Tegenvraag: Waarom zouden er voor een dergelijke operator richtlijnen moeten zijn, terwijl die er bijvoorbeeld voor veelplegersteams, de toepassing van de stealth-sms en sociaal rechercheurs (die in de zaak met LJN AA5254 in 8 maanden 125 keer langs een woning rijden om te kijken of er auto's van een bepaalde persoon geparkeerd staan) niet zijn?
Mijn voorbeeld over drones is ook een hypothetisch voorbeeld waar je mee geconfronteerd kan worden als drones voor normale surveillance worden ingezet. Al de zaken die jij aangeeft komen niet voort uit een normale surveillance, maar zijn onderdeel van een gericht onderzoek.
Bovendien lijkt het mij maar de vraag of er in die voorbeelden geen richtlijnen zijn.
Nu ben ik geen agent of werkzaam bij het OM, dus ik baseer mijn antwoord op mijn eigen kennis uit openbare bronnen zoals media, bijeenkomsten etc. Die kennis kan best te kort schieten, dus ik laat me graag verbeteren.
De eerste veelpleger teams die ik ken uit Amsterdam zijn opgezet met inspraak/goedkeuring van OM en Burgemeester. Als onderdeel van het formeren van deze teams is ook gekeken naar de te gebruiken methodes, en de in te zetten middelen. Volgens het OM waren zij betrokken bij elke beslissing over het wel/niet toevoegen van een persoon aan de "doelgroep" lijst. Het is dus niet de agent die ter plaatste beslist of iemand onder het veelpleger team valt, en moet afwegen of hij een bepaald middel wel of niet mag inzetten.
Op dit moment werken de veelpleger teams in Nederland, volgens mij, als onderdeel van de
Veiligheidshuizen. Volgens mij zijn er dus wel richtlijnen voor de agenten die ingezet worden als onderdeel van deze aanpak, maar zijn deze richtlijnen toegesneden op de individuele veelpleger.
Voor de inzet van Stealth SMS bestond sinds 2008 een interne richtlijn, waarbij een OvJ altijd toestemming moet geven. Wel bleek die richtlijn niet afdoende, of niet afdoende gevolgd te worden. Het hof van Den Bosch heeft in
een arrest aangegeven dat deze richtlijn niet voldoet, en er een duidelijkere wettelijke basis nodig is. Uit de beantwoording van
kamervragen (PDF) blijkt dat de Politie en OM die richtlijnen zouden gaan aanscherpen.
Of er wel of geen richtlijnen zijn voor de sociaal rechercheurs weet ik eerlijk gezegd niet. Maar ook hier is de inzet onderdeel van een onderzoek, niet een vrije surveillance waarbij men iets verdachts opmerkt. Overigens beoordeelde de HR dat dit wel degelijk een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer is geweest.
's Hofs oordeel dat er slechts een lichte inbreuk op de per-soonlijke levenssfeer van de verdachte is ge-maakt is onbegrijpelijk nu de observaties gedurende een periode van ongeveer acht maanden 125 maal vanaf de openbare weg hebben plaatsgevonden, waarbij tevens in de woning is gekeken en wel met het oog op de beantwoording van de vraag of de verdachte samenwoonde met de medeverdachte.
Daaruit kan je de conclusie trekken dat er dus sprake is van langdurige/stelselmatige observatie.
Zo terug lezend, zijn deze zaken misschien juist een goed voorbeeld van richtlijnen/regelgeving op andere gebieden, waar die bij de inzet van drones nog niet duidelijk zijn.
Voor de duidelijkheid: Natuurlijk beslissen agenten elke dag meerdere malen of zij rechtmatig gebruik maken/kunnen maken van een middel/bevoegdheid om op te treden. Daar zijn zij ook de professionals in, en daarbij moet praktische flexibiliteit mogelijk blijven. Maar dat is dan wel gebaseerd op richtlijnen die voorkomen dat er grote grijze gebieden ontstaan.