De medische gevolgen van de 15e ElfstedentochtJ.A. Zijlstra
Op zaterdag
4 januari 1997 werd de 15e Elfstedentocht verreden.
Om de kans op ongevallen te beperken was een groot aantal maatregelen getroffen: actief of paraat waren onder meer 7 ziekenhuizen, 3 helikopters voor gewondenvervoer, 60 EHBO-posten langs de route, 600 EHBO'ers, 120 medewerkers van het Rode Kruis, 50 huisartsen, 10 duikteams en een uitgebreide politiemacht.
Er werden 150 ambulanceritten gemaakt en in de ziekenhuizen werden 151 Elfstedenrijders behandeld met 179 letsels.
Op de EHBO-posten werden 2393 behandelingen geregistreerd (14,3 van het totaal aantal deelnemers), waaronder 829 gevallen van bevriezing/onderkoeling.
In 1997 reden van de 16.387 deelnemers 11.523 de tocht uit (70,3).
--------------------------------------------------------------------------------
Zie ook de artikelen op bl. 329, 345 en 365.
Na de Elfstedentocht in 1985 deden Kramer en Wiemer in dit tijdschrift verslag van de ervaringen van de medische hulpverlening tijdens de 13e Elfstedentocht.1 Men had na de barre tocht van 1963 22 jaar moeten wachten met het uitschrijven van een volgende tocht. Het betrof volgens de auteurs een milde tocht, met milde ontberingen. Het EHBO-draaiboek en het EHBO-behandelingsplan bleken goed te functioneren.
Het is nu mogelijk verslag te doen van de medische gevolgen van de 15e Elfstedentocht die op zaterdag 4 januari 1997 werd verreden. In dit artikel geef ik een overzicht van organisatie, risicomanagement en medische statistiek.
organisatie
Op een Elfstedentocht wordt doorgaans lang gewacht. Als er dan op de gehele route van circa 200 km een voldoende ijsdikte van 15 cm ligt, moet in korte tijd een enorme organisatie op gang komen. Om dit alles mogelijk te maken, is het draaiboek voor de organisatie van de Elfstedentocht na de tochten in 1985 en 1986, maar ook jaarlijks daarna, aangepast aan veranderingen. Het belang van een goede organisatie werd pijnlijk duidelijk bij de schaatstocht Enkhuizen-Stavoren en vice versa, die tijdens de winter van 1995/'96 desastreus was verlopen en waar de hulpverlening kennelijk niet voldoende was georganiseerd. (Er was geen rekening gehouden met een massale opkomst, er was één EHBO-post halverwege de route, de ijskwaliteit was slecht, door de massale opkomst hielden de deelnemers zich niet aan de gemarkeerde route, maar weken daar veelvuldig van af en geparkeerde auto's blokkeerden de aan- en afvoerwegen zodat ambulances Staveren niet konden bereiken.) Het door Kramer en Wiemer genoemde aantal van 50 EHBO-posten langs de Elfstedenroute werd op grond van de laatste twee Elfstedentochten uitgebreid tot circa 60.1
Bij de finish verrees een noodhospitaaltent. Vorig jaar werd zelfs snel een tweede noodhospitaal opgezet door de militaire geneeskundige compagnie, die de organisatie te hulp schoot wegens de grote aantallen gewonden en oververmoeiden op het laatste deel van de route in de avonduren. Ook bij de uitschrijvingspost in de Frieslandhal was een grote en zwaar bemande EHBO-post aanwezig. Er werd dankbaar gebruikgemaakt van de EHBO-teams van de Koninklijke Nederlandse Vereniging EHBO.
Het Rode Kruis verzorgde voor al deze posten een communicatienet met portofoons om niet afhankelijk te hoeven zijn van andere vormen van communicatie. Dit systeem werkte voortreffelijk. Verder verzorgde het Rode Kruis opvang van gewonde of vermoeide bezoekers van de tocht.
Coördinatie van hulpverlening vond plaats op de Centrale Post Ambulancevervoer (CPA) in Leeuwarden, waar een direct contact via het Rode-Kruis-communicatienet van de EHBO-posten met het reguliere hulpverleningscircuit mogelijk was. Door een EHBO-instructeur en een CPA-arts konden direct adviezen gegeven worden. Elke post kon in principe ook terugvallen op hulp of aanwezigheid van een lokale huisarts.
risicomanagement
Niet alleen de organisatie probeerde de risico's zo veel mogelijk te beperken, ook de overheid leverde een omvangrijke bijdrage om deze risico's te beperken.
De Elfstedenorganisatie.
De organisatie van de Elfstedentocht had een aantal risicoverminderende maatregelen getroffen.
De ijsdikte moest voldoende zijn om 16.000 deelnemers in principe veilig de finish te kunnen laten halen.
