Bron: http://www.dvhn.nl/nieuws/groningen/article10507393.ece
De Koninklijke Nederlandse Vereniging EHBO bestaat dit jaar 120 jaar, een goed moment voor ze om eens in de krant openlijk af te vragen wat er gebeurt als een vrijwilliger foute hulp verleent. Al die jaren hebben ze vrijwilligers geleerd om eerste hulp te verlenen waarbij het schijnbaar nooit een probleem is geweest. Sinds afgelopen vrijdag is het opeens anders.
In de krant roept de EHBO dat ze alleen ingezet kunnen worden bij simpele calamiteiten, het grootste gedeelte van de ongevallen waarvoor de ambulance uitrukt valt ook in de simpele categorie. Op de website van de KNV EHBO valt te lezen:
Het werkterrein van de moderne eerste hulpverlener is breder dan het verlenen van hulp bij ongelukken. Mensen kunnen ook hulp nodig hebben in andere situaties, omdat ze onwel worden, een hartstilstand krijgen. Deskundige en geoefende hulpverleners zijn letterlijk van levensbelang. Zij kunnen handelen omdat ze weten wat ze (moeten) doen. Ze zijn gediplomeerd. Dit kan in iedere denkbare situatie zijn, maar vooral daar waar grote groepen mensen bij elkaar komen zijn de EHBO-ers actief. Daarbij moet worden gedacht aan wedstrijden, manifestaties, feesten.
http://www.koninklijke-ehbo.nl/overehbo/9-de-ehbo-erIn de krant zeggen de EHBO verenigingen dat het anders zal worden als ze bij kinder-reanimaties worden ingezet. Daar hebben ze volkomen gelijk in. Voor de professionele hulpverleners is het ook anders. In praktijk wordt zelfs het heli-MMT gelijk opgeroepen terwijl dat niet zal gebeuren bij een reanimatie van volwassene.
Het reanimeren van een kind is niet zo bijzonder. De EHBO-er kan dat ook als ze maar bereid zijn om een extra lesje te volgen.
Het initiatief van mijnheer Janssen is lovenswaardig omdat het vooral eens stof doet opwaaien bij ingedutte organisaties die dachten dat ze enige status hadden terwijl ze nu niet verder komen dan klagen of protesteren, terwijl ze zelf niet verder komen dan met andere organisaties of 300 afdelingen brainstormen, vergaderen, rapportje schrijven, polderen, heroverwegen en nog maar eens een haalbaarheidsstudie er op los te laten voor ze eens daadwerkelijk beginnen aan het uitrollen.