Blog: belevenissen van een agent - Politie.nl

Auteur Topic: Blog: belevenissen van een agent - Politie.nl  (gelezen 185949 keer)

0 gebruikers (en 2 gasten bekijken dit topic.

Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #140 Gepost op: 11 december 2014, 15:03:41
Soms loopt het anders....

door Piet Kats

maandag 8 december 2014

Het is begin januari als ik weer aan de beurt ben om een dag Integrale BeroepsvaardigheidsTraining, afgekort IBT, op de Boezembocht te gaan volgen.
Ik heb wel een handicap, want sinds een paar weken heb ik een fikse peesontsteking aan mijn rechterarm. Omdat het clusteren, zoals het ook wel genoemd wordt, eigenlijk niet zomaar afgezegd kan worden besluit ik het gewoon te volgen en wel te zien hoe ver ik kom. Het beste is om mijn arm zoveel mogelijk te ontzien.


Ik moet zeggen dat alle oefeningen, inclusief het schieten, heel goed gaan en mijn arm niet hevig protesteert. Ik heb van tevoren mijn handicap vermeld, dus er wordt wel rekening met mij gehouden door de collega´s.
Met een tevreden gevoel loop ik om 15:00 uur al weer naar de parkeerplaats, aan de achterzijde op het industrieterrein, toe. We zijn lekker op tijd klaar en ik heb gelukkig mijn arm niet overmatig belast.

Ik steek, in uniform gekleed, de weg over aan de achterzijde van de Boezembocht met mijn sporttas in mijn handen als een oude man, van rond de 75 jaar oud, met een angstige blik en bezweet hoofd aan mij vraagt: “Mag ik u iets vragen?”
Eigenlijk een beetje verwonderd, maar aan de andere kant bezorgd om zijn gezichtsuitdrukking, antwoord ik hem: “Natuurlijk mag u wat vragen!”

Hij wijst naar een geparkeerde auto en vertelt dat zijn vrouw niet goed geworden is in de auto en of ik kan helpen. De auto staat aan de doorgaande weg geparkeerd. Ik zie echter in de auto, waar de man naar wijst, helemaal niemand zitten. Ik loop naar de auto toe en zie dan pas op de bijrijderstoel een vrouw zitten. Haar hoofd hangt achterover tussen de stoel en de deurstijl. Ze is lijkbleek en haar mond hangt half open. Razendsnel kom ik in actie, trek het portier open en til de vrouw uit de auto. Ik sleep haar naar de achterzijde van de auto en leg haar op de weg neer. Ik controleer haar hartslag en haar ademhaling, maar die heeft ze beiden niet.

Ik start de reanimatie en kijk tegelijkertijd om mij heen of er iemand in mijn buurt is die mij kan helpen. Gelukkig, er komt een fietser aan. Ik roep naar de man of hij wil helpen. Het gekke is dat hij mij aankijkt, blijft aankijken, om vervolgens voorbij te fietsen. Kennelijk ziet het eruit of ik hem voor de gek houd. Dan komt gelukkig een collega, Monique, aanlopen. Ze vertelt mij dat ze me niet kan helpen met reanimeren vanwege een flinke blessure. Ik vraag haar om dan de oude man op te vangen die verslagen rondloopt. Dan komt collega Paul (de collega uit mijn blog “Even een appelflap halen”) aanlopen. Hij kijkt mij met een verbaasde blik aan als hij mij bezig ziet met de reanimatie. Het is net of hij zich afvraagt waar ik nou weer mee bezig ben. Ik vraag aan Paul of hij onmiddellijk de meldkamer wil bellen om een ambulance en mij wil assisteren met reanimeren.

Dan gaat het snel. De ambulance en ook de collega’s van de noodhulp komen ter plaatse. Ze nemen het van mij en Paul over en dan pas voel ik mijn arm. Hij is zowat lam en doet hevig pijn. Daar ging mijn voornemen om mijn arm te ontlasten, maar dit was niet te vermijden. Tijdens de reanimatie heb ik helemaal niets gevoeld, maar nu weet ik weer dat ik een peesontsteking heb.
Ik heb wel medelijden met de oude man, omdat hij eigenlijk zo respectvol aan mij vroeg hem te komen helpen. Ik hoop niet dat het mij ooit een keer overkomt, maar als ik zoiets zou meemaken dan zou de gehele omgeving weten dat er iemand onwel is geworden in mijn auto.
Het bleek dat de oude man al zeker tien minuten, met zijn in elkaar gezakte vrouw naast zich, had rondgereden en toen bedacht dat er in de buurt van het politiebureau Boezembocht wel eens een agent kon lopen die hij zou kunnen aanspreken.

