De vraag is als volgt: Heeft een coniotomie zin bij een persoon die zich verslikt heeft in een nootje welk vast is komen te zitten ter hoogte van de bifurcatie?
Groetjes en alvast bedankt, Björn
Volgens mij lukt het eigenlijk niet om het nootje vast te laten zitten bij de bifurcatie.
Als je de weg van het nootje afgaat : Keelholte, stembanden, trachea, bifurcatie en vervolgens via een van de hoofdbronchi naar de longen......
dan is de keel vrij breed, de stembanden smal, de trachea breder dan de stembanden, pas bij de bifurcatie weer kleiner.
Dus komt het nootje , als die klein genoeg is om langs de stembanden te komen, in/bij de rechter hoofdbronchus te zitten. Zoals Jaques dat prima uitlegt.
Volgens mij is de kans dat het in de rechter schiet inderdaad groter omdat die hoofdbronchus verticaler loopt als de linker.
Bij intubatie gaat de tube ook de rechtertak in als je die te diep plaatst
Dat wat de theoretische gedachten betreft. Moeten dus van de ambulancemedewerkers dan eens vernemen of zij in de praktijk dat inderdaad zo meemaken
:
Als jullie een so tegenkomen met een vreemd lichaam materiaal in de luchtwegen, dat klein genoeg is om langs de stembanden te komen. Zit die dan (tot nu toe) altijd in een van de hoofdbronchien ?? Of zijn jullie wel eens eentje tegengekomen die na de stembanden zat maar voor een van de hoofdbronchien
Groeten,
Siu Luen