Hekwerk woning Haelen rechtmatig weggehaaldhttp://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Rechtbanken/Limburg/Nieuws/Pages/Hekwerk-woning-Haelen-rechtmatig-weggehaald.aspxRoermond , 29-4-2014
De bestuursrechter van de rechtbank Limburg heeft maandag 28 april 2014 beslist, dat het weghalen van een hekwerk van een woning aan de Grote Kampweg te Haelen rechtmatig was, maar dat niet alle kosten mochten worden doorberekend.
Het opleggen van een zogeheten last onder bestuursdwang is volgens de rechtbank ‘niet onevenredig’. Daarvoor is vooral van belang dat de bewoners de kans hebben gekregen om een vergunning voor het hekwerk aan te vragen, maar die kans niet hebben benut.
Een bergingsbedrijf heeft onder politiebewaking het hekwerk op 21 juni 2012 verwijderd. Dit gebeurde in opdracht van burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal. Daarbij hebben zich incidenten voorgedaan die tot inhechtenisneming van één van de bewoners heeft geleid.
Het college van B&W heeft ook besloten om de kosten van verwijdering van het hekwerk op de bewoners van de woning te verhalen en het heeft die kosten vastgesteld op € 8.663,32. Volgens de rechtbank is de hoogte van de kosten voor een groot deel bepaald door extra maatregelen in verband met de gespannen toestand ter plaatse. Die situatie is in belangrijke mate te wijten aan het optreden van het gemeentebestuur in het verleden. Daarom had naar het oordeel van de rechtbank het college zich moeten beperken tot de kosten die in een normale situatie worden gemaakt voor het verwijderen van zo’n hekwerk. De rechtbank stelt de door de bewoners verschuldigde kosten dan ook vast op € 1.964,75.
Zie uitspraak:
ECLI:NL:RBLIM:2014:3866Daarnaast heeft de rechtbank ook beslist dat het college van B&W de eerder voor het hekwerk opgelegde dwangsom niet meer mag innen omdat die is verjaard. Zie uitspraak:
ECLI:NL:RBLIM:2014:3865
Eerdere berichten:
Schouw in zaak Haelen verplaatst naar 27 maarthttp://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Gerechtshoven/s-Hertogenbosch/Nieuws/Pages/Schouw-in-zaak-Haelen-verplaatst-naar-27-maart.aspx's-Hertogenbosch , 9-1-2014
In de strafzaak tegen een man uit het Limburgse Haelen was eerder een schouw gepland op 7 januari 2014. Deze ging niet door. In plaats daarvan was er op die dag een zitting in 's-Hertogenbosch. Op die zitting heeft het hof bepaald dat er alsnog een schouw zal worden gehouden. De nieuwe datum hiervoor is 27 maart 2014.
Besloten
In het belang van de waarheidsvinding acht het hof het noodzakelijk de plaats van het delict te bekijken. Voor het goede verloop van dit onderzoek ter plaatse, kan de schouw uitsluitend worden bijgewoond door directbetrokkenen. Pers en publiek hebben geen toegang tot het terrein van de schouw.
Hek voor zijn huis
De man uit Haelen wordt verdacht van poging tot moord, poging tot zware mishandeling en bedreiging van meerdere personen, onder wie een aantal politieagenten. Uit veiligheidsoverwegingen had de man een hek voor zijn huis gebouwd. Op 21 juni 2012 wilden medewerkers van de gemeente Leudal - waar Haelen onder valt - dit hek weghalen. De man heeft toen geprobeerd dat te voorkomen. Hij zou de agenten met een kruisboog hebben bedreigd en hij zou molotovcocktails naar hen hebben gegooid.
De rechtbank Limburg veroordeelde de man op 2 april van dit jaar tot een gevangenisstraf van negen maanden met aftrek van voorarrest.
De eerstvolgende zitting na de schouw is openbaar en vindt plaats in het Paleis van Justitie in ’s-Hertogenbosch. De datum hiervan is nog niet bekend.
Hof houdt schouw in zaak Haelenhttp://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Gerechtshoven/s-Hertogenbosch/Nieuws/Pages/Hof-houdt-schouw-in-zaak-Haelen.aspx's-Hertogenbosch , 5-11-2013
Op dinsdag 7 januari 2014 houdt het gerechtshof ’s-Hertogenbosch een schouw in de strafzaak tegen een man uit het Limburgse Haelen. In het belang van de waarheidsvinding acht het hof het noodzakelijk de plaats van het delict te bekijken. Voor het goede verloop van dit onderzoek ter plaatse, kan de schouw uitsluitend worden bijgewoond door directbetrokkenen. Pers en publiek hebben geen toegang tot het terrein van de schouw.
