Resultaten praktijkexperimenten technieken offensieve buiteninzetOnlangs deed het NIFV onderzoek naar de effectiviteit van vier technieken voor offensieve buiteninzet (OBI) ten opzichte van de binneninzet met hoge druk. Aanleiding van dit onderzoek was de brand in de botenloods in de Punt waarbij drie brandweermedewerkers om het leven kwamen.
In de verschillende onderzoeken die naar aanleiding van de Punt zijn uitgevoerd, kwam naar voren dat bij gebouwbranden de offensieve binneninzet niet zondermeer moet worden gehanteerd om een brand in een gebouw te bestrijden. Om het brandweerveld een bruikbaar handelingsperspectief te bieden, heeft de Brandweeracademie samen met het Netwerk Repressie van de NVBR het project ‘Offensieve buiteninzet' opgezet.
http://www.nvbr.nl/wat_doen_we/thema-lerende/innovatie-doctrines/Blustechnieken vergelijken
Binnen het project ‘Offensieve buiteninzet' is ervoor gekozen een aantal blustechnieken met elkaar te vergelijken, te weten:
fognails;
drukluchtschuim;
nevelkogel;
coldcutter.
Een aantal van deze technieken wordt door sommige korpsen al jaren gebruikt als onderdeel van het repressief optreden, zoals fognails en drukluchtschuim. Binnen het op het oefencentrum TRONED uitgevoerde testprogramma is door de veiligheidsregio's Utrecht (fognails), Amsterdam-Amstelland (coldcutter), Brabant-Noord (nevelkogel) en Haaglanden (drukluchtschuim) een bijdrage geleverd in de vorm van personeel en/of materieel. De Brandweeracademie heeft de organisatie en onderzoekscapaciteit voor de testen geleverd.
Resultaten
Het rapport Praktijkexperimenten technieken offensieve buiteninzet
http://www.nvbr.nl/wat_doen_we/thema-lerende/innovatie-doctrines/praktijkexperimenten/ heeft een eerste vergelijk van de vier technieken opgeleverd. Jaap Molenaar licht toe: ‘Het is een aanzet om te komen tot een zo objectief mogelijk vergelijk van verschillende blustechnieken. Uiteraard staan er nog vragen open over brand in grotere of meer complexe gebouwen. Toch geven de resultaten een redelijk inzicht in wat van de geteste blustechnieken verwacht mag worden. De toch beperkte effectiviteit van brandgaskoeling in vergelijking tot sommige andere technieken was voor alle betrokkene een eye-opener.'
In dit rapport leest u meer over de effectiviteit van de onderzochte technieken. Het is zeker niet de bedoeling om één bepaalde techniek aan te bevelen als beste middel, de onderlinge vergelijking is meer waardevol. Uit het rapport is eenvoudig af te leiden voor welke type inzet welke middelen het meest geëigend zijn. In het rapport staat ook welk effect de onderzochte blustechnieken hebben op de rookgastemperatuur. Daarmee geven de resultaten deels antwoord op de vraag in hoeverre de onderzochte technieken bijdragen aan de veiligheid van brandweerpersoneel.
In vervolg op het project Offensieve buiteninzet is de NVBR samen met de brandweeracademie eind vorig jaar gestart met de ontwikkeling van de brandweerdoctrine. Voor het onderdeel brandbestrijding staat daarin het kwadrantenmodel centraal met vier tactieken: de offensieve binneninzet, defensieve binneninzet, offensieve buiteninzet en defensieve buiteninzet. De NVBR zal samen met het veld het komende jaar de brandweerdoctrine en het kwadrantenmodel verder uitwerken. Meer informatie daarover vindt u op
www.brandweerdoctrine.nl.
Heeft u naar aanleiding van het rapport Praktijkexperimenten technieken offensieve buiteninzet vragen, dan kunt contact opnemen met Jaap Molenaar, vakgroepdecaan Incidentmanagement, e-mail jaap.molenaar@nifv.nl.
Op
www.nvbr.nl/obi vindt u enkele filmpjes van de praktijktesten.
http://www.nvbr.nl/algemene_onderdelen/rss/rss/@32745/resultaten/?utm_source=twitterfeed&utm_medium=twitter