Bron KRO Brandpunt 06-05-2012
http://brandpunt.kro.nl/seizoenen/seizoen_2012/afleveringen/06-05-2012/fragmenten/polderen_bij_de_politie De omvang van het Nederlandse politieapparaat is sinds 1994 met bijna de helft (43,9%) toegenomen, van 38.650 naar 55.599 formatieplaatsen. Maar het leeuwendeel van die extra agenten is niet op straat te vinden omdat ze in bureaufuncties zijn terechtgekomen. Bovendien wordt er nauwelijks een boef extra gevangen.
Dat blijkt uit twee onderzoeksrapporten van het programma Politie en Wetenschap van de politieacademie waarop KRO Brandpunt de hand wist te leggen. De studies (“Blauw, hier en daar” en “De sterkte van de arm: feiten en mythes”) zijn verricht door het onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix. In de onderzoeken wordt de omvang van het politieapparaat onder de loep genomen en ook vergeleken met de ons omliggende landen. Uit de studies komt vooral een beeld naar voren van een volledig scheef gegroeide organisatie die de afgelopen jaren is verzand in een bureaucratische moloch.
Bijna een derde (29%) van alle agenten valt inmiddels in de categorie “leiding en overhead”, zo blijkt uit de rapporten. En 16% zit in de categorie “ondersteuning”, die gedurende die periode in omvang meer dan verdubbeld is. Het aantal agenten dat het echte politiewerk opknappen, zoals de agenten op straat en de rechercheurs, die in de categorieën “primaire uitvoering” en “specialismen” vallen, bedraagt daardoor nog nauwelijks meer dan de helft: 55,5 %.
De voormalige baas van de Amsterdamse politie, oud-hoofdcommissaris Eric Nordholt zegt over de cijfers en conclusies in KRO Brandpunt. “Het is krankzinnig wat er is gebeurd. Er komen steeds minder dienders op straat beschikbaar en er zijn steeds meer mensen bezig met cijfers, procedures en rapporten.”
Ook emeritus hoogleraar Peter Tak van de Radbout Universiteit, internationaal erkend expert op het gebied van strafrechtvergelijking, hekelt in KRO Brandpunt de ontwikkelingen bij de politie. “Het is schokkend. Ik zou als ik minister was met de vuist op tafel slaan en zeggen: Ik heb op uw verzoek miljarden extra op tafel gelegd voor meer blauw op straat en wat zie ik: maar een fractie van dat geld is besteed aan die agent op straat”.
Het ophelderingspercentage is ondanks de forse groei van het politieapparaat slechts toegenomen van 18% naar 22,7%. In Noordrijn-Westfalen, qua omvang en criminaliteit vergelijkbaar met Nederland, schommelt het ophelderingspercentage al jaren rond de 50%. De politie daar is, zo blijkt uit “Blauw, hier en daar`, in dezelfde periode in omvang afgenomen. Er zijn daar per hoofd van de bevolking minder agenten dan in Nederland.
Andere opvallende gegevens uit de rapporten: “Er is sprake van beleidsdrukte, wat impliceert dat er veel tijd en energie in het ontwikkelen van beleid wordt gestopt”. Een op de twintig agenten houdt zich uitsluitend met beleid bezig, iets wat ze in de ons omliggende landen helemaal niet doen. Nordholt: “Informatie opvragen en beleid maken. Wat het is weet ik niet, waar het toe dient weet ik ook niet, de dienders hebben er niets aan.”
De afhandeling van een redelijk eenvoudig geval van huiselijk geweld vergt van een diender meer dan acht uur administratieve afhandeling. En bovendien is er blijkens de rapporten doordeweeks sprake van een overcapaciteit bij de politie, terwijl ze ’s avonds ’s nachts en in het weekend onderbezet is. Dit als gevolg van CAO’s, ARBO wetgeving en arbeidstijden wetten waardoor de inroostering niet flexibel genoeg is.