Op plaatsen waar problemen verwacht werden door de grote aantallen rijders werden uit voorzorg noodvoorzieningen aangebracht om ook latere starters veilig een kans te geven (‘kluunplaatsen’).
Samen met de GGD's werd een folder met veiligheidsinstructies en kledingadviezen samengesteld en uitgereikt aan alle deelnemers.
Om langs de gehele route ook bij openstaande bruggen of verkeersproblemen op de weg een acceptabele aanrijtijd voor ambulances te hebben, werd extra ambulance-inzet ingehuurd.
In verband met de te verwachten windsnelheid en koude werd in de media uitvoerig gewezen op de gevaren die deze combinatie voor de rijders met zich brengt en kreeg het begrip ‘windchill’-factor (‘gevoelstemperatuur’) ruime aandacht.2-4
De ziekenhuizen.
Twee normaal in het weekend gesloten eerstehulpafdelingen werden open gehouden in de ziekenhuizen van Harlingen en Leeuwarden. Bij de roostering werd rekening gehouden met voldoende aanwezig en oproepbaar personeel. Twee Friese ziekenhuizen zonder helikopterhaven legden een noodhelihaven aan, waarvan men overigens uiteindelijk geen gebruik hoefde te maken.
De overheid.
Om bij een eventuele ramp de organisatie van de rampenbestrijding te kunnen organiseren, had de overheid uitgebreide maatregelen getroffen:
Het nationale noodnet, een onafhankelijke telefoonverbinding van gemeentehuizen, provinciehuis en ziekenhuizen, was altijd aanwezig en kon worden gebruikt.
Het Zodiac-verbindingssysteem, een mobiel satelliet-straalzendersysteem voor militaire inzet, werd als noodvoorziening geïnstalleerd, voor het geval bestaande verbindingen zouden uitvallen.
Twee zogenaamde SIGMA-groepen (‘snel inzetbare groepen voor medische assistentie’) van het Rode Kruis stonden paraat.
Een geneeskundige compagnie was, verdeeld over 2 locaties, aanwezig in Friesland.
Er waren een verbindingswagen en een materiaalwagen van de GGD aanwezig, de laatste reed mee met het wedstrijdgedeelte van de tocht.
Er stonden containervoertuigen klaar met voorraden uit het centrale brandweerdepot met portofoons, dekens en zaklantaarns.
Er waren 10 duikteams paraat, verdeeld over de provincie Friesland.
Er stond extra vervoer paraat (militaire bussen en militaire ambulances).
Er kon gerekend worden op 3 ‘search and rescue’ (SAR)-helikopters). Er was een toezegging dat, indien dit niet voldoende was, er nog extra inzet van marinehelikopters zou kunnen plaatsvinden.
De ANWB bood de traumahelikopter aan met het traumateam van de Vrije Universiteit (Amsterdam).
Voor eventuele coördinatie was er een politiehelikopter met een videostraalzender paraat.
Er was een uitgebreide politiemacht, bestaande uit vrijwilligers, op de been om de gang van zaken op het land in goede banen te leiden.
medische statistiek
Bij de hulpverlening in de EHBO-posten langs de route en het noodhospitaal waren circa 600 EHBO'ers, circa 120 Rode-Kruis-medewerkers en 50 huisartsen betrokken.
Ambulance-inzet.
In totaal werden rondom de Elfstedentocht 150 ritten gemaakt. Hierbij bleek dat 50 maal alleen lokale hulpverlening nodig was; 58 maal werd een Elfstedenrijder vervoerd en 42 maal een toeschouwer. In 1985 werden 22 ritten en in 1986 26 ritten uitgevoerd.
Ziekenhuizen.
Op 4 januari 1997 werden in de Friese ziekenhuizen 151 Elfstedenrijders behandeld met 179 letsels. In 1985 betrof dit 81 rijders met 6 opnamen, in 1986 50 rijders met 8 opnamen. De ziekenhuispatiënten waren allen eerst op een EHBO-post behandeld (tabel 1) voordat zij in het ziekenhuis kwamen (tabel 2). De aantallen patiënten van tabel 1 en 2 mogen dus niet worden opgeteld. De aard van de letsels die in 1997 in de ziekenhuizen werden gezien, staat in tabel 2. Vergelijking van beide tabellen geeft inzicht in de accuraatheid van de EHBO-diagnosen. Bovendien is te zien dat veel op de EHBO-post zelf kon worden afgehandeld.
EHBO-posten.
De meeste ongevallen gebeurden zoals te verwachten was 's morgens vroeg bij het rijden van het eerste deel van de route in het donker en 's avonds laat, wederom in het donker (toen vooral wegens vermoeidheid en slecht zicht door oogirritatie en tegenlicht) (figuur 1). Het was echter minder koud en de wind was minder krachtig dan was voorspeld.2
De EHBO-posten hadden het vooral aan het eind van de route druk, te druk om een goede registratie te blijven voeren. Om nog betrouwbaarder cijfers te verkrijgen, zal de registratie zeker in de toekomst één van de aandachtspunten moeten zijn.
