Even de uitspraak doorgelezen en dit haal ik er uit:
De verdediging is primair op noodweer gaan zitten. Op grond van het onderzoek is gebleken (de inbrekers werden geraakt op het moment dat ze gebukt waren) dat er op dat moment geen sprake was van een onmiddellijke dreiging naar de collega toe. Ook had hij de mogelijkheid om nog te voorkomen dat er een noodweersituatie zou kunnen ontstaan. Hij had ruimte om naar achteren te stappen en andere middelen te gebruiken daarna.
Secundair was de verdediging dat er sprake was van putatief noodweer. De rechtbank verwijst naar de Garantenstellung en zegt dus dat van een politieman verwacht wordt dat hij in een dergelijke situatie, met zijn training en ervaring, ondanks de spanning een meer overwogen beslissing kan nemen.
Ook zegt de rechtbank nog dat de collega eigenlijk al helemaal zijn wapen niet had mogen trekken op grond van de ambtsinstructie.
Als ik me dan puur hierop baseer, de kale feiten, dan moet ik eerlijk bekennen dat ik meega in de uitspraak. En dan kijk ik er dus even van een afstand, puur zakelijk, naar. Had de collega zijn wapen mogen trekken op grond van de AI? Nee. Was er sprake van een noodweersituatie? Nee. Putatief noodweer? Net als noodweer exces blijft dat een moeilijke strafuitsluitingsgrond voor politiemensen, ook niet dus. Er zijn dus geen strafuitsluitingsgronden... Er wordt zelfs nog even verwezen naar een wettelijk voorschrift (politie moet boeven vangen en aanhouden) maar de rechtbank zegt hierover ook dat er andere minder zware middelen ter beschikking waren om dit te doen.
Het blijft gewoon een moeilijk vak, waarbij in een split-second beslissingen gemaakt moeten worden. Zou graag eens zien dat er gekeken wordt naar hoe de werkgever het nemen van deze beslissingen helpt nemen. Oftewel kan de werkgever, door meer en betere training te geven, ons helpen om in de toekomst beter dit soort beslissingen te nemen. Meer IBT en meer trainen in praktijkgerichte situaties dus. Gelukkig wordt (in ieder geval in Amsterdam) de IBT steeds meer omgebouwd van trainen voor een kunstje (de toetsen) naar praktijkgericht.
Maar het blijft een beslissing in een seconde, waar achteraf 3 jaar over nagedacht wordt...