0 gebruikers (en 1 gast bekijken dit topic.
Het verhaal is nog redelijk lastig uit te leggen, maar door het in stukjes te hakken moet het te doen zijn: John Sullivan (James Caviezel - Any Given Sunday, The Thin Red Line, Wyatt Earp) is in 1999 36 jaar oud en rechercheur in het hedendaagse New York. Hij vindt de ‘ham-radio’ (een kortegolfradio die vroeger vrij populair was, vergelijkbaar met het huidige 27-MC bakkie maar dan met een groter bereik) van zijn overleden vader en gaat ermee rommelen. Al snel krijgt hij een radio-enthousiast aan de lijn die niks blijkt te weten van afloop van de World Series (da’s honkbal, sportvrienden: Amerika is het enige land waar ze dat spelletje enigszins serieus nemen maar dat weerhoudt die Yanks er niet van om over Wereldspelen te spreken. Er deden ook geen buitenlandse teams mee) in 1969 omdat die wat hem betreft nog aan de gang zijn. De heren raken in gesprek en uiteindelijk blijkt dat John spreekt met Frank (Dennis Quaid): zijn eigen vader, een brandweerman die dertig jaar geleden bij een reddingsactie om het leven kwam. Als verklaring voor dit fenomeen noemt de film het Noorderlicht, maar eigenlijk doet dat er weinig toe. Voor mijn part was het een door elfjes betoverde radiobuis. Vanuit Franks oogpunt is dit verhaal aanvankelijk lastig te geloven: de man aan de andere kant van de verbinding beweert John te zijn, hoewel diezelfde John op dat moment zes jaar oud is en op bed ligt. Aan de andere kant weet de volwassen John wel precies hoe de wedstrijden van de World Series verlopen en heeft hij bovendien nog een tip voor de reddingsactie waar Frank de volgende dag aan deelneemt. Dankzij die tip blijft hij deze keer leven, maar elke wijziging in het verleden heeft gevolgen voor het heden en al snel wordt duidelijk dat dankzij de dood van Frank heel wat dingen veranderden, waaronder de carrièreplanning van een seriemoordenaar die het op verpleegsters heeft voorzien.