Ok, dit neem ik van je aan, dank je voor de info. Ik ben zo geïnformeerd dat ik hoofdbehandelaar ben tot aan de overdracht van een arts, maar kennelijk is die term niet juist gebruikt.
Uitspraak Medisch tuchtcollege (2006/266):
De feiten: Verweerder, werkzaam als gemeentelijk schouwarts, was omstreeks 3.24 uur onderweg naar een bloedproefonderzoek. Verweerder reed op hetzelfde moment over de afrit en was getuige van het zware verkeersongeval dat de zoon van klagers overkwam. Verweerder is niet direct gestopt maar heeft vanuit zijn auto het alarmnummer 112 gebeld. Na de melding is hij, aan het einde van de bocht van de afrit aangekomen, alsnog gestopt. Vervolgens is hij verder gereden en heeft hij in het ziekenhuis L de bloedproef genomen.
Na de bloedproef weer thuis aangekomen, is aan verweerder het verzoek gedaan om een schouw te gaan doen die, naar hem duidelijk was, het slachtoffer van het door hem waargenomen verkeersongeval betrof.
De klacht: De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder in die bewuste nacht niet is gestopt om aan de zoon van klagers eerste hulp te verlenen.
Het verweer en overwegingen tuchtcollege: Verweerder heeft zijn gedrag na het ongeluk verklaard: hij was ooggetuige geweest van een zeer ernstig ongeval waarbij hij zelf bijna betrokken was geweest. Een schrikreactie en de emoties waren er de oorzaak van dat hij niet direct de auto heeft stilgezet.
Verweerder voert aan dat hij echter ook geen hulp had kúnnen bieden zonder aanzienlijk gevaar voor zijn eigen - en mogelijk ook andermans - veiligheid. Immers, toen hij alsnog besloot om te stoppen, had hij over enkele honderden meters moeten teruglopen (achteruitrijden met de auto was onverantwoord), had hij de weg moeten oversteken, het was donker, het wegdek was glad en bovendien hing ter plekke mist. Daarbij kwam dat verweerder als arts geen enkele ervaring met het verlenen van hulp bij een trauma had.
Het College stelt het volgende, na de eerste schrik had verweerder dienen op te brengen zijn taak om een bloedproef te nemen verre ondergeschikt te maken aan zijn plicht om waar nodig hulp te bieden. Deze plicht rust op iedere burger. Ingevolge voormelde gedragsregels rust deze plicht ook op de arts, bij overtreding waarvan hij zich als arts heeft te verantwoorden. Het argument dat verweerder het zijne had gedaan, het alarmnummer te bellen, dat hij ongetwijfeld niets meer voor het slachtoffer kon doen al was het maar omdat hij geen ervaring als trauma-arts heeft, wordt verworpen.
Dat een trauma-arts mogelijk adequater of doeltreffender zou kunnen handelen, doet daar niet aan af.
Verweerder heeft gehandeld in strijd met de zorg die hij ingevolge art. 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg had behoren te betrachten. De oplegging van na te melden maatregel is daarvoor passend.
Om redenen, aan het algemeen belang ontleend, zal de beslissing zodra zij onherroepelijk is op na te melden wijze worden bekendgemaakt.
Het is namelijk van algemeen belang dat de op de arts rustende verplichting om in noodsituaties (eerste) hulp te verlenen een kernverplichting is van algemene aard waaraan ook onder bezwarende omstandigheden voldaan dient te worden.De beslissing: Het Regionaal Tuchtcollege waarschuwt verweerder.