De resultaten van de onderhandelingen zijn bekend gemaakt...
ONDERHANDELINGSRESULTAAT POLITIE-CAO 2012 - 2014
De zware en specialistische kanten van het politiewerk worden voortaan beter beloond. Vanaf 1 januari 2012 krijgen politieambtenaren daarvoor drie tot vijf extra periodieken bovenop hun huidige schaalmaximum. Dit verbeterde inkomensperspectief geldt voor grote groepen operationele en ondersteunende collega's. Ook behouden politiemedewerkers vooralsnog hun bestaande mogelijkheden voor vervroegd pensioen, inclusief de daarmee samenhangende VPL-toelagen. De onvoorziene extra kosten van 750 miljoen neemt de werkgever voor zijn rekening. En collega's die door de komst van de Nationale Politie hun functie en/of werkplek dreigen te verliezen, krijgen van de werkgever passend ander werk aangeboden (werkzekerheidsgarantie).
Dat zijn de drie belangrijkste pluspunten in het onderhandelingsresultaat over een nieuwe CAO Politie dat de politievakbonden en minister Opstelten afgelopen vrijdag hebben bereikt. Daar staat één groot minpunt tegenover: ook de komende drie jaar (2012, 2013 en 2014) krijgen de politieambtenaren geen structurele loonsverhoging. De bonden hebben zich vooralsnog tegen heug en meug bij deze door de politiek afgedwongen nullijn neergelegd, maar wel de ruimte bedongen om de afspraak daarover open te breken. Dat zal gebeuren als na de verkiezingen van 12 september aanstaande een nieuw kabinet aantreedt dat de nullijn voor ambtenaren terugdraait.
Vanaf het begin van de onderhandelingen (in december 2011) was het duidelijk dat het bereiken van een onderhandelaarsakkoord een zaak van lange adem zou worden. Om te beginnen lag de looneis van de minister (de nullijn) mijlenver af van de looneis van de bonden (een structurele verhoging van 3 procent). Het gevonden compromis is de invoering van een sterk verbeterd functiewaarderingssysteem. Het resultaat is een aantal jaren achter elkaar een blijvende inkomensverbetering voor een ruime meerderheid van het politiepersoneel. Het gaat hier om collega's met een functie die volgens het nieuwe waarderingssysteem minstens 24 punten scoort voor Onvermijdelijk Verzwarende Werkomstandigheden. (Het maximale aantal OVW-punten is 64.)
Arbeids- en rusttijden
Een tweede onacceptabele CAO-wens van de minister was het vergroten van de inzetbaarheid van zijn medewerkers door het verkleinen van hun rechtspositie. Ook op dat punt is ons verzet niet voor niets geweest. Om te beginnen blijft de Landelijke Arbeidstijdenregeling voor de politiesector (LAR) in ieder geval de komende 2,5 jaar in stand. Daarbij is wel afgesproken dat (groepen) medewerkers de mogelijkheid krijgen om op vrijwillige basis met hun leidinggevenden werkafspraken te maken die van de LAR afwijken, maar binnen de normen van de Arbeidstijdenwet blijven. In de tweede helft van 2014 zal worden geëvalueerd of de naleving van verantwoorde arbeids- en rusttijden verbeterd is en de LAR als stok achter de deur nodig blijft.
Daarnaast wordt het aantal gegarandeerde vrije zondagen van politieambtenaren niet gehalveerd en teruggebracht tot 13 per jaar - zoals minister Opstelten graag wilde - maar verminderd van 26 naar 21 per jaar. Ook behouden politieambtenaren het recht om te werken volgens hun favoriete arbeidspatroon ('modaliteit'), tenzij dat vanwege een zwaarwegend dienstbelang onmogelijk is. Om een evenwichtige spreiding van de werkdruk te bevorderen, is echter wel afgesproken dat het aanvragen van een bepaalde modaliteit op jaarbasis gaat plaatsvinden en dat de uiteindelijke afspraken over de inzetbaarheid en inroostering in team- of groepsverband worden gemaakt.
Salaris aspiranten
Een andere wens van de werkgever was het volledig afschaffen van het salaris voor aspiranten. Door het verzet van de bonden tegen deze maatregel blijft die afschaffing beperkt tot het eerste (theoretische) opleidingsjaar. Vanaf november 2013 krijgen politiestudenten dan een vergoeding voor de kosten van hun levensonderhoud (MBO: € 725, HBO/WO: € 800). Slagen ze voor het eerste jaar, dan krijgen ze daarna een salaris (tweede jaar € 1.175; derde jaar € 1.332). Deze regeling geldt niet voor zij-instromers met voldoende werkervaring en inkomsten (minimaal 2 jaar minstens 28 uur gemiddeld per week gewerkt voor minstens het minimumloon). Zij blijven vanaf het eerste jaar een aanloopsalaris ontvangen dat aansluit bij hun toekomstige functieniveau.
Nachtdienstontheffing
Wat betreft het verkrijgen van nachtdienstontheffing zien de bonden een oude wens in vervulling gaan: de tijdelijke (drie keer verlengde) landelijke regeling wordt vanaf volgend jaar vervangen door een structurele landelijke regeling. Alle medewerkers die op 1 januari 2013 of daarna 55 jaar worden hoeven desgewenst geen nachtdiensten meer te draaien. Het plan van de minister om ook senioren minstens de helft van het gemiddelde aantal nachtdiensten te laten draaien gaat dus niet door. Wel krijgen de nieuwe gevallen vanaf 2013 geen tegemoetkoming meer voor het missen van de onregelmatigheidstoeslag die met hun nachtdiensten samenhing. Dat geld gaat niet verloren; het zal worden gebruikt voor het verbeteren van de onregelmatigheidstoeslag vanaf 1 maart 2014.
Toeslagen
In de tweede helft van 2014 zal de rust in de roosters worden geëvalueerd. Mocht blijken dat de planning zodanig is verbeterd dat er nog maar weinig roosterwijzigingen plaatsvinden, dan wordt de verschuivingsvergoeding afgeschaft. Het daardoor vrijvallende arbeidsvoorwaardengeld wordt gebruikt voor een verbeterde onregelmatigheidstoeslag vanaf 1 maart 2014 - net als het vrijvallende bedrag door het afschaffen van de tegemoetkoming bij nachtdienstontheffing (zie hierboven).
Vanaf 1 januari 2013 worden nieuwe spelregels van kracht voor het opleggen van piketdienst. Het streven van de werkgever en de bonden is het totaal aantal piketdiensten met de helft te verminderen. Het geld dat daardoor niet hoeft te worden uitgegeven, zal per 1 maart 2014 worden benut voor verhoging van de piketvergoeding per uur.
Uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid en overlijden
Er komt een collectieve (aanvullende) inkomensverzekering bij arbeidsongeschiktheid, waaraan politieambtenaren op vrijwillige basis kunnen deelnemen. Het collectieve karakter leidt tot een lagere premie, waarvan de werkgever ook nog eens 25 procent betaalt.
Raakt een collega door een beroepsziekte of dienstongeval blijvend invalide of komt hij te overlijden, dan keert de werkgever voortaan aanzienlijk hogere bedragen uit (respectievelijk € 150.000 en € 75.000). Deze bedragen worden jaarlijks verhoogd op basis van de consumentenprijsindex.
Betaalde pauzes
Vanaf 1 januari 2013 worden betaalde pauzes alleen nog in uitzonderingsgevallen mogelijk. Over deze gevallen worden nadere afspraken gemaakt en vervolgens in de rechtspositie vastgelegd.
Bron: Politiebond.nl