Opstelten vindt vernieuwing brandweer belangrijk15 februari 2012
Vanmiddag vond in de Tweede Kamer het Algemeen Overleg Nationale Veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg plaats. Een deel van het debat ging over cybersecurity en de bescherming van vitale infrastructuur. Ook de brandweer kwam nadrukkelijk aan bod. Hierbij ging het vooral om variabele voertuigbezetting, opkomsttijden en C2000. "Voor mij is variabele voertuigbezetting een belangrijke inzet voor vernieuwing bij de brandweer", zo stelde minister Opstelten.
Variabele Voertuigbezetting
Kamerlid Berndsen (D66) waardeerde dat het veld werkt aan een "landelijk paraplu-project". De NVBR brengt met dit project de uitkomsten van alle regionale initiatieven bij elkaar. Berndsen en Van Bochove (CDA) zien uit naar het vervolgonderzoek dat het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) zal uitvoeren. Dit onderzoek gaat in september 2012 van start en borduurt voort op het landelijk paraplu-project. Opstelten: "Het WODC gaat een langdurig onderzoek uitvoeren en een meetinstrument ontwikkelen waarmee de effecten van de variabele voertuigbezetting gemeten moeten worden. Dit moet leiden tot een helder, traceerbaar beoordelingskader aan de hand waarvan pilots kunnen worden beoordeeld". De minister verwacht dat het resultaat het eerste kwartaal van 2013 wordt opgeleverd.
Kooiman (SP) stelde de vraag of de minister de pilots variabele voertuigbezetting wil bevriezen totdat de onderzoeken zijn afgerond. Minister Opstelten antwoordde hierop resoluut: "Dat is onwenselijk, we moeten immers ervaring kunnen opdoen, anders is er stilstand. Bovendien passen de huidige ontwikkelingen op dit gebied binnen de Brandweer over morgen".
Verder benadrukte de minister expliciet waar de verantwoordelijkheid om af te wijken van de standaardbezetting ligt . Deze ligt bij de besturen van de veiligheidsregio's. De uitkomsten van de onderzoeken kunnen aan het licht brengen dat regio's het werken met variabele voertuigbezetting moeten bijstellen. Ook kunnen de onderzoeken volgens de minister leiden tot een extra stimulans om voertuigen juist variabel te bezetten. Verder vroegen vrijwel alle fracties aandacht voor de betrokkenheid van de werkvloer. De minister antwoordde hierop dat de werkvloer wordt vertegenwoordigd in de begeleidingscommissie van het paraplu-project. Ook bij het vervolgproject van het WODC zal de werkvloer geconsulteerd worden. "Dit klinkt nogal bureaucratisch, maar ik zal goed bewaken dat hun signalen worden opgepakt".
Opkomsttijden
Ook het onderwerp opkomsttijden had warme belangstelling van de Kamerleden. Zo verwachtte Van Bochove dat de minister zal optreden als de veiligheidsregio's onzorgvuldig omgaan met de opkomsttijden. Berndsen vroeg aandacht voor het bureaucratische gevaar dat de huidige wet met zich meebrengt. Immers, zodra een veiligheidsregio wil afwijken van de tijdnormen uit het Besluit Veiligheidsregio's, moet dit per object gemotiveerd worden. Dit is ondoenlijk voor de regio's. Minister Opstelten erkende dat dit inderdaad moeilijk is in de uitvoering. "Ik vind het ook niet erg als het niet minitieus gebeurt. Nu weet ik al dat de veiligheidsregio's er niet 100% aan voldoen. Dat vind ik niet goed, tenzij er compenserende maatregelen zijn genomen. En alles moet binnen de budgetten passen die er nu zijn."
Verder benadrukte hij wederom hoe de verantwoordelijkheden liggen. "Het betreft een regionale afweging, het regionale bestuur draagt de volle verantwoording".
De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) levert eind maart een rapport op over hoe de regio's de opkomsttijden in het Besluit Veiligheidsregio's hebben geïnterpreteerd. Opstelten wacht dit rapport af en gaat daarna graag met de Kamer hierover in debat. Hierbij komt de uitvoerbaarheid voor de regio's aan de orde. Marcouch (PvdA) wilde weten of de regio's hun regiogrenzen als leidend beschouwen of dat er interregionale afspraken over het brandweeroptreden worden gemaakt. Ook hier was de minister helder over: "Operationele grenzen zijn leidend. Dit wordt ook meegenomen in het IOOV-onderzoek".
C2000
Bij de discussie over C2000 stonden de portofoons en de dekkingsproblemen centraal. De fracties maakten zich zorgen om de veiligheid van het brandweerpersoneel. In zijn reactie verwees de minister naar een pilot in Friesland. De conclusies hebben geleid tot de wens om portofoons aan te passen. Opstelten: "Daarom heeft de NVBR alle regio's geadviseerd een optimalisatieslag op de portofoons uit te voeren". En verder: "In 2013 zullen de dekkingsproblemen zijn opgelost. Er zullen extra masten worden geplaatst en tijdelijk zullen frequenties van Defensie worden gebruikt. De veiligheid van de professionals staat voorop". Ook verwees de minister naar de vandaag gelanceerde campagne 'Portogewoon', een campagne die de gebruikskennis bij hulpverleners bevordert en hen inzicht geeft in het functioneren van het systeem. Elissen (PVV) vroeg aandacht voor de zogeheten Special Coverage Locations (SCL's). "Hoe is dit geregeld bij nieuwbouw, bijvoorbeeld bij tunnels en parkeergarages?" De minister antwoordde dat het lokale bestuur de SCL's aanwijst en dat dit in het Bouwbesluit is geregeld.
Aandacht voor brandpreventie
Berndsen vroeg de minister hoe hij de aandacht voor brandpreventie wil versterken. "Meer dan de helft van de fatale woningbranden ontstaat namelijk door roken, koken en kaarsen". Opstelten: "De NVBR voert het project Brandveilig leven uit, dat doelgroepgericht werkt aan het verhogen van veiligheidsbewustzijn. Ook subsidieer ik de Nationale Brandpreventieweken en ik investeer samen met de regio's in brandonderzoek, voor nog gerichtere brandpreventie".
Vitale sectoren
Verder gaf de minister aan met het Veiligheidsberaad afspraken te hebben gemaakt over de convenanten met de vitale sectoren. Hij vindt het noodzakelijk dat deze convenanten tussen veiligheidsregio's en de vitale partners snel worden gesloten en dat deze tot uitvoering komen. Daarom heeft hij het Veiligheidsberaad subsidie verleend om dit te helpen realiseren.
http://www.nvbr.nl/algemene_onderdelen/rss/rss/@31488/opstelten-vindt/?utm_source=twitterfeed&utm_medium=twitterZijn er meer punten waarin de brandweer vernieuwend kan zijn?
