Maar in hoeverre en wanneer is/kan een VKR transportbegeleider zijn (want daar hebben we het hier toch over). Want dan zou het weer wel mogen. #verwarrend allemaal
Die worden apart opgeleid en hebben ook andere instructie. Tevens zijn de voertuigen die TBG's gebruiken aan regels gebonden en daar valt een motor niet onder.
ff geleend van Dielangemotormuis uit een ander topic:
http://www.hulpverleningsforum.nl/index.php?topic=45510.20-De wagen heeft over een lengte van 2,50 meter een minimale daklijnhoogte van 1,75 meter.
-De kleur van de wagen is geel, RAL 1003, RAL 1004 of RAL 1023.
-De auto is voorzien van geel zwaai-, knipper- of flitslicht, zichtbaar vanaf een afstand van 25 meter rondom het voertuig, gemeten op 1,50 meter boven het wegdek. Aan de voorzijde van de wagen mag een secundaire set gele signaalverlichting zijn gemonteerd, op een hoogte tussen 0,40 meter en 1,20 meter boven het wegdek, met een zichthoek van maximaal 90 graden.
-Het begeleidingsvoertuig is voorzien van een verlicht transparant, zodanig gemonteerd dat deze aan de achterzijde goed zichtbaar is.
-De wagen is voorzien van volledige contourmarkering aan de zijkanten en de achterkant, conform ECE-104 klasse C, geďnstalleerd volgens de Regeling Permanente Eisen. De kleurstelling is wit of geel voor de zijkant en rood, wit of geel aan de achterkant.
-De markering aan de zijkant bestaat uit chevronpijlen die naar de voorzijde van het voertuig zijn gericht, afwisselend rood en geel gekleurd. De markering voldoet aan ECE-104 klasse E. De minimale lengte is 1,00 meter en de hoogte van de pijlen is minimaal 0,30 meter, de breedte van iedere pijl is 0,10 meter. De markering mag geen nadelige invloed hebben op de effectiviteit van de contourmarkering en de verplichte lichten en de oppervlakte mag in elk geval niet meer zijn dan 1/3 van de totale oppervlakte binnen de contourmarkering.
-De voorzijde van het voertuig is voorzien van een diagonale markering in rode en witte lijnen, die "naar boven wijzen" onder een hoek van 45 graden. De oppervlakte is minimaal 0,50 vierkante meter en de breedte van de lijnen is minimaal 0,10 meter en maximaal 0,12 meter. Het materiaal voldoet aan ECE-104 klasse E.
-De achterzijde is eveneens voorzien van een diagonale markering in rode en witte lijnen, die onder een hoek van 45 graden "omhoog wijzen". De markering moet binnen de contourmarkering aangebracht zijn en kent dezelfde afmetingen als de voorzijde.
-Een logo mag aan beide zijkanten van het voertuig zijn aangebracht met een maximale afmeting van 0,40 meter bij 0,20 meter. Het logo is niet retroreflecterend.
-De aanduiding 'CONVOI EXCEPTIONNEL' is op de voorzijde en achterzijde aangebracht met een maximale hoogte van 0,20 meter. De breedte is niet breder dan het voertuig zelf en de aanduiding is niet retroreflecterend. Een bepaald lettertype is niet voorgeschreven.