Die afweging moet je altijd maken, ook als de BR niet wordt overschreden. Gezond verstand. Maar als het echt nodig is, dan mag je gewoon gebruik maken van die "uitzonderingsregel" mijn inziens.
Ga nu eens op internet een aantal uitspraken zoeken over agenten die met of zonder OGS gebruik maken van de vrijstelling, en die over de maximale grenzen van de richtlijn heen zijn gegaan. Rechters denken er toch echt anders over!
Omdat een achtervolging vaker voorkomt is het geen bijzondere situatie meer? In mijn ogen blijft het een bijzondere situatie.
Natuurlijk is dat een bijzondere situatie. En daarvoor heb je als politieambtenaar dus ook meer ruimte. Lees deze uitspraak eens?
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOBR:2013:4793In plaats van de standaard maximumsnelheid ter plaatse van 80 km, geeft de rechter aan dat voor de agent ingevolge het LBVP een maximumsnelheid van 120 km/uur (80 + 40) gold. Alleen geldt die verhoogde maximum snelheid alleen als aan 3 voorwaarden is voldaan:
- er moet voldoende noodzaak zijn voor het uitvoeren van de opgedragen taak
- is de veiligheid van het verkeer zoveel als mogelijk gewaarborgd
- zijn de in de Brancherichtlijnen opgenomen voorschriften nageleefd.
Belangrijk is dat wanneer aan minimaal 1 van de 3 voorwaarden niet wordt voldaan, er helemaal geen beroep op de algehele vrijstelling van de RVV meer kan worden gedaan. En derhalve is deze agent dus veroordeeld voor het overschrijden van de daar geldende snelheid van 80 km per uur met maar liefst 57 kilometer.
Maar dan komen we weer op hetzelfde punt als in andere discussies over de BR: je kan hem op meerdere manieren lezen. Want, wanneer is iets nou zwart op wit een bijzondere situatie? Wat ik bijzonder vind, kan een ander als normaal ervaren en vice versa.
Je mag hem van mij lezen hoe jij wilt, ik vind het echter veel interessanter hoe rechters er mee om gaan.