VBV: Redden? Sure, we can!

Auteur Topic: VBV: Redden? Sure, we can!  (gelezen 3349 keer)

0 gebruikers (en 4 gasten bekijken dit topic.

Peter71

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 21,386
  • Hoofdbrandwacht
Gepost op: 20 september 2012, 17:05:55
Redden? Sure, we can!

Wij horen u denken, maar nee, we zijn niet bezig met verkiezingen, wel met een campagne. In dit artikel zetten we het werk van de brandweer in de schijnwerpers. Er is wat ons betreft alle reden toe.

Elke dag staat de brandweer paraat om snel in te grijpen als dat nodig is. We beschikken over moderne voertuigen en goed opgeleid personeel om onze taak zo snel, goed en veilig als mogelijk te kunnen uitvoeren. De brandweer geniet daarom het volste vertrouwen binnen de samenleving. Hoe succesvol we bij de uitvoering van onze taken zijn wordt helaas nooit vertaald in klinkende euro’s. Hoeveel schade we hebben voorkomen met een snelle en adequate inzet, is helaas ook onbekend. De CBS brandweerstatistiek (2010) geeft wel aan dat de brandweer 400 mensen heeft gered bij brand en 8821 bij hulpverleningen, maar de aandacht gaat tegenwoordig meer uit naar ‘fatale woningbranden’ en ‘nieuwe uitgangspunten’, hoe discutabel deze nieuwe uitgangspunten soms ook mogen zijn.

Sommige mensen zijn namelijk van mening dat de brandweer geen levens meer kan redden. Deze omstreden opvatting heeft al geresulteerd in de opheffing van het overgrote deel van de duikteams van de brandweer in ons waterrijke land. Drenkelingen hebben uitsluitend aan de wateroppervlakte nog een kans, zodra deze drenkelingen onderwater raken zijn ze opgegeven en wordt de inzet op slag gewijzigd in een ‘bergingsklus’, die in veel gevallen door andere –particuliere- diensten moet worden uigevoerd.

Ondanks een nauwelijks te bespeuren afnemende trend in het aantal en de omvang van branden (ook niet na de grote maatschappelijke impact van de brandrampen in Enschede en Volendam) en de toenemende verminderde zelfredzaamheid van een groot deel van de bevolking, blijken dezelfde opvattingen inmiddels ook volop te worden geprojecteerd op de dagelijkse brandweerzorg in onze dorpen en steden.

Vooruitstrevende ambities op het gebied van een hogere brandveiligheid door risicobeheersing en bewustwording, laten beleidsmakers al hardop dagdromen van een samenleving waarbij de slagkracht van de brandweer in de toekomst nog slechts een kleine rol vervult. Hoe deze ambities adequaat en meetbaar worden vertaald en betaald, is van ondergeschikt belang in de drang van bestuurders om de voorspelde ‘winst’ te vertalen naar een verlaging van de repressieve normering in termen van tijd, kwaliteit of kwantiteit van de inzet door de brandweer.

Niemand binnen de brandweer zal innovatie en vernieuwing van bestaande doctrines afwijzen, maar dat in het kader van opkomsttijden ineens ‘elke seconde telt’ wordt gewijzigd in ‘mag het iets meer zijn’ roept zeer grote vraagtekens op. Net als het veel gehoorde argument dat bestaande normen ‘verouderd en achterhaald’ zouden zijn, ook deze argumentatie wordt nauwelijks wetenschappelijk onderbouwd. De ‘Handleiding Brandweerzorg 1992’ en de ‘Leidraad repressieve brandweerzorg 2007’ zijn daarentegen geen verzameling sprookjes maar het resultaat van uitvoerig wetenschappelijk onderzoek waarbij de kennis en ervaring van het brandweerveld maximaal zijn benut.

Echter; deze kennis en ervaring uit het brandweerveld lijkt inmiddels plaats te hebben gemaakt voor een vorm van ‘bestuurlijke regie’ op de vakinhoud. Aan bestuurstafels worden potentiële risico’s gedecimeerd tot ‘onbeduidende calamiteiten’ teneinde deze risico’s in het verzorgingsgebied ‘doeltreffend en doelmatig’ – lees; met zo beperkt mogelijke middelen -, te kunnen beheren en beheersen. Men neemt daarmee alvast een flink voorschot op de zelf gecreëerde veiligheid. De ‘nieuwe uitgangspunten’ komen daarbij uiteraard goed van pas.

Rookmelders
In de septemberuitgave van het blad Brand & Brandweer lezen we dat rookmelders meer tijdwinst opleveren dan een snelle uitruk. Toch zijn rookmelders niet verplicht opgenomen in relevante (bouw)regelgeving en pas voorgeschreven in nieuwbouwwoningen vanaf 2003.

Rookmelders zijn daarnaast niet in staat tot redden en blussen, daarvoor heb je nog steeds snel en adequaat optredende brandweereenheden nodig zoals blijkt uit de CBS cijfers en de recente ‘oogst’ van een aantal kritische reddingen in Berg en Terblijt , Luttenberg  en Weesp . Evenmin vormt een werkende rookmelder een garantie voor het overleven van een brand. Zo luidt een conclusie in het rapport fatale woningbranden 2011: “Bij 8 (31%) van de fatale woningbranden is bekend dat er een rookmelder(s) in de woning aanwezig was. Bij deze branden vielen 10 slachtoffers (36%). In alle 8 gevallen heeft de rookmelder(s) gefunctioneerd.”

