Je laatste zin, daar raak je de kern van de discussie denk ik. Velen grijpen het incident aan om maar eens te benadrukken dat je gewoon moet doen wat er van je gevraagd wordt en als er dan geschoten wordt omdat je niet luistert dat je het aan jezelf te danken hebt, zelfs "doe eens een vogeltje na" wordt er bij gehaald.
Dat is niet de bedoeling van je dienstwapen. De agent zou mag ik veronderstellen niet geschoten hebben omdat de jongen niet luisterde (geen vogeltje na wilde doen ofzo), maar omdat hij zich bedreigd voelde. (zie het schot gericht op het bovenlichaam). Er was dan ook een melding van een gewapende man die iemand met een vuurwapen bedreigd had.
Het kan zijn dat de jongen niet wist dat de melder doorgaf dat hij vuurwapen gevaarlijk was. Terwijl dat alle verschil van de wereld maakt.
Eigenlijk is het hele geval triest genoeg terug te leiden naar de uit de wind gehouden melder, die onterecht heeft gemeld dat de jongen een vuurwapen bezat. Dat is de oorzaak dat de agent schoot, zonder de verdenking van het in het bezit hebben van een vuurwapen, heb ik agenten nog zo hoog zitten dat ik er op vertrouw dat ze niet schieten op een ongewapende jongen, lauter alleen omdat ie niet luistert, ondanks de hier gedane uitlatingen.
Nog even ophalen wat de ambsinstructie hier over zegt:
Artikel 7
1. Het gebruik van een vuurwapen, niet zijnde een vuurwapen waarmee automatisch vuur of lange afstandsprecisievuur kan worden afgegeven, is slechts geoorloofd:
a. om een persoon aan te houden ten aanzien van wie redelijkerwijs mag worden aangenomen dat hij een voor onmiddellijk gebruik gereed zijnd vuurwapen bij zich heeft en dit tegen personen zal gebruiken;
b. om een persoon aan te houden die zich aan zijn aanhouding, voorgeleiding of andere rechtmatige vrijheidsbeneming tracht te onttrekken of heeft onttrokken, en die wordt verdacht van of is veroordeeld wegens het plegen van een misdrijf
1°. waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld, en
2°. dat een ernstige aantasting vormt van de lichamelijke integriteit of de persoonlijke levenssfeer, of
3°. dat door zijn gevolg bedreigend voor de samenleving is of kan zijn.
c. tot het beteugelen van oproerige bewegingen of andere ernstige wanordelijkheden, indien er sprake is van een opdracht van het bevoegd gezag en een optreden in gesloten verband onder leiding van een meerdere;
d. tot het beteugelen van militaire oproerige bewegingen, andere ernstige militaire wanordelijkheden of muiterij indien de militair van de Koninklijke marechaussee in opdracht van de minister van Defensie dan wel de officier van justitie te Arnhem belast met militaire zaken in gesloten verband onder leiding van een meerdere optreedt.
2. Het gebruik van het vuurwapen in de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onder a en b, is slechts geoorloofd tegen personen en vervoermiddelen waarin of waarop zich personen bevinden.
3. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onder a en b, wordt van het vuurwapen geen gebruik gemaakt, indien de identiteit van de aan te houden persoon bekend is en redelijkerwijs mag worden aangenomen dat het uitstel van de aanhouding geen onaanvaardbaar te achten gevaar voor de rechtsorde met zich brengt.
4. Onder het plegen van een misdrijf, bedoeld in het eerste lid, onder b, worden mede begrepen de poging en de deelnemingsvormen, bedoeld in de artikelen 47 en 48 van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 10a
1. De ambtenaar waarschuwt onmiddellijk voordat hij gericht met een vuurwapen, niet zijnde een vuurwapen waarmee lange afstandsprecisievuur kan worden afgegeven, zal schieten, met luide stem of op andere niet mis te verstane wijze dat geschoten zal worden, indien niet onverwijld het gegeven bevel wordt opgevolgd. Deze waarschuwing, die zo nodig vervangen kan worden door een waarschuwingsschot, blijft slechts achterwege, wanneer de omstandigheden de waarschuwing niet toelaten.
2. Een waarschuwingsschot moet op zodanige wijze worden gegeven, dat gevaar voor personen of zaken zoveel mogelijk wordt vermeden.