doen… maar het houdt op.
Met toch geringe opluchting zie ik ineens een hele groep mensen uit mijn bus. Ze kijken niet boos, ik ben nog op tijd.
Dat ze wel boos kunnen worden blijkt, als we vanaf dat moment nog anderhalf uur mogen wachten op een andere inzittende die zich door een ambulance naar het UMC heeft laten brengen en daar gewillig meewerkt aan een volledig neurologisch onderzoek, alvorens ze zich bedenkt dat ze wellicht beter had kunnen aangeven dat ze een bus te halen had.

 8)