Klopt inderdaad. Je merkt langzaamaan dat steeds meer korpsen naast de TS-BT, waarmee dus ook gewoon de "huis-, tuin- en keukeninzetjes" gedaan moeten worden, ook specialistische natuurbrandbestrijdingsvoertuigen aan gaan schaffen. De nadelen van een TS-BT (dus met redgereedschap e.d.) zijn het gewicht en het gebrek aan ruimte voor een grotere watertank. Échte natuurbrandbestrijdingsvoertuigen hebben een grotere tank -meer dan de 3000 liter die nu als standaard voor TS-BT wordt gehouden- en extra beschermingen en functionaliteiten voor in de natuur. Het is niet voor niets dat de twee pure natuurbrandbestrijdingsvoertuigen in de VRU (717 (unimog) Zeist, 610 Bilthoven) geroemd worden om het bereik dat zij hebben. Die voertuigen zullen niet snel vast komen te staan.
Zoals gezegd: langzaamaan zijn er steeds meer korpsen die inzien dat natuurbrandbestrijding wel echt een specialisme is. Er is al eens gepleit voor specialistische natuurbrandbestrijdingspelotons op een paar strategische locaties, maar er zijn ook inzichten dat een natuurbrandbestrijdingsvoertuig prima een TS4 met grote watertank kan zijn die dan ook kan dienen als waterbuffer bij inzetten in bebouwd gebied.
In Nederland moeten we polderen. Er is bijna geen natuurgebied waar niet binnen een straal van 10 km een dorp of stad ligt. De brandweer zal daar dus zowel in de stad als in de natuur op moeten treden. In gebieden in Frankrijk of België wordt veel meer gewerkt met specialistische natuurbrandbestrijdingsvoertuigen die dan ook niet ingezet worden voor verkeersongevallen en dergelijke.
In veel oude regio's zoals Arnhem e.o., waar de TW-BT de norm was,welke is opgegaan in VGGM zie je juist dat de laatste TW-BT's vervangen worden door TS-BT omdat de TW-BT te weinig worden ingezet.
Als een normale TS-BT maar op het goede onderstel word gezet doen ze zeer weinig onder voor een TW-BT en zijn ze veel multifunctioneler inzetbaar.
Het grote nadeel van enkele, over het land verdeelde, specialistische natuurbrandbestrijdingsvoertuigen pelotons, is dat het te lang duurt om ze ter plaatse te krijgen.
Bij natuurbrandbestrijding geldt hoe sneller je ter plaatse bent met voertuigen met dak/bumperblussing hoe beter het is.
Voor elke kwartier wat het langer duurt voordat je genoeg van dit soort voertuigen ter plaatse hebt moet je er op rekenen dat je 1 uur langer bezig bent om te blussen, waarbij het na een uur de tijd kwadratisch toe neemt.
Dit kun je het beste bereiken door een redelijk fijnmazig net van voertuigen met TSsen dakblussing paraat te stellen.
Hiervoor zijn TW-BT minder geschikt door de beperkte inzet mogelijkheden van dit type voertuig.
Ook is het Nederlandse bos- en heidelandschap dusdanig van opbouw dat specifiek voor natuurbrand opgebouwde voertuigen van geen tot weinig toegevoegde waarde zijn.
In veel bos zijn op redelijke afstand van elkaar voor voertuigen geschikte paden beschikbaar, waarbij je ook af moet vragen of het in verband met de eigen veiligheid wel wenselijk is om buiten deze wegen te willen komen met een voertuig.