Op verzoek zal ik proberen om een aantal zaken wat simpeler uit te leggen.
Ten eerste worden er geen tegenstrijdigheden gepost door medici en/of studenten. Het grote geheim zit in goed lezen. Er wordt gesproken over acidose en alkalose.
Acidose: verstoring van zuur-base evenwicht naar zure kant (lagere pH)
Alkalose: verstoring van zuur-base evenwicht naar basische kant. (hogere pH)
Te veel ademen kan op twee manieren. Sneller gaan ademen of dieper ademen. Gevolg is dat iemand meer CO2 zal gaan uitademen, waardoor pH stijgt (basischer)
Andersom als iemand niet ademt of te weinig ademt stijgt het CO2, waardoor de pH daalt (zuurder)
Samenvatting van de discussie: Bij iemand die gereanimeerd wordt is er sprake van een situatie waar de ademhaling onvoldoende is. CO2 stapelt zich op waardoor het slachtoffer zuurder gaat worden. Als de circulatie terug komt willen hulpverleners vaak dat verstoorde evenwicht herstellen door sneller te gaan beademen waardoor ze het slachtoffer het overschot aan CO2 willen laten afblazen. De bloedvaten kunnen zich verwijden (vasodilatatie) of vernauwen (vasoconstrictie). Hoog CO2 zorgt voor wijdere bloedvaten, iemand te veel CO2 laten afblazen zorgt er voor dat de bloedvaten gaan vernauwen. Juist na een reanimatie wil je dat met name het kwetsbare brein voldoende zuurstof krijgt, daarom moet men zorgen dat de vaatjes in de hersenen niet vernauwen.