Het is ook merkwaardig dat bijna uitsluitend de ervaringen met fatale branden breed worden gedeeld en dit veelvuldig als uitgangspunt wordt gekozen in beleidsstukken en voorstellen. Wij citeren uit een actueel reorganisatieplan van een groot –regionaal- brandweerkorps: “De kans dat de brandweer reddend kan optreden is, gelet op de temperatuurontwikkeling en het moment van een uitslaande brand, nihil”

Op deze niet onderbouwde aanname volgt dan meestal de - bijna automatische - conclusie dat de opkomsttijden maar een nevengeschikte rol vervullen en dringend aan vernieuwing - lees verruiming - toe zijn. Hierdoor worden de kansen op redding van personen die elders in het brandende pand aanwezig kunnen zijn, geminimaliseerd.

Nog erger maakt het hoe bovenstaande in de praktijk wordt toegepast. De gewenste ‘aanpassingen’ krijgen vorm in concrete plannen tot het sluiten van zo’n 50 kazernes in de veiligheidsregio’s Friesland (25), Brabant Zuid-Oost (16), Limburg-Noord (10) en Rotterdam Rijnmond (3). Van andere regio’s zijn nog geen voornemens bekend maar dat er wordt gezocht naar soortgelijke oplossingen staat vast.

Voor de snelle uitruk worden inmiddels al overal in het land ‘Snelle Interventie Voertuigen’ (SIV’s) met een afwijkende bezetting ingezet. Hoewel de inzet aan strikte wettelijke voorschriften moet voldoen, ‘experimenteert’ brandweer Nederland er vrolijk op los en wordt in tientallen korpsen het wiel opnieuw uitgevonden, soms geholpen door commerciële bedrijven die ook graag een stevige vinger in de brandweerpap willen hebben.

Sommigen weten zelfs te melden  dat de brandweer sneller ter plaatse is met een kleiner voertuig. Op zich is dat natuurlijk verklaarbaar en letterlijk gezien misschien ook juist, maar uit empirisch onderzoek in Duitsland naar de tijdwinst bij de inzet van een SIV ten opzichte van een volledig bezette tankautospuit, blijkt dat er een gemiddelde tijdwinst van maar 15 seconden werd geboekt. Nog afgezien van het gebrek van mankracht in de eerste seconden is er dus geen sprake van ‘tijdwinst’ maar een vertraging voor een adequate inzet. Welke winst er wel te halen valt voor de bestuurders werd eerder duidelijk in de verklaringen  van een interim commandant bij de uitvoering van experiment met 4 personen op een tankautospuit in Apeldoorn.

In Nederland is, ondanks de tientallen ‘pilots en experimenten’ en het tonnen kostende onderzoek naar variabele voertuigbezettingen, nog steeds geen enkele objectieve, verifieerbare onderbouwing van de gevleugelde uitspraken en beloofde voordelen gepresenteerd. Waarom bestuurders dan nog steeds willen investeren in nieuwe pilots en experimenten, vraagt zich helaas niemand hardop af. Op de vraag van de burgers of we nog mensen kunnen redden, zijn we zeker van onze zaak: Natuurlijk kunnen we dat! Nog wel…………

http://www.brandweervrijwilligers.nl/nieuws/basis-brandweerzorg/3245/redden-sure-we-can/


Wordt het nu eens onderhand gewoon geen tijd dat we als brandweer nederland ons gaan bezinnen over alle bezuinigingen, het sluiten van posten?
Lever het nog wel op wat we als ideaalplaatje voor ogen hebben, Levert het sluiten van posten en projecten als variabele voertuigbezetting wel op wat we willen. Of gaan we door die acties het begrip en vertrouwen van het publiek misschien wel verliezen. Het publeik vertrouwt ons volledig, gaan we binnenkort dat vertrouwen niet ernstig schaden?




JAB

  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 314
Reactie #1 Gepost op: 20 september 2012, 17:33:33
Peter,
Jij huist ook in het Utrechtse. Je weet vast wel wat er de komende weken wordt gepresenteerd aan de korpsen. Het VBV stuk verwoordt heel goed wat er gaat gebeuren. Ik denk dat elk tegenargument om posten toch open te houden of TS 6 te behouden zal worden weggeschoffeld met weer nieuwe argumenten. Het is simpelweg een bezuinigingsslag, maar dan wel op de opkomsttijden, succeskans om een beperkte brand ook beperkt te houden, uitrukbezettingen en slagkracht bij grotere inzetten. Over terugdringen van de overheadkosten verneem ik niets. Over de uitkomsten van de TS 4 proef in Apeldoorn e.d. wordt niet gerept. TS4?? Het kan zeker, mits je de back-up direct mee laat rijden. Maar dan blijft het risico van vertraging in de feitelijke inzet levensgroot. Wat ik zou willen weten is welke ervaringseisen er aan de manschappen worden gesteld. Als B moet je de manschappen meer vrijheid geven, dat is in de proeven ook opgemerkt. Kan elke nieuwe manschap zonder uitrukervaring maar wel met een vers diploma straks mee met een TS 4? Dan zullen er ongelukken gebeuren, helaas. Ik hoop dat de verantwoordelijken dan ook vooraan zullen staan om deze verantwoording op zich te nemen. En niet af te schuiven op de B die anders had moeten inzetten, de ploeg die niet goed heeft verkend of de P die de RSTV veranderingen buiten niet goed heeft geïnterpreteerd. Er zijn ook nog steeds geen operationele eisen vastgelegd voor TS 4 of 2, geen opleidings- en oefeneisen zoals in de Leidraad oefenen wel voor de TS6. Dat moet eerst ingevoerd en beoefend zijn. De minister Opstelten heeft de regio Noord- Midden Limburg gewaarschuwd voor de gevolgen van de bezuinigingsronde die daar loopt. Er zullen er meer volgen.