Hek voor zijn huis
De man uit Haelen wordt verdacht van poging tot moord, poging tot zware mishandeling en bedreiging van meerdere personen, onder wie een aantal politieagenten. Uit veiligheidsoverwegingen had de man een hek voor zijn huis gebouwd. Op 21 juni 2012 wilden medewerkers van de gemeente Leudal - waar Haelen onder valt - dit hek weghalen. De man heeft toen geprobeerd dat te voorkomen. Hij zou de agenten met een kruisboog hebben bedreigd en hij zou molotovcocktails naar hen hebben gegooid.
De rechtbank Limburg veroordeelde de man op 2 april van dit jaar tot een gevangenisstraf van negen maanden met aftrek van voorarrest.
De eerstvolgende zitting na de schouw is openbaar en vindt plaats in het Paleis van Justitie in ’s-Hertogenbosch. De datum hiervan is nog niet bekend.
Celstraf Haelenaar gelijk aan voorarresthttp://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Rechtbanken/Limburg/Nieuws/Pages/Celstraf-Haelenaar-gelijk-aan-voorarrest.aspxRoermond , 2-4-2013
De rechtbank Limburg, locatie Roermond, heeft vandaag uitspraak gedaan in de zaak van G.R. uit Haelen. De Haelenaar werd verdacht van poging tot moord, zware mishandeling en bedreiging van 7 personen, waaronder een aantal politieambtenaren.
Tijdens de heropening van de zaak op 19 maart jl. is het strafdossier aangevuld met de politiemutaties en het strafrechtelijke handhavingstraject en ook een verslag van het bestuursrechtelijke handhavingstraject.
De door verdachte geschetste situatie van jarenlange conflicten, bedreigingen en ellende vindt bevestiging in de stukken. Verdachte heeft vele juridische procedures gevoerd en alle mogelijke legale wegen gevolgd om zijn recht te krijgen en de rust en veiligheid van zijn gezin te waarborgen. De rechtbank heeft oog voor zijn grote frustratie doordat zijn pogingen om zijn gezin een rustige en veilige woonomgeving te bieden, stukliepen. Het gegeven dat de gemeente tegen allerlei misstanden op het woonwagenkamp niet handhavend optrad, maar met betrekking tot zijn hekwerk wel, heeft hieraan ongetwijfeld bijgedragen. De rechtbank kan zich voorstellen dat verdachte zich door de autoriteiten in de steek gelaten voelde en om die reden op 21 juni 2012 wilde verhinderen dat zijn hekwerk werd verwijderd.
Dergelijke motieven en de geschetste angst, onmacht en frustratie mogen naar het oordeel van de rechtbank echter nimmer leiden tot gewelddadige acties jegens anderen. En dat is uitdrukkelijk de andere kant van de zaak. De in deze zaak als slachtoffer betrokken personen deden die dag niets anders dan hun werk en waren – behoudens een enkeling – op geen enkele wijze persoonlijk betrokken bij het conflict tussen verdachte, de woonwagenbewoners en de gemeente. Hoewel achteraf wellicht geoordeeld kan worden dat het doorzetten van de handhavingsactie en de wijze waarop minder opportuun was, maakt dit niet dat daarmee een vrijbrief is gegeven voor gewelddadig verzet tegen rechtmatig overheidsoptreden.
De rechtbank heeft een andere visie op de zaak dan de officier van justitie. De rechtbank heeft de juridische beoordeling van de feiten en wat nu precies de bedoelingen van verdachte zijn geweest nadrukkelijk tegen het licht van de achtergrond en aanleiding gehouden. Dat leidt tot een andere bewezenverklaring dan die waar de officier bij haar eis van is uitgegaan en wordt om die reden sterk afgeweken van de eis.
Er is sprake geweest van ernstig, onrust veroorzakend, publiek geweld of bedreiging daarmee, aldus de rechtbank. Zijn handelen is niet verontschuldigbaar of aanvaardbaar. Verdachte is te ver gegaan en uit een oogpunt van normhandhaving acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. Een schuldigverklaring zonder oplegging van straf doet geen recht aan de ernst van de feiten en de rol van verdachte daarin. Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat kan en moet worden volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, te weten 9 maanden.