Helaas konden de collega’s van de ambulancedienst, ondanks verwoede pogingen, niets meer voor de vrouw doen.
Ik bedank Monique en Paul voor hun hulp en stap in mijn auto. Tijdens de rit naar huis lukt het me haast niet om normaal te schakelen. Ik heb twee weken lang geweten dat ik gereanimeerd heb. Ik heb het uiteraard voor dit goede doel over gehad, alleen jammer dat het zo triest is afgelopen met de vrouw.

Een politiedag is onvoorspelbaar, zelfs als je IBT hebt met goede voornemens. Soms loopt het anders.

Kijk even op de website www.hartslagnu.nl voor nuttige informatie

Blog geplaatst met toestemming van rechthebbende



zie ook:

http://www.hulpverleningsforum.nl/index.php?topic=68081.0

Samen sterk in de hulpverlening!


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #141 Gepost op: 18 december 2014, 14:26:51
Blog: Op de brommer...naar Parijs!


Datum publicatie: 18-12-2014 Geschreven door: Arthur van der Vlies

Er doemen vanuit het niets ineens twee lampjes op. Tijdens een wat druilerige nachtdienst rijd ik met mijn collega op de snelweg. We hebben al een poos binnen de bebouwde kom gesurveilleerd en zijn net de snelweg opgereden om te kijken of daar nog iets bijzonders is.
We moeten heel goed kijken wat er nu precies voor ons rijdt. Is het een oude auto met hele slechte verlichting of iets anders? Als we dichterbij komen, lijkt het of er twee motorrijders naast elkaar rijden. Nog dichterbij gekomen blijken het echter geen motoren te zijn, maar bromfietsen. Ze zijn duidelijk herkenbaar aan het verzekeringsplaatje achterop.

De brommers zijn zwaar bepakt met allerlei tassen. De bestuurders lijken goed en warm ingepakt. Over het stuur gebogen proberen ze een beetje snelheid te maken en te behouden. Maar wat doe je met je brommer in vredesnaam op een snelweg midden in de nacht? Dat is niet alleen verboden, maar ook levensgevaarlijk! Voor de veiligheid blijven we achter ze rijden en geven we het tweetal een stopteken. Het duurt even voor ze het door hebben, maar dan gaan ze al slingerend naar de vluchtstrook.

De twee blijken een vader en zoon te zijn, die samen op pad zijn op hun gerestaureerde brommers. Ze zijn samen helemaal naar Parijs gereden en zijn nu op weg Bennekom, naar huis. Mijn collega en ik kijken elkaar verbaasd aan. Op een brommer naar Parijs!

Ze zijn helemaal verkleumd en staan te rillen van de kou. Nat geregend en te lang op de bromfiets gezeten, begrijp ik na een kort gesprek. We bieden ze een kop koffie aan op het bureau. Daar kunnen ze zich ook even opwarmen. We rijden voor hen uit de snelweg af en begeleiden ze zo naar het politiebureau.

Aangekomen op het bureau laten we het tweetal binnen plaatsnemen in de ruimte voor het publiek. We geven ze een bak koffie en stellen onze belangrijkste vraag: ‘Waarom helemaal op de brommer naar Parijs en terug?’

De vader en de zoon beginnen vol passie te vertellen. Ze leggen uit hoe ze allebei een bromfiets restaureerden en zo graag een keer naar Eurodisney in Parijs wilden. Toen de bromfietsen klaar waren, kwamen ze op het idee om dit combineren. Op de bromfietsen naar Eurodisney! Een dag heen, een dag in het attractiepark en dan een dag weer terugrijden. De heenweg verliep zonder problemen. De terugreis ging echter minder goed dan gepland. De dag vorderde en de duisternis viel in. Op een gegeven moment wisten ze niet meer precies waar ze waren en de onderlinge ergernissen liepen op. Als ze in België, iets voor de grens met Nederland de weg echt kwijtraken, besluiten ze de snelste weg naar huis te nemen: de snelweg! En deze volgen ze verder naar Nederland. Hondsmoe, koud en nat. Ze wilden naar huis!