Het geregistreerde aantal behandelingen op de EHBO-posten was 2393 (14,3 van het totaal aantal deelnemers), waarbij de schattingen van het aantal behandelde patiënten echter veel hoger liggen (figuur 2). In 1985 werd er 1571 (9,5) keer een beroep gedaan op de EHBO, in 1986 2063 keer (11,9). Als de schattingen van de EHBO-posten aan het eind van de route juist zijn, betekent dat circa 3000 behandelingen, wat neer zou komen op 17,9 van het aantal rijders. Hierbij moet worden aangetekend dat vele rijders voor vervolgbehandelingen meer EHBO-posten op de route hebben aangedaan. Tabel 2 laat de op de EHBO-posten gediagnosticeerde letsels zien.
‘de elfstedenschaatser’
De gemiddelde leeftijd van de rijders van de 15e Elfstedentocht was bij de leden 44 jaar. Bij de ingelote potentiële deelnemers was dit 39 jaar (alle leden hebben rijrecht, andere deelnemers loten). Het percentage rijders dat de tocht uitreed, was voor alle leeftijdscategorieën ongeveer gelijk; een opmerkelijke bevinding. In 1997 reden van de 16.387 deelnemers 11.523 de tocht uit (70,3), in 1985 80,5 en in 1986 86. In 1985 en 1986 waren echter de weersomstandigheden veel gunstiger.
Uit onderzoek van de vakgroep Klinische Epidemiologie van de Rijksuniversiteit Leiden blijkt dat de levensverwachting van een Elfstedentoerrijder groter is dan het Nederlands gemiddelde.6 De levensverwachting van wedstrijdrijders bleek gelijk te zijn aan het landelijk gemiddelde, behalve bij de wedstrijdrijders die de tocht niet binnen de gestelde limiet van 2 uur na binnenkomst van de winnaar konden uitrijden en stopten. Hun levensverwachting was beter dan de wedstrijdrijders die wel binnen de limiet finishten. Mogelijk gaan de later binnenkomende wedstrijdrijders verstandiger met hun lichaam om.
conclusie
Hoewel de weersomstandigheden iets beter waren dan voorspeld, was het aantal gewonden van de 15e Elfstedentocht aanzienlijk. Bij nog slechtere omstandigheden zal bij een toekomstige tocht nog meer aandacht geschonken moeten worden aan het beschermen van ogen en het voorkómen van bevriezingen. Het aantal van 60 EHBO-posten langs de route lijkt veel, maar is noodzakelijk gebleken om hulp te bieden, mensen op temperatuur te laten komen en patiënten te behandelen.
Mede dankzij de inzet van EHBO heeft een groot aantal rijders de tocht kunnen uitrijden (figuur 3). Zonder een goed georganiseerde EHBO zal een Elfstedentocht op de schaats waarschijnlijk tot een zeer grote stroom gewonden in de Friese ziekenhuizen leiden. De inspecteur van de volksgezondheid in Groningen en Friesland verzuchtte: ‘Als je van tevoren zou weten dat een houseparty zo veel gewonden zou opleveren, zou je hem laten verbieden. Nu het om sport gaat, kan alles.’
Aanvaard op 08 December 1997
Medisch Centrum Leeuwarden, locatie Zuid, afd. Chirurgie, Henri Dunantweg 2, 8934 AD Leeuwarden.
J.A.Zijlstra, chirurg, medisch coördinator Vereniging ‘De Friesche Elfsteden’.
--------------------------------------------------------------------------------
Literatuur
1.
Kramer D, Wiemer CWA. De medische hulpverlening tijdenseen Elfstedentocht per schaats. NedTijdschr Geneeskd 1985;129:2448-50.
2.
Zwart B. Elfstedentocht en gevoelstemperatuur.Meteorologica 1997:18-20.
3.
Zwart B. Windchill. Technisch rapport KNMI 1992. De Bilt:KNMI, 1992.
4.
Zijlstra JA, Zwart B. Elfstedentocht engevoelstemperatuur; ‘windchill’-factor.Ned Tijdschr Geneeskd1998;142:345-8.
5.
Elfstedentochtlogboek 1997. Leeuwarden: Bosch enKeuning/De Tille/Friesch Dagblad, 1997.
6.
Saase JLCM van, Noteboom WMP, Vandenbroucke JP. Longevityof men capable of prolonged vigorous physical exercise: a 32 year follow upof 2259 participants in the Dutch eleven cities ice skating tour. BMJ1990;301:1409-11.
Bron:
http://www.ntvg.nl/publicatie/de-medische-gevolgen-van-de-15e-elfstedentocht/volledig