vervolg........
Bezetting basisbrandweereenhedenIn het Besluit veiligheidsregio's worden de nu gangbare bezetting, taken en uitrusting van een eerstelijns brandweereenheid vastgelegd. De bezetting van een dergelijke eenheid is zes personen. Zij beschikken doorgaans over één brandweerauto met uitrusting. De eenheid heeft de volgende taken: brandbestrijding en redding, technische hulpverlening, basishandelingen bij de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen en de ondersteuning bij waterongevallen.
In de praktijk wordt echter door verschillende brandweerkorpsen in Nederland voor bepaalde specifieke (risico)situaties en incidenttypen met een andere dan de standaardbezetting gewerkt. De afwijkingsmogelijkheid is opgenomen om deze praktijk onder de nieuwe wet te kunnen voortzetten, niet uit bezuinigingsdrift.
Veiligheid staat voorop, dus als een bestuur kiest voor een kleinere bezetting per voertuig, dan moet het personeel alle taken die in het besluit beschreven staan wel op een veilige manier kunnen uitvoeren. Door het vastleggen van de taken van brandweereenheden kan het bestuur, als werkgever, daar niet meer omheen.
De deur wordt niet opengezet naar levensgevaarlijke experimenten, maar juist naar veilige oplossingen voor specifieke risicosituaties.
Samenhang met bouwregelgevingDe relatie tussen de brandveiligheidsvoorschriften in de bouwregelgeving en de tot nu toe gehanteerde normen en standaarden voor de brandweer verandert niet, nu deze normen en standaarden in regelgeving worden vastgelegd. Bouwregelgeving richt zich tot gebruikers en eigenaren van gebouwen, het ontwerpbesluit veiligheidsregio's richt zich uitsluitend tot de brandweer.
Het doel van de brandveiligheidsvoorschriften in de bouwregelgeving is om slachtoffers en snelle uitbreiding van brand naar andere gebouwen zoveel mogelijk te voorkomen. De technische eisen in die voorschriften zijn onder meer gebaseerd op aannames ten aanzien van de tijd die nodig is om een bouwwerk bij brand veilig te kunnen ontvluchten. In verreweg de meeste gevallen zullen mensen een bouwwerk bij brand zonder hulp van de brandweer kunnen ontvluchten. Er moet echter altijd rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat mensen wel hulp van de brandweer nodig hebben. Hiermee wordt het belang van bovenstaand systeem nog eens benadrukt, waarin het bestuur op grond van de risico-inschatting expliciete en gemotiveerde besluiten neemt over langere opkomsttijden.
Landelijke projectenHet op rijksniveau vastleggen van de kazernespreiding in een landelijk dekkingsplan dat beheerd wordt door het RIVM, zoals de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers voorstelt, past niet bij de decentrale verantwoordelijkheid voor de brandweerzorg. Een dergelijke beheerstaak voor het RIVM, verhoudt zich ook slecht tot het wettelijke takenpakket en het natuurlijke aandachtsgebied van het RIVM.
Ik ben wel een voorstander van het gebruik van één landelijk afwegingskader (inclusief een rekenmodel) bij het maken van de regionale dekkingsplannen. Dit bevordert uniformiteit en eenduidigheid. Zoals ik bij de behandeling van het wetsvoorstel veiligheidsregio’s in uw Kamer heb toegezegd, heb ik de suggestie van een landelijk afwegingskader ook bij het Veiligheidsberaad neergelegd en hierbij verwezen naar het model dat het RIVM gebruikt voor de ambulancespreiding.
De ontwikkeling en het beheer van een dergelijk afwegingskader kan uitstekend belegd worden bij de Ondersteuningsorganisatie Fysieke Veiligheid. Over de voorgenomen oprichting hiervan heb ik uw Kamer dit voorjaar per brief4 bericht.
De Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Rampenbestrijding start binnenkort een project, dat moet leiden tot een landelijk afwegingskader voor afwijken van de opkomsttijden in het besluit. De twee rekenmethodes die nu in de veiligheidsregio's gebruikt worden en het RIVM-model dienen in dit project als uitgangspunt. Het Veiligheidsberaad steunt dit project.
De Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers pleit ook voor een landelijk project over voertuigbezettingen. Zoals ik hierboven al schreef is de afwijkingsbevoegdheid voor voertuigbezettingen bedoeld om adequaat om te kunnen gaan met regiospecifieke risicosituaties. Het is aan de brandweerbranche zelf om gezamenlijk te kijken naar wat regio’s van elkaar kunnen leren en welke elementen gezamenlijk op landelijk niveau uitgewerkt kunnen worden.
Ik ga ervan uit dat ik u met deze brief duidelijk heb kunnen maken, dat het ontwerpbesluit veiligheidsregio’s geen afbreuk doet aan het huidige niveau van brandweerzorg en dat de zorgen van de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers c.s. ongegrond zijn.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
Mevrouw dr. G. ter Horst
http://www.nvbr.nl/publish/library/50/brief_besluit_vr_opkomsttijden-bezetting-bouwbesluit.pdf