Sterftecijfers ziekenhuizen over 2010 bekend
Sterftecijfers ongeldig omdat ziekenhuisinformatie rammeltDe nieuwe, gestandaardiseerde, sterftecijfers in Nederlandse ziekenhuizen zeggen niets over de werkelijke sterfte omdat de gegevens waarop de cijfers zijn gebaseerd, onbetrouwbaar zijn. Dat bleek gisteren tijdens de bekendmaking van deze HSMR-cijfers door de verenigingen van ziekenhuizen en academische ziekenhuizen: NVZ en NFU.
Geen kwaliteitsinformatie
Sprekers Cor Kalkman en Wim van Harten benadrukten meerdere malen dat de gepresenteerde cijfers uit 2010 alleen iets zeggen over de wijze van registreren door ziekenhuizen en een ‘indicator’ zijn voor interne analyses. De overall sterftecijfers zijn geen maat voor de kwaliteit van zorg en vormen ook geen indicatie voor vermijdbare sterfte. De reden waarom NVZ en NFU nu onbetrouwbare cijfers presenteren waar het publiek en andere externe partijen niets aan hebben, is omdat zij dat nu eenmaal hebben beloofd aan VWS en de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
Slechte basisinformatie
Kalkman, anesthesioloog in het UMC Utrecht, noemt het schokkend dat een derde van de ziekenhuizen zulke slechte data aanleverde dat het CBS er niet eens een cijfer uit kon berekenen. Bijvoorbeeld omdat er veel te veel vage diagnoses zijn genoteerd en de gegevens niet uniform zijn. In deze groep zitten opvallend veel grote ziekenhuizen. Een oorzaak hiervan is dat de Landelijke Medische Registratie, de centrale databank die als basis is gebruikt voor de sterftecijfers, aan alle kanten rammelt. De LMR is nooit opgezet met het doel hieruit HSMR's te destilleren en sommige ziekenhuizen zijn al jaren geleden gestopt met het aanleveren van gegevens. Opnieuw beginnen, kost een ziekenhuis al gauw zes nieuwe medewerkers. Bovendien is het aanleveren van deze gegevens niet wettelijk verplicht. Van Harten hoopt dat de gepresenteerde cijfers ziekenhuizen stimuleren om er weer mee te beginnen. Kalkman vindt dat het aanleveren van data om onderling vergelijkbare sterftecijfers te kunnen berekenen, zo snel mogelijk verplicht moet worden gesteld: “Een raad van bestuur kan er druk achter zetten en de medisch specialisten aanzetten tot het leveren van juiste informatie, zoals een goede ontslagbrief.” Kalkman denkt dat medisch specialisten er zelf ook uiteindelijk bij zijn gebaat om transparant te zijn. Een eerlijke vergelijking is uiteindelijk wat iedereen wil, vermoedt hij. Om daaraan direct toe te voegen: “Maar ik ben een rasoptimist..”
Goede hoop
Het is de bedoeling dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg nu met ziekenhuizen gaat praten die hoog scoren op het gestandaardiseerde sterftecijfer. Maar de gegevens zijn zo onbetrouwbaar dat een hoog sterftecijfer waarschijnlijk meer zegt over de kwaliteit van de aangeleverde data dan over de werkelijke sterfte in dat ziekenhuis. Van Harten en Kalkman willen niet direct zeggen dat zij hun tijd beter hadden kunnen besteden dan aan deze HSMR-cijfers, maar zegt Van Harten: “Het voelt wel een beetje zo.” Toch is er op dit moment geen beter alternatief, en daarom gaan de ziekenhuizen door met de HSMR in de hoop dat de registratie verbetert. Tot dan, moeten patiënten en anderen die iets over de kwaliteit van een ziekenhuis willen weten, zich ook tot andere bronnen wenden. Kalkman: “Ik zou nooit mijn keuze laten bepalen door de HSMR. Je moet het zien in vergelijking met een hoge score op de ranglijsten van bijvoorbeeld het AD en Elsevier. En de druk van ‘peer pressure’, de beoordeling door collega-specialisten, dat zegt ook veel.”
http://www.zorgvisie.nl/Kwaliteit/12940/Sterftecijfers-ongeldig-omdat-ziekenhuisinformatie-rammelt.htm