Het beleid van het Friestalig aan kunnen spreken van de overheid is geen provinciale Friese wetgeving, maar Europese wetgeving en deze staat weer boven de Nederlandse wetgeving.
Bron:
http://www.mercator-research.eu/nl/minderheidstalen/feiten-en-getallen/Europees Handvest voor Regionale Talen of Minderheidstalen
Het Europees Handvest voor Regionale Talen of Minderheidstalen is een internationaal verdrag ontwikkeld om enerzijds regionale talen en minderheidstalen als zijnde een bedreigd aspect van Europa’s cultureel erfgoed te beschermen en promoten, anderzijds om sprekers van een regionale taal of minderheidstaal in staat te stellen deze taal privé en in het openbaar te gebruiken. Het verdrag valt onder de supervisie van de Europese Commissie en is in gebruik genomen door vele Europese lidstaten.
Dus geen wetgeving, maar verdrag. Op Europese verdragen is uitzondering mogelijk door Landswetten. Er is geen wet die het spreken van een streekgebonden taal verplicht. Wel dat het gebruik ervan mogelijk moet zijn indien beide partijen het spreken, dit was in de oude wetgeving niet mogelijk. Alle officiële gesprekken moesten toen in Nederlands, nu mag dat ook in het Fries en/of welke andere taal die beide partijen spreken.
Overigens, nergens wordt gesproken dat je het niet mag spreken, echter ook niet dat iedereen de taal die jij spreekt ook moet begrijpen. Dat was destijds al 1 onderdeel waar meneer Weigel een opmerking over maakte.