MIN SZW: Brand Koningkerk Haarlem
ANP
Gezien op
www.regioscannerzeeland.nlHAARLEM - De brandweermensen die betrokken waren bij het blussen van de brand in de Koningkerk in Haarlem, waren niet voldoende geïnstrueerd voor de risico's die het brandweerwerk met zich meebrengt. Daardoor konden ze niet goed omgaan met het overduidelijke instortingsgevaar van de kerkmuur. Bij de leidinggevenden was er geen actieve houding om medewerkers aan te sturen en te corrigeren op de uitvoering van werkzaamheden en onveilig gedrag. De gemeentelijke brandweer heeft haar brandweerlieden niet voldoende opgeleid en getraind in de veiligheidsrisico's bij brandbestrijding, het management van de brandweer heeft daar onvoldoende verandering in aangebracht en het eindverantwoordelijke gemeentebestuur heeft onvoldoende gecontroleerd.
Dit schrijft de Inspectie voor Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) in haar onderzoek Brand in de Koningkerk te Haarlem, onderzoek naar het brandweeroptreden. Op 23 maart 2003 kwamen drie brandweerlieden van de Haarlemse brandweer om tijdens de bestrijding van de brand. De IOOV heeft het tragische ongeval in Haarlem onderzocht. Het onderzoeksrapport bevat een reconstructie van de feiten, een analyse en conclusies. Naast de IOOV heeft ook de Arbeidsinspectie onderzoek gedaan. Zij heeft de gemeente een boete aangezegd omdat die had moeten voorkomen dat werknemers zich vlakbij de kerkmuren konden bevinden.
Op 23 maart breekt in de jeugdzaal in de Haarlemse Koningkerk brand uit. De uitgerukte brandweer is enige tijd bezig met het zoeken naar mogelijke slachtoffers en het bestrijden van de brand in de kerk. Als een van de brandweerteams constateert dat ook buiten de jeugdzaal brokstukken naar beneden komen, is de kerk niet meer te redden en is het bestrijden van de brand van binnenuit gevaarlijk. Toch duurt het nog lang voordat de teams uit de kerk zijn teruggetrokken.
Hoewel dit het moment is om alle brandweermensen uit de 'valschaduw'; van de kerk (het gebied waar muren van de kerk na instorten of omvallen terecht kunnen komen) te halen, blijven brandweerlieden nog lange tijd dicht bij de kerk aan het werk. Op een gegeven moment wordt
besloten, rekening houdend met de valschaduw van de muren, dat niemand meer door de aan de kerk grenzende Joh. de Breukstraat mag lopen. Dat wordt echter niet voldoende duidelijk doorgegeven. Omdat aan beide zijden brandweerteams aan het werk zijn, blijven brandweermensen - soms willens en wetens de risico's - door de Joh. De Breukstraat lopen. Wanneer de oostmuur van de kerk om 12 over 10 naar buiten valt komt hij in de in de Joh. de Breukstraat terecht. Daar bevinden zich op dat moment drie brandweermensen; zij komen om het leven.
De inspectie noemt het - gezien de activiteiten die in de directe omgeving van de kerk (blijven) plaatsvinden - louter toeval dat de (oost)muur gevallen is op het moment dat de omgekomen drie brandweermannen zich in de Joh. de Breukstraat bevonden. Als de muur op een ander moment was omgevallen, of als één van de andere buitenmuren van de kerk was gevallen, waren er naar alle waarschijnlijkheid andere brandweermensen omgekomen.
Hoewel het ongeval in Haarlem plaatsvond, had het - mutatis mutandis - echter ook in een andere plaats
kunnen gebeuren. Voor Haarlem geldt dat orde op zaken dient te worden gesteld bij de brandweerorganisatie, waarbij de volgende elementen belangrijk zijn:
25)- Investeren in het herstel van vertrouwen tussen de uitrukdienst en het management van de brandweer;
27)- Verbeteren van de preparatie (oefening en bijscholing) van de uitrukdienst;
28)- Integreren van de beroeps- en de vrijwillige brandweermensen;
29)- Ruime aandacht voor de operationele voorbereiding van de bevelvoerenden bij de brandweer;
31)- Aandacht voor de betrokkenheid van de verantwoordelijke bestuurslaag (burgemeester,B&W, gemeenteraad).
Afgelopen tien jaar zijn bij acht branden 23 brandweermensen omgekomen. Al deze branden zijn onderzocht. De IOOV zal moeten bezien of uit de bevindingen van deze onderzoeken voldoende lering is getrokken. Hiertoe is inmiddels een onderzoek 'Veiligheidsbewustzijn bij de brandweer' gestart.
Het onderzoek van de Arbeidsinspectie richtte zich op het verband tussen de oorzaak van het ongeval en mogelijke overtreding van de Arbowet. Volgens de dienst had de brandweer moeten weten dat muren van gebouwen met een constructie als de Koningkerk bij brand naar buiten kunnen vallen. Een volgende stap is dat de Arbeidsinspectie controleert hoe het inmiddels staat met de arbeidsomstandigheden bij de Haarlemse brandweer. Het gaat daarbij om zaken als organisatie, opleiding, instructie, oefeningen en communicatie.