Artikel 2.2.2 van het Besluit veiligheidsregio's (Bvr):
1. Een commando plaats incident bestaat uit:
a. een leider commando plaats incident;
b. een officier van dienst van de brandweer;
c. een officier van dienst geneeskundig;
d. een officier van dienst van de politie of van de Koninklijke marechaussee;
e. een informatiemanager commando plaats incident, en
f. een voorlichtingsfunctionaris commando plaats incident.
2. Een commando plaats incident is belast met de operationele leiding ter plaatse,
de afstemming met andere betrokken partijen als bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de wet, en het adviseren van het regionaal operationeel team
Er worden dus wel externe adviseurs toegevoegd aan de crisisteams. Het is aan de Leider CoPI, als voorzitter, om te bepalen welke deskundigheid nodig is. Dat is natuurlijk per situatie verschillend. Hij kan er bijvoorbeeld ook voor kiezen om eerst met de "vaste" leden te overleggen, en vervolgens met de externen. Externen kunnen ook aan één van de OvD's gekoppeld worden.
Natuurlijk is het van belang dat de OvD's ook goed leiding kunnen blijven geven aan hun eigen eenheden. Daarom moeten overleggen ook zo kort mogelijk zijn. Er zijn regio's (R-R en ZHZ bijv) die dit ondervangen met een dubbele bezetting; dus 1 OvD in het veld en 1 OvD/liaison van dezelfde kolom in het CoPI. In Kennemerland wordt bij brand het nog wel eens opgelost door een pelotons- of compagniescommandant extra te alarmeren voor in het CoPI zodat de OvD in het veld kan blijven.
Over opleiding en oefening van externen wordt in Kennemerland ook veel geïnvesteerd d.m.v. de virtual reality-trainingen van CoPI's waarbij externe partners worden betrokken waar we veel mee samenwerken, zoals de OvD-Rail, weginspecteur etc.
En niet te vergeten; onze CoPI-container is verlengd en met 10 zitplaatsen en eigen werkplekken voor de informatiecoördinator en de plotter wat ruimer geworden...
Uploaded with
ImageShack.us