„Nachtvlucht traumahelikopter volkomen veilig”http://www.refdag.nl/nieuws/binnenland/nachtvlucht_traumahelikopter_volkomen_veilig_1_52663507-01-2011 23:39 | Bert Monster
UTRECHT – „’s Nachts vliegen op de traumahelikopter stelt hoge eisen aan de piloot”, zegt Daan Remie (41), hoofd vliegdienst bij de ANWB en instructeur nachtvluchten. „Wij voldoen daar echter ruimschoots aan.”
Voor Remie, afkomstig van de luchtmacht en al elf jaar vlieger op de traumaheli, staat vast dat de nachtvluchten met de traumahelikopter volkomen veilig zijn. Vrijdagochtend kwam naar buiten dat staatssecretaris Atsma (Milieu en Infrastructuur) niet wil dat de traumahelikopters van Amsterdam en Groningen ’s nachts vanaf het ziekenhuisdak uitrukken. Vrijdagmiddag kwam de bewindsman op zijn woorden terug en zei hij „alles uit de kast te halen” om de nachtvluchten toch mogelijk te maken.
„We maken onze piloten en verpleegkundigen op de heli’s allereerst vertrouwd met nachtzichtapparatuur”, aldus Remie. „Daar hoort ook een stukje theorie bij zoals het nemen van noodmaatregelen in de nacht. Wat staat je te doen als je bijvoorbeeld midden in de nacht op een niet verkende en onbekende plek moet landen voor assistentie bij een ongeval?”
Na het theoretische deel volgt een praktische training. De cursist vliegt met een instructeur naast zich in de duisternis naar een onbekende plek en moet daar landen. De vliegers en verpleegkundigen die Remie opleidt op de bases van Rotterdam, Volkel, Groningen en Amsterdam hebben allemaal ervaring op de traumahelikopter. „De bemanning van Amsterdam en Volkel is voor de nacht opgeleid, in Rotterdam zijn we bezig en Groningen is komend voorjaar aan de beurt.”
Regelmatig zit Remie ook zelf nog graag achter de stuurknuppel van een van de traumahelikopters. „De uitdaging is om de verpleegkundige en de arts zo snel mogelijk en veilig op de onheilsplek zien te krijgen.”
Veiligheid is van groot belang, benadrukt de helipiloot. „Net als overdag heb je ook ’s nachts slechts een korte voorbereidingstijd als de pieper gaat. Duisternis maakt het vliegen voor het menselijk oog lastiger dan overdag. De nachtzichtapparatuur en de training maken dat toch mogelijk. Al onze piloten zijn door hun voormalige functie bij de luchtmacht of in de burgerluchtvaart al opgeleid om nachtvluchten te maken. Daarnaast krijgen ze extra training om met de nachtzichtapparatuur te werken. Aan de reacties merk ik dat er een wereld voor hen opengaat.”
Ondanks de nachtkijkers landen de traumahelipiloten ’s nachts, in tegenstelling tot overdag, niet op onbekende locaties in de bebouwde kom. „Dat levert te veel gevaar op. In bepaalde plaatsen of steden hebben we wel vooraf afgesproken plekken waar een nachtelijke landing wel mogelijk is, zoals op het Museumplein in Amsterdam.”
Hoe gaat het vliegen ’s nachts precies in zijn werk? Remie: „Zodra we de locatie te horen krijgen, raadplegen we ons navigatiesysteem. Dat doe ik meestal samen met de verpleegkundige. We schatten vooraf in of we in de buurt kunnen landen of op de plek zelf. Ook gaan we na of er in de buurt eventuele obstakels zijn en dan vertrekken we.”
In de nachtelijke uren probeert de piloot het toestel altijd zo snel mogelijk naar een hoogte van zo’n 500 meter te sturen. „Overdag vliegen we meestal wat lager op zo’n 350 meter hoogte, maar ’s nachts willen we zo weinig mogelijk lawaai veroorzaken.” Als de heli de bestemming nadert, checkt de bemanning de landingsplaats en eventuele obstakels. „We vliegen een extra rondje voordat we de landing inzetten.”
In sommige situaties moet de patiënt ’s nachts zo snel mogelijk naar een traumacentrum worden gebracht. Vervoer over de weg zou te veel tijd kosten. Toch is het voor de heli niet bij alle traumacentra mogelijk om er ook in de nacht te landen. „De landingsplaats bij het ziekenhuis in Nijmegen is overdag prima te gebruiken, maar ’s nachts niet door een ontbrekende vergunning. Maar bij de Isala klinieken in Zwolle kunnen we het toestel 24 uur per dag veilig aan de grond zetten.”
--------------------------------------------------------------------------------
Hoogleraar traumatologie bij het UMC Utrecht, L. Leenen, zou het „verbijsterend” vinden als de traumaheli’s van Amsterdam en Groningen ’s nachts niet zouden mogen vliegen. Vrijdag kwam naar buiten dat de Verkeersinspectie de veiligheidsrisco’s te hoog zou vinden.
„Vijftien jaar lang hebben we alles in het werk gesteld om het niveau van de traumazorg in Nederland op een hoger niveau te krijgen. De ramp in Volendam liet zien dat goede traumazorg in de nacht erg belangrijk is. De inzet van heli’s is daar een essentieel onderdeel van.”
Nachtvluchten van de traumaheli dragen alleen maar bij aan een nog betere dienstverlening aan de patiënt, meent Leenen.
„Ik heb ik Zwitserland gewerkt en daar vliegen de traumaheli’s sinds jaar en dag zowel overdag als ’s nachts.”
De traumatoloog zou het een grote tegenslag vinden als de heli’s in Groningen en Amsterdam ’s nachts aan de grond moeten blijven.
„Uit onderzoek in Duitsland blijkt dat de heli zelfs al binnen een straal van 35 kilometer van het traumacentrum twintig minuten tijdwinst boekt op een ambulance. Bovendien brengt een traumaheli de arts direct bij de patiënt.”