‘De gevaarzetting is groter tijdens de jaarwisseling’ http://www.rechtspraak.nl/Actualiteiten/Op-de-rol/Pages/De-gevaarzetting-is-groter-tijdens-de-jaarwisseling.aspxWaar:
Politierechter UtrechtDe zaak:
Drie mannen hebben zich misdragen tijdens de jaarwisseling en politieagenten belaagd en bedreigd. Uitspraak:
Alle drie schuldig.Als buurtbewoners op oudejaarsavond allerlei spullen op de hoek van de J.S. de Rijkstraat en de Van der Marckstraat in de Utrechtse wijk Zuilen bij elkaar gooien, dan weet iedereen wat er staat te gebeuren. Daar gaat de fik in en verder moet je maar afwachten. Sommigen, al dan niet beneveld, wachten niet af en roepen de ellende over de buurt af. Rond half een 's nachts brandt de kruising en rukt de brandweer uit. Hét moment om een veldslag te ontketenen, want stel je toch eens voor: de brandweer die een brand blust. En dus smijten de relschoppers met glas en vuurwerk. De politie moet eraan te pas komen om de brandweer zijn werk te kunnen laten doen. Er volgen aanhoudingen, de ME wordt op linie gezet en een aanhoudingseenheid gaat op zoek naar de onruststokers.
VerschijnenEn daar lopen ze tegen de drie mannen op die vandaag (3 januari) op de eerste supersnelrechtzitting in Utrecht voor de politierechter moeten verschijnen. Zit er doorgaans geen mens op de publieke tribune, vandaag is het afgeladen vol in de zittingszaal van politierechter Pieter van Riemsdijk. Tussen het publiek en de drie verdachten met hun advocaten, zijn acht politieagenten geposteerd. Oordopjes in. De drie mannen hebben het er volgens het Openbaar Ministerie ook naar gemaakt. Ze hebben politieagenten bedreigd, uitgescholden, bestookt en geslagen.
RijtjePolitierechter Van Riemsdijk gaat het rijtje af. “Laten we eens kijken wat u wordt verweten.” Links voor hem zit de 19-jarige N.G uit Utrecht. Hij zou vuurwerk naar politieagenten hebben gegooid. “Heel zwaar vuurwerk, zegt de politie. Was het zwaar vuurwerk en hebt u naar de politie gegooid?”, wil de rechter weten. N.G is een jongen van weinig woorden, maar nee, het was geen zwaar vuurwerk en hij heeft de rotjes ook niet met opzet naar de politie gegooid.
RelaasDe 29-jarige A. van D. uit Utrecht heeft het volgens de politie helemaal bont gemaakt. De politierechter heeft ook wat meer tijd nodig om diens relaas te schetsen. Het komt erop neer dat hij een agent een kaakslaag zou hebben gegeven en bij zijn aanhouding agenten heeft bedreigd en beledigd. Mannelijke agenten kregen te horen dat ze de hartkanker konden krijgen, een vrouwelijke agent was een ‘kankerhoer’. Hij zou haar ‘helemaal de tering schoppen’ en haar verminken. Niets van waar, aldus A. van D. En nee, hij was ook niet dronken (‘slechts twee glazen wodka’) en ook niet onder de drugs (‘ik gebruik al negen maanden niet meer’). “Ik heb de agenten nog een gelukkig nieuwjaar gewenst en heb ruimte voor ze gemaakt. Toen mijn neefje werd opgepakt, ben ik mij ermee gaan bemoeien. Ik werd meteen op de grond geduwd en naar een politieauto gesleurd. Daar werd ik vervolgens in een nekklem genomen. Ik heb niemand mishandeld, de politie heeft mij mishandeld. Op het politiebureau moest ik mij uitkleden en zijn zes agenten op mij gaan zitten.”
Dom“Het is erg dom om een agent te slaan”, zegt A. van D. “Dat heb ik dus ook niet gedaan. Ik heb daarom op het politiebureau geen enkele verklaring ondertekend.” Maar er staan wel kruisjes. “Zijn die van u?”, wil de politierechter weten. “Ik heb niets getekend, want ze rotzooien toch met je naam.” “Maar zijn die kruisjes van u”, houdt politierechter Van Riemsdijk aan. “U kunt toch schrijven”? Ja, dat kan A. van D. en ja, die kruisjes zijn van hem. Volgens de politie heeft A. van D. geschopt en geslagen en geschreeuwd, en ja, geeft de politie toe, toen A. van D. de politieagent een kaakslag gaf, sloeg de agent terug en kreeg hij in de politieauto een knietje in zijn dijbeen. “U bent hard aangepakt, dat kan ik zien”, antwoordt de politierechter. Zijn advocate wil de foto wel even zien. “En eigenlijk hoopte ik dat de verwondingen er vandaag nog net zo vreselijk uitzagen als een paar dagen geleden”, zegt ze.
PijnDe derde verdachte, de 20-jarige I.H uit Bilthoven, zou een agent van een aanhoudingsteam tijdens de schermutselingen in de J.S. de Rijkstraat hebben vastgegrepen en pijn hebben gedaan. “Ik begrijp dat er in het Marokkaans werd gesist dat er insecten tussen jullie liepen. Met insecten wordt de politie bedoeld. U schold ze uit. U zou een agent hebben vastgepakt, maar wat mij opvalt, is dat als er een man met een baard bij u komt, u onmiddellijk stopt en meegaat met de politie. Op het politiebureau zegt u ook dat ‘dit nooit had mogen gebeuren.’ I.H: “Ja, dat heb ik gezegd. Maar ik heb ook gezegd dat ik niemand heb vastgegrepen; ik heb alleen een duwtje gegeven.” De rechter: “Duwtje of vastgrijpen, u had gewoon uw handen thuis moeten hadden. U moet zich er niet mee bemoeien. Wist u dat de confrontatie zocht met een politieagent?” Nee, dat wist I.H pas later.
BedreigdVolgens officier van justitie Susanne Terporten illustreren deze drie gevallen de noodzaak van extra harde straffen voor misdragingen tegen mensen met een publieke functie. “De brandweer kon zijn werk niet doen, de politie deed er alles aan om de situatie te de-escaleren, maar werd bedreigd, beledigd en aangevallen.” En zo komt ze op de strafeis, die, zoals luid en duidelijk geafficheerd, veel hoger uitvalt dan normaal. Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie zei niet voor niets, toen hij reageerde op het toegenomen geweld tegen agenten tijdens de afgelopen jaarwisseling, “Je blijft met je poten van onze politieagenten en hulpverleners af.” Een hoge strafeis die volgens Terporten ook nadrukkelijk wordt ondersteund door het gerechtshof in Den Haag, dat begin vorig jaar in hoger beroep in drie zaken oordeelde dat geweld tijdens de jaarwisseling zwaarder kan worden bestraft als dat geweld rechtstreeks verband houdt met de jaarwisseling.
StraatverbodOfficier van justitie Terporten eist voor de 19-jarige N.G zes maanden gevangenisstraf, waarvan twee maanden voorwaardelijk, en een straatverbod tijdens de komende oud en nieuw-viering wegens een poging tot zware mishandeling en subsidiair bedreiging. De 29-jarige A. van D. wordt poging voor zware mishandeling, belediging en bedreiging ten laste gelegd, waarvoor Terporten vijf maanden cel eist, waarvan één voorwaardelijk en een straatverbod voor de komende jaarwisseling. De 20-jarige I.H ten slotte wordt mishandeling ten laste gelegd en zou daarvoor bestraft moeten worden met een taakstraf van 90 uur.
RolPolitierechter Van Riemsdijk wil weten hoe de persoonlijke levensomstandigheden zijn. Die spelen immers ook een rol bij het vellen van een oordeel. N.G, die eerder is veroordeeld voor een gewapende diefstal, wil de familiezaak in (ze handelen in scooters) en wil daarom voertuigtechiek gaan studeren. Hij woont nog thuis. De 29-jarige A. van D woont overal en nergens en houdt zich vooral bezig met de verzorging van zijn vader. “Hij heeft een moeilijk karakter. Ik ben de enige van wie hij zorg accepteert”. Hij krijgt hiervoor een persoonsgebonden budget. Of hij al met zijn vader contact heeft gehad? Nee, dat niet, want vanuit de cel mag hij niet bellen. I.H woont nog thuis en volgt een kappersopleiding. Hij heeft geen strafblad.
WonderDe advocaat van N.G hekelt de typering ‘zware mishandeling’ in de strafeis van de officier van justitie. “Hoezo? Hij heeft rotjes afgestoken en ze misschien richting de politie gegooid. Dat is heel vervelend, maar is dat een poging tot zware mishandeling? Natuurlijk niet. De agenten zouden ambtshalve weten dat het om zwaar vuurwerk ging. Ze beschikken echt over bovenmenselijke kwaliteiten. Ik ben er zo langzamerhand aan gewend geraakt dat rechters daarin geloven. De officier heeft gezegd dat er geen onderzoek is gedaan naar het vuurwerk. We weten dus niets. Zijn er stoeptegels gebarsten? Had iemand kapotte oren? De officier van justitie zegt dat het een wonder is dat er niemand gewond is geraakt. Maar u moet niet geloven in wonderen rechter. Er is niemand gewond geraakt omdat mijn cliënt geen zwaar vuurwerk heeft afgestoken.” En dus moet zijn cliënt worden vrijgesproken van zware mishandeling, vindt hij. Een voorwaardelijke straf of een taakstraf zouden proportioneel zijn.
MoederzielVan D. en I.H delen een advocate, die weinig kan doen tegen de talloze verklaringen die agenten hebben afgelegd over het (wan)gedrag van A. van D. “Hij lijkt moederziel alleen te staan.” Ze wijst wel op diens goede werk voor zijn zieke vader. “Dan krijg je toch een ander beeld en niet dat van een man die erop los ramt. Mijn cliënt is geen gewelddadig persoon. En ik zou de rechter er ook op willen wijzen dat hij flink is toegetakeld door de politie. De linkerkant van zijn gezicht was onherkenbaar. Waarom zou u hem vier maanden in de bak moeten gooien? Hij is een mantelzorger en is nodig binnen het gezin.” Ze vindt een voorwaardelijke straf, eventueel een taakstraf, redelijk.
OudersEn tja, I.H uit Bilthoven. “Wat doet deze jongeman hier”, vraag zijn advocate zich af. “Hij gaat naar school, viert oud en nieuw bij zijn ouders. Hij had geen idee dat hij een agent duwde. Het was niet meer dan dat. Zou hij zo sterk zijn om een agent met die duw pijn te doen? Het had niet mogen gebeuren, zei hij zelf.” Nee, I.H hoort niet thuis in de gevangenis, vindt ze. Een taakstraf moet voldoende zijn.
OordeelPolitierechter Pieter van Riemsdijk neemt 45 minuten de tijd om tot een oordeel te komen. Dat de officier van justitie extra hoge strafeisen heeft geformuleerd, kan hij begrijpen. “De gevaarzetting is tijdens de jaarwisseling groter. Rechters in Nederland zijn niet ongevoelig voor het feit dat geweld tegen politieagenten hand over hand toeneemt’’, aldus de politierechter. Justitie zou daar extra hard op reageren, 'en een gewaarschuwd mens telt voor twee'. Maar de Nederlandse rechter is ook onafhankelijk, benadrukt Van Riemsdijk. “Ik bepaal welke straf wordt opgelegd. Ik houd daarbij rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder ze zijn begaan en de persoon van de verdachte.’’
VuurwerkEn dus vonnist hij als volgt: N.G krijgt vier weken gevangenisstraf, waarvan twee weken voorwaardelijk. De poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel is niet vastgesteld omdat niet bekend is met welk vuurwerk hij gooide. Ook komt hij onder toezicht van de reclassering en krijgt hij een straatverbod tijdens de komende jaarwisseling. De veertig uur eerder opgelegde voorwaardelijke werkstraf moet hij alsnog uitvoeren. A. van D. heeft gedaan wat de officier van justitie te berde bracht, maar de strafeis is te fors. Hij krijgt drie maanden gevangenisstraf, waarvan één maand voorwaardelijk. Ook moet hij de vrouwelijke agent een schadevergoeding van 125 euro betalen. I.H heeft zich schuldig gemaakt aan een ‘kleine mishandeling’, aldus politierechter Van Riemsdijk. Hij betuigde spijt en heeft geen strafblad. Daarom een taakstraf van zestig uur, waarvan twintig uur voorwaardelijk. Hij moet de komende jaarwisseling thuis doorbrengen.
Het OM gaat niet in beroep. Een woordvoerder zegt: “Al met al heeft de rechter zwaarder gestraft dan gebruikelijk zou zijn. De rechter heeft zijn vonnissen goed gemotiveerd en een duidelijk signaal gegeven dat geweld tijdens de jaarwisseling zwaarder wordt bestraft”