En daar zitten ze dan nu. Op te warmen in een politiebureau in Capelle aan den IJssel! Nog ver van huis, maar wel met een bak koffie en bij de verwarming. We geven ze allebei nog een kop koffie en een deken. De twee nemen beide dankbaar aan. Wanneer de koffie op is, schuiven ze de stoelen bij elkaar, trekken de dekens over zich heen en vallen bij de verwarming in slaap. Mijn collega en ik laten ze maar slapen.

In de vroege ochtend vertrekken ze met een paar boterhammen in hun rugzak. En een waarschuwing van ons om andere wegen te nemen. Zo gaan ze weer op pad, op weg naar huis. En wie weet kom ik ze nog eens tegen op hun brommers. Maar niet meer op de snelweg!

Citaat
Over de blogger


Arthur van der Vlies
(foto: politie.nl)

Arthur van der Vlies (46) is voormalig politieman met 21 jaar ervaring. Hij werkte bij de surveillancedienst, bereden brigade en was buurtagent en lid van het bedrijfsopvangteam. Nu geeft hij lezingen en advies over de impact van het politiewerk en schrijft voor www.reflectieinblauw.nl. Verder geeft hij advies aan leidinggevenden binnen de politie en is hij gesprekspartner voor diverse politie-eenheden.
Arthur: ‘Ik schrijf blogs en verhalen omdat ik aan burgers en collega’s wil laten zien dat politiemensen in hun werk veel dingen meemaken. Veel leuke dingen maar ze komen ook regelmatig voor dilemma’s te staan. Dilemma’s waar velen niet of nooit over na hoeven te denken. Mijn motto is: politiewerk blijft mensenwerk'.
Samen sterk in de hulpverlening!


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #142 Gepost op: 22 december 2014, 20:04:25
Blog: Kerst voor het kleine ventje


Datum publicatie: 22-12-2014 Geschreven door: Dirk-Jan Grootenboer

Lees de eerdere blog: http://www.hulpverleningsforum.nl/index.php?msg=1311304

Tussen de honderden reacties op mijn vorige blog zit ook een e-mail van de moeder van het kleine ventje. Ze bedankt me voor het destijds opvangen van de kleine man en schrijft dat het naar omstandigheden goed gaat met hen. Ik neem direct telefonisch contact met haar op.
Ze vraagt of ik een keer langs wil komen en vertelt dat ze na het lezen van de blog een gesprekje met haar zoontje had. Ze vroeg hem of hij nog wist waar traumabeertje vandaan komt, dat na het incident zowel aan hem als zijn oudere zusje is gegeven. ‘Van Dirk-Jan de politieman’, had ze gezegd, waarop haar zoontje meteen antwoordde: ‘Dat rijmt, mama!’ Sip zei hij erna: ‘Op de avond van papa’s ongeluk.’ Als zijn moeder zegt dat ik langskom om te kijken hoe het nu met hen gaat, zegt hij: ‘Ziet hij er dan ook uit als een echte politiemeneer? En mag ik dan mijn heldenpak aan? Dan ben ik ook stoer!’

De dag na het telefoongesprek rijd ik weer naar het adres. Ik sta voor de deur en zie de hal. Ik herinner me nog heel goed wat zich daar heeft afgespeeld. De deur wordt opengedaan door een meisje, het zusje van het inmiddels 5-jarige ventje. Vlak daarachter staat haar moeder, ze geeft me een hand. ‘Kom binnen’, zegt ze en ik stap naar binnen. Ik loop via de hal de woonkamer in. Daar waar het kleine ventje zijn vader zag hangen is nu een gestoffeerde trap. Het kale koude hout van de treden is vervangen door zachte warme vloerbedekking.

In de woonkamer springt een kleine held in het rond. Hij was vanmorgen wakker geworden en riep meteen dat hij zijn heldenpak aan wilde. ‘Want Dirk-Jan de politieman komt vandaag!’ Het rare gevoel van mijn herinnering is snel verdwenen door de warmte in huis. De tafel waar drugs en alcohol stond heeft plaats gemaakt voor een fruitmand en papieren. De keuken is schoon en de banken zijn heel. In de hoek staat een versierde kerstboom en enthousiast komt een hond op mij af. ‘De andere twee hebben we weggegeven. Die waren te druk voor de kinderen.’ De hond blaft ditmaal niet dreigend, maar komt nieuwsgierig snuffelen en kroelen. Ik ga op de bank zitten en de hond legt zijn hoofd te rusten op mijn schoot.

