Kustwacht vreest kapseizend cruiseschip
DEN HELDER – Wat als voor de Noordzeekust een kolossaal passagiersschip met duizenden opvarenden kapseist? De Nederlandse kustwacht houdt het hart vast.De ramp met de Costa Concordia, vorige week vrijdag voor de Italiaanse kust, houdt ook de Nederlandse kustwacht bezig. „Misschien kunnen we wat leren van de gang van zaken”, zegt kustwachtzegsman Peter Verburg.
Steeds meer cruiseschepen weten ons land te vinden. Deden zo’n tien jaar geleden per jaar pakweg ruim 50 dergelijke vaartuigen Nederland aan, nu staat teller op 170. „Het is een groeimarkt. Vooral Amsterdam is in trek.”
Stel dat een cruiseschip met duizenden opvarenden slagzij maakt of dat daar brand uitbreekt, 80 kilometer uit de Nederlandse Noordzeekust? Zijn hulpdiensten in staat al die mensen te evacueren? Voor Verburg is dat zonder meer een punt van zorg. „Cruiseschepen zijn best veilig. Ze moeten voldoen aan allerlei regelgeving.
Maar wat gebeurt er als zich toch een calamiteit voordoet op een schip met bijvoorbeeld meer dan 4000 opvarenden?Onze hulpmiddelen zijn dan niet toereikend. De overheid stelt dat we binnen 90 minuten 120 mensen op een afstand van 80 kilometer uit de kust moeten kunnen redden. Binnen 3 uur 1200 mensen. We hebben dus niet de middelen om in die tijd meer dan 4000 mensen van boord te halen. Daarbij geldt natuurlijk dat je een afweging maakt met het oog op kosten en efficiëntie. Rond Amsterdam staan ook niet continu honderd ambulances klaar.”
Onder meer passagiersschepen moeten aan elke zijde genoeg reddingssloepen hebben hangen, zodat in het geval van kapseizen toch alle opvarenden zich in veiligheid zouden moeten kunnen brengen, tekent Verburg aan.
Cruciaal kan zijn dat bij een ramp op een cruiseschip in de buurt varende vaartuigen te hulp schieten.
Het Nederlandse deel van de Noordzee, ongeveer ter grootte van anderhalf keer ons land, is een van de drukst bevaren routes. „Ieder moment bevinden zich daar zo’n 300 tot 400 schepen.”
Toch vreest de kustwachtzegsman dat een calamiteit op een cruiseschip dramatisch kan uitpakken. „Weersomstandigheden kunnen reddingsacties bemoeilijken. Verder bevinden zich op cruiseschepen nogal eens 55-plussers. Ouderen die slecht ter been zijn, kunnen in de paniek onder de voet worden gelopen. Als liften niet meer werken, kunnen mensen met een rollator zich minder gemakkelijk in veiligheid brengen.”
In 2009 oefenden de hulpdiensten met een calamiteit op een passagiersschip.
Zo’n 8 kilometer uit de kust bij IJmuiden werden 550 mensen geëvacueerd. „Er moesten 550 mensen worden gered. Helikopters namen binnen drie uur 50 mensen mee. Reddingsboten pikten de andere 500 op.” Maar al te goed beseft Verburg dat een oefening heel wat anders is dan een echte ramp. „Dan ontstaat er onvermijdelijk paniek.”
Voor ir. Jos van Doorn, scheepsbouwdeskundige bij maritiem onderzoeksinstituut Marin in Wageningen, is duidelijk dat het evacueren van duizenden opvarenden op kolossale cruiseschepen ingewikkeld is. „Hoe maak je dat hanteerbaar? Als er paniek uitbreekt, is dat best lastig.”
Scheepsbemanningen hebben op dat terrein „nog een slag te maken”, zegt hij. „Hoe ontruim je hutten op een efficiënte manier? Hoewel bemanningsleden worden getraind, valt daar nog wel wat aan te verbeteren. Denk ook aan de taal. Zelf merkte ik onlangs op een Italiaanse veerboot dat de bemanning geen Engels sprak. Toen dacht ik: Hoe communiceert die bemanning met buitenlanders als er een calamiteit is?”
Cruisescheepvaart is relatief veilig, benadrukt Van Doorn. „Opvarenden worden geoefend op calamiteiten, er zijn reddingsspullen aan boord, schepen moeten aan regels voldoen. Als je met je auto de weg opgaat, loop je meer risico’s. Dat laat onverlet dat het flink mis kan gaan, als er wat op zo’n groot cruiseschip gebeurt.”
Compartimentering van scheepswanden –waarbij sprake is van verschillende afgesloten ruimtes in de romp– kan voorkomen dat een lek schip (meteen) omslaat, aldus de medewerker van Marin, dat bijvoorbeeld het zinken van de Titanic simuleerde. „Wij doen onderzoek naar een systeem waarbij bewust water wordt binnengelaten in een schip. Als een schip aan bakboord door lekkage water binnenkrijgt, kan het voor de stabiliteit nodig zijn, om aan stuurboord ook een compartiment vol te laten lopen. Daardoor kan een schip onder extreme omstandigheden langer blijven drijven.”
Het uitrusten van een vaartuig met reddingsmiddelen kan heel wat voeten in de aarde hebben. „Dat is een kwestie van risicoanalyse. Hoe hoog hang je reddingsboten bijvoorbeeld? Als ze je te laag ophangt, heb je kans dat bij ruw weer de golven ertegen aanslaan, wat kan leiden tot schade. Hang je ze echter te hoog, dan moet je bij een calamiteit misschien weer te lang wachten, voordat ze in zee zijn getakeld.”
www.refdag.nl