De voorlopige hechtenis van G.R. is reeds op 19 maart jl. opgeheven. Dit op grond van artikel 67 A, lid 3 van het wetboek van Strafvordering. Dat artikel houdt in dat een verdachte in vrijheid moet worden gesteld als de voorlopige hechtenis waarin hij zich bevindt langer dreigt te gaan duren dan de uiteindelijke straf.
De vorderingen van de verbalisanten worden niet ontvankelijk verklaard, omdat de beoordeling daarvan een onevenredige belasting van het strafgeding met zich mee brengt. De vorderingen zijn mede gebaseerd op de invloed van de media-aandacht en de stelling dat de verbalisanten op hun werk alsook in privé op hun optreden werden aangesproken. Voor wat betreft dat onderdeel van de vordering is nader onderzoek noodzakelijk naar de vraag of en zo ja in hoeverre voldoende verband bestaat tussen het bewezenverklaarde en dat onderdeel van de gestelde schade.
Uitspraken: BZ5941
Zaak molotovcocktailgooier heropendhttp://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Rechtbanken/Limburg/Nieuws/Pages/Zaak-molotovcocktailgooier-heropend.aspxRoermond , 22-1-2013
De meervoudige kamer van rechtbank Limburg, locatie Roermond, heeft in een tussenvonnis in de molotovcocktailzaak bepaald dat de zaak moet worden heropend. De rechtbank is van oordeel dat het dossier onevenwichtig is samengesteld. Volgens de rechtbank moet de officier van justitie de voorgeschiedenis over het conflict tussen verdachte, de bewoners van het woonwagenkamp aan de Bosrand in Haelen en de gemeente Leudal aan het dossier toevoegen. Dat is van belang voor een zorgvuldige afweging. De zaak zal over maximaal 3 maanden weer op zitting komen.
Uit de verklaringen van verdachte, zijn partner en de burgemeester van de gemeente Leudal blijken, dat er sinds 1998 problemen zijn tussen verdachte en de bewoners van het tegenover zijn woning gelegen woonwagenkamp. Als gevolg van die problemen is sinds 1998 op strafrechtelijk en bestuursrechtelijk gebied het nodige gebeurd. De verdediging heeft aangevoerd dat deze problemen rechtstreeks verband houden met het ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting meegedeeld dat in haar ogen vast staat dat verdachte sinds 1998 het slachtoffer is geworden van verschillende strafbare feiten en dat het optreden van de gemeente bij het uitvoeren van de bestuursdwang achteraf bezien op een andere wijze had moeten verlopen.
De rechtbank heropent het onderzoek en draagt de officier van justitie op om het dossier aan te vullen met - zakelijk weergegeven - de politiemutaties en het strafrechtelijke handhavingstraject en zo mogelijk ook een verslag van het bestuursrechtelijke handhavingstraject. Het had op de weg van de officier van justitie gelegen deze informatie uit eigen beweging aan het dossier toe te voegen.
De officier van justitie moet deze stukken uiterlijk 5 maart 2013 aan de rechtbank aanleveren, met afschrift aan de verdediging. De rechtbank stelt de verdediging vervolgens tot uiterlijk 2 april 2013 in de gelegenheid hierop schriftelijk te reageren, met afschrift aan de officier van justitie. (LJN:
BY9102)
Smaad
Daarnaast spreekt de meervoudige strafkamer van rechtbank Limburg, locatie Roermond, de verdachte vrij van smaad. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk de eer en goede naam van woonwagenbewoner P.S. en de andere bewoners van het woonwagenkamp heeft aangerand.
Verdachte had op de landelijke tv gezegd dat op dit woonwagenkamp hennepteelt, drugscriminaliteit, diefstal en heling plaatsvinden. Vervolgens is een klacht ingediend door P.S., één van de bewoners van het woonwagenkamp. Hij stelde dat hij ook optrad namens de andere bewoners van het kamp. Uit niets is echter gebleken dat deze andere bewoners een wens tot vervolging hadden, aldus de rechtbank. De officier van justitie is voor dit deel van de tenlastelegging niet ontvankelijk.
Wat betreft het verwijt van woonwagenbewoner P.S. volgt vrijspraak. Volgens de rechtbank heeft verdachte zich in algemene termen uitgelaten, heeft hij niemand bij naam genoemd en is de uitlating ook niet te herleiden tot aanwijsbare personen. Het enkele feit dat P.S. op dit kamp woont, acht de rechtbank daarvoor onvoldoende. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de uitlatingen van verdachte te onbepaald zijn om aantasting van de eer en/of goede naam van P.S. te kunnen opleveren. (LJN:
BY9108)
Uitspraken: BY9102, BY9108