De kleine man stuitert - nog wat onwennig - door de kamer en doet zijn best te laten zien hoe stoer hij is. Ik zie het lachend aan. Nadat hij en zijn zus hun traumabeer hebben laten zien, gaan ze boven spelen. De moeder vertelt hoe zij het heftige verlies van haar ex-man heeft ervaren en hoe blij ze is dat ze veel steun gehad heeft van de wijkagent. Het kleine ventje herinnert zich dat papa van de trap is gevallen. Voor nu is dat zijn waarheid. Tijdens het gesprek met moeder ligt de hond op mijn schoot te slapen. Het is mooi om met een kopje thee in mijn handen te horen hoe zij stapje voor stapje met hulp van anderen het leven weer omarmd heeft.

Voor ik weer aan het werk ga, vraagt het kleine ventje of ik zijn slaapkamer wil komen bekijken. Die ziet er gezellig en netjes uit. Geen smerig matras meer op de grond. Vol trots laten beide kinderen hun bed zien. De kleine man slaapt met gordijnen open. Zodat hij papa kan zien als hij naar de sterren kijkt.

Na een momentje gek doen en kietelen zeg ik met een goed gevoel ‘tot ziens’ en bedank de moeder voor haar uitnodiging. ‘Fijne kerstdagen’, zegt ze en ik besef ineens dat het inderdaad fijne kerstdagen zullen zijn voor hen. Ondanks het verlies hebben ze nu een mooie en fijne kerst.

Citaat
Over de blogger


Dirk-Jan Grootenboer
(foto: politie.nl)

Dirk-Jan Grootenboer is 35 jaar en werkt als hoofdagent in Dordrecht binnen de eenheid Rotterdam.
Dirk-Jan: 'Tijdens het politiewerk kan ik dichterbij de inwoners zijn dankzij het gebruik van social media. Op die manier wil ik laten zien hoe mooi en uitdagend het politievak kan zijn.'
Dirk-Jan is ook actief op Twitter (@DJ_Grootenboer) en Facebook.

zie ook: http://www.hulpverleningsforum.nl/index.php?topic=79748.0
Samen sterk in de hulpverlening!


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #143 Gepost op: 29 december 2014, 18:33:58
Het zal me een zorg zijn!

door Piet Kats

donderdag 18 december 2014

Een vak dat ik ook een warm hart toedraag is de zorg, een beroep waar zeker niet te min over gedacht mag worden. Wij hebben er als politie dikwijls mee te maken, meestal als het gaat om de medewerkers te assisteren om bijvoorbeeld midden in de nacht een gevallen bewoner mee te helpen in bed te tillen, maar ook bij lastige en/of agressieve patiënten. Wij klagen bij de politie soms wel eens over drukke en lange diensten, maar in de ziekenhuizen en verzorgingstehuizen lopen de medewerkers ook de benen uit het lijf. Dikwijls moet een handjevol medewerkers in een nacht een heel 'huis' draaiende houden en dan komen ze wel eens handjes tekort. Zeker met een brand..

Het is rond de kerst als we 's-nachts een melding krijgen van een brand in een verzorgingstehuis. Het is niet zomaar een automatische brandmelding, maar een daadwerkelijke brand in een kamer van een bewoner. De meldkamer bereidt ons al voor op een eventuele evacuatie van de afdeling, waar vierentwintig bewoners wonen. We zitten gelukkig dichtbij en zijn binnen enkele minuten ter plaatse.

Op de bewuste afdeling hangt een penetrante brandgeur en de medewerkers zijn al druk in de weer om de bewoners te verplaatsen. De bewoner van de kamer, waar de brand is, is al weggebracht en de deur is dichtgetrokken. Het belangrijkste is om alle bewoners veilig naar de andere vleugel te brengen. De evacuatie loopt op rolletjes, maar één bewoonster weigert haar kamer te verlaten. Ik hoor haar tekeer gaan tegen een medewerkster en schiet deze te hulp. De enigszins dementerende mevrouw van Zanten (gefingeerd) van rond de 85 jaar zit met een verontwaardigd gezicht inmiddels in een stoel en houdt zich stevig beet aan de leuningen. Ik zie als de medewerkster haar probeert op te tillen uit de stoel, deze klappen krijgt. Ik kijk haar aan, zeg dat ze onmiddellijk moet ophouden en dat ze in de rolstoel moet gaan zitten die de medewerkster voor haar houdt. Vervolgens zeg ik tegen haar dat er brand is en dat ze tijdelijk even van haar kamer afmoet. Maar ook van mij is ze niet onder de indruk en zegt in onvervalst Rotterdams: “Het zal me een zorg zijn, ik ga ech nie van m'n kamer!”. Nou zijn wij gewend om dan gelijk korte metten te maken met zulke sujetten, maar ik heb hier te maken met een broze oude vrouw die ik niet zomaar bij kop en kont ruw kan beetpakken.

Ik til haar daarom met stoel en al op en loop met haar de kamer af de gang op. Ze wordt ontzettend boos en al lopend krijg ik klappen in mijn gezicht. Ik wend mijn hoofd zoveel mogelijk af om de klappen te ontwijken. Ze gromt: “Blijf met je poten van me af, viezerik!” en vervolgens “Help, ik word ontvoerd!”. Op de gang kom ik mijn verbaasde collega tegen die vervolgens keihard begint te lachen. Op de andere vleugel zet ik haar weer voorzichtig neer. Met een nog steeds boze blik kijkt ze me aan. Ik kan helaas geen goed meer doen en ga maar snel weg. Ze wordt liefdevol opgevangen door een medewerkster die haar kalmeert.

De brand wordt vakkundig door de brandweer geblust en de brandweercommandant complimenteert het personeel met hun uiterst snelle en vakkundige optreden.

De brand bleek te zijn ontstaan bij de kerstboom, waarschijnlijk doordat een lampje van de kerstboom tegen het gordijn had gezeten. Hierdoor was het gordijn gaan smeulen en was er een behoorlijke rookontwikkeling ontstaan. Gelukkig ging hierdoor het brandalarm af. Vanwege de rookontwikkeling nam de medewerkster van het verzorgingstehuis de juiste beslissing, haalde zo snel mogelijk de bewoner uit de kamer en trok de deur dicht. Beiden werden door het ambulancepersoneel nagekeken vanwege ingeademde rook. Gelukkig viel het reuze mee.

Op het bureau gekomen vertelt mijn collega het verhaal in geuren en kleuren. Er wordt natuurlijk hard om gelachen dat ik me heb laten slaan door een oude vrouw. Spottend vragen ze of ik nog aangifte wil doen. Meewarrig heb ik mijn hoofd maar geschud. Maar stiekem ben ik trots op mijn actie, de klappen neem ik wel op de koop toe.

Hoe belangrijk is een goede werkende brandmelder voor u?

Ik wens al mijn lezers goede kerstdagen toe en een gezond en gelukkig 2015.

Blog geplaatst met toestemming van rechthebbende



zie ook:

http://www.hulpverleningsforum.nl/index.php?topic=20263.0#board

Samen sterk in de hulpverlening!


DiNozzo

  • Landelijke Eenheid Dienst Infrastructuur
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 8,086
Reactie #144 Gepost op: 5 januari 2015, 22:20:36
Een aanrijding met een vrachtwagen, hoe vaak lees je dat in de krant? Lange files en mopperende automobilisten die de vrachtwagens de schuld weer geven voor het oponthoud zijn het gevolg, maar vaak weten ze niet wat de oorzaak is van de aanrijding. Hoeveel is het percentage vrachtwagens ten opzichte van de auto´s?

Je mag ervan uitgaan dat vrachtwagenchauffeurs professionals zijn die juist moeten weten hoe ze een aanrijding moeten voorkomen. Dikwijls ligt de oorzaak toch iets anders.

We krijgen een melding van een aanrijding op de snelweg. Er zijn diverse rijstroken geblokkeerd en het schijnt een chaos te zijn. Daarbij komt ook nog dat men vermoedelijk aan het vechten is.
Als we aan komen rijden zien wij een auto dwars voor een vrachtwagen staan, een trekker met een oplegger. We zien wat mensen om de cabine van de vrachtwagen staan en zetten onze politieauto dusdanig neer dat achteropkomend verkeer er niet zomaar tegen op kan klappen. We stappen uit en spreken de mensen aan die midden op de snelweg staan. We vragen direct wie getuige zijn van de aanrijding en wie bij de aanrijding betrokken zijn. Vrijwel direct weten we wie de bestuurder van de auto is, want hij is witheet en wijst naar de cabine van de vrachtwagen. Hij vertelt zojuist expres te zijn aangereden door de vrachtwagenchauffeur en dat deze zijn cabine op slot heeft gedaan omdat hij bang zou zijn. Inderdaad, de chauffeur zit achter het stuur en zijn deuren zitten op slot. Ik wenk naar de vrachtwagenchauffeur om zijn raam open te doen en vraag hem een klