De bewapening waarover een BOA kan beschikken (indien deze hem rechtens is toegekend) is afhankelijk van het domein waarin de BOA is aangesteld.
In de circulaire staat welke bewapening in welk domein mogelijk is. Afhankelijk van diverse factoren zal bepaalde bewapening wel of niet worden toegekend.
Hieronder kort een overzichtje van de domeinen met de bewapening die kan worden toegekend. Dit betekend dus niet dat een BOA die in een bepaald domein werkt ook standaard over deze bewapening beschikt.
Domein 1 Openbare Ruimte: Handboeien, wapenstok en pepperspray
Domein 2 Milieu, welzijn en infrastructuur: Handboeien, wapenstok, pepperspray, surveillancehond en vuurwapen
Domein 3 Onderwijs: Handboeien
Domein 4 Openbaar vervoer: Handboeien en wapenstok
Domein 5 Werk, zorg en inkomen: Handboeien
Domein 6 Generieke opsporing: Handboeien, wapenstok, pepperspray, surveillancehond en vuurwapen
Indien aan een BOA een van bovenstaande geweldsmiddelen is toegekend beschikt de BOA ook over de politiebevoegdheden genoemd in Artikel 7, eerste lid en Artikel 7, derde lid van de Politiewet (Voorheen Artikel 8.1 en 8.3).
Om terug te komen op de topicstarter en te herhalen wat Patrick al zei. Het maakt niet uit voor welke organisatie een BOA werkt, maar het domein is uiteindelijk bepalend voor de mogelijkheid hoever een BOA bewapend wordt. Een gemeentelijke handhavingsdienst kan dus BOA's in dienst hebben die werkzaam zijn binnen domein 2 en omdat dit voor hun functie noodzakelijk is, zijn uitgerust met pepperspray en vuurwapen.