OM eist in hoger beroep werkstraf tegen politieagenthttp://www.om.nl/actueel/nieuwsberichten/@162332/eist-hoger-beroep-b/21 februari 2014 - Ressortsparket
De advocaat-generaal (OM) in Leeuwarden heeft vandaag in hoger beroep een werkstraf van 240 uur geëist tegen een 40-jarige politieagent. De man wordt ervan verdacht dat hij op 9 februari 2010 in Deventer twee keer heeft geschoten op twee inbrekers toen hij hen op heterdaad betrapte.
In de ochtend van 9 februari 2010 werden de twee mannen betrapt tijdens een inbraak bij de Kijkshop aan de Bisschopstraat in Deventer. De mannen waren de winkel binnengekomen door een gat dat ze in het onderste deel van de glazen deur hadden geslagen. Op het moment dat ze de winkel door het gat wilden verlaten, troffen zij de agent. Met het oog op de aanhouding van de inbrekers, gaf de politieman aan de inbrekers het bevel om stil te blijven staan. Omdat de inbrekers geen gevolg gaven aan dit bevel, ontstond er een situatie die door de politieman als bedreigend werd ervaren. Toen de inbrekers zich verder bewogen in zijn richting, gebruikte hij tweemaal zijn vuurwapen. De agent schoot in de richting van de inbrekers toen zij gebukt door het gat naar buiten kwamen. Eén slachtoffer is hierbij in zijn bovenbeen geraakt, de ander in zijn hoofd.
Kort na het incident heeft de Rijksrecherche een onderzoek ingesteld naar het vuurwapengebruik van de agent. Naar aanleiding van het Rijksrecherche-onderzoek is door de hoofdofficier van het arrondissementsparket Zwolle (thans arrondissementsparket Oost-Nederland) besloten om geen strafrechtelijke vervolging in te stellen. Dit omdat de agent zou hebben gehandeld uit (putatief) noodweer. Er is sprake van putatief noodweer als de verdachte meent dat hij wordt aangevallen, maar later blijkt dat hij zich in de feitelijke situatie heeft vergist. De inbrekers dienden een klacht in bij het Gerechtshof in Leeuwarden waarna dit hof besloot dat er een rechter naar de zaak moest kijken.
Het Openbaar Ministerie is nu van mening dat de oorspronkelijke reden voor de sepotbeslissing onjuist is en dat er geen sprake is van (putatief) noodweer. In de situatie waarin de agent heeft geschoten was er namelijk geen noodzakelijke verdediging geboden. ‘Nu de inbrekers geen vuurwapen hadden en de agent andere middelen tot zijn beschikking had om de inbrekers uit te schakelen, was er aldus geen noodzaak om zich op deze manier te verdedigen. Ook hebben de inbrekers zich niet zodanig gedragen dat de agent kon en mocht aannemen dat hij daadwerkelijk werd aangevallen', aldus de advocaat-generaal.
In de visie van het Openbaar Ministerie is de agent in deze concrete situatie daarom strafbaar voor het gebruik van zijn vuurwapen. ‘Het gaat hier voor beide inbrekers om een poging tot doodslag. Beide slachtoffers zaten op korte afstand van elkaar in een gebukte houding. Ook al had de agent de intentie om de mannen in de benen te schieten, het risico dat hij vitale delen zou raken was, in dit geval, zeer aanmerkelijk. Door onder die omstandigheden kogels op hen af te vuren heeft de verdachte welbewust de aanmerkelijke kans in het leven geroepen dat hij de mannen dodelijk zou treffen. Hieruit volgt dat de verdachte heeft gehandeld met het op levensberoving gerichte voorwaardelijk opzet', aldus de advocaat-generaal op zitting.
Bij de strafeis houdt het OM rekening met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder ze zijn gepleegd. ‘Voor de bewezen feiten is een straf op zijn plaats. Die feiten, tweemaal een poging tot doodslag, lenen zich niet voor een veroordeling zonder oplegging van straf in de zin van artikel 9a, wetboek van Strafrecht. De aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten rechtvaardigen wel de oplegging van de maximale werkstraf van 240 uur', aldus de advocaat-generaal.
De rechtbank veroordeelde de verdachte eerder tot een werkstraf van 180 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden. Zowel de verdachte als het OM stelden hoger beroep in tegen de uitspraak. Het hoger beroep van het OM richt zich tegen de opgelegde straf.
Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.
De strafzaak tegen beide inbrekers is nog niet onherroepelijk en loopt momenteel bij het gerechtshof in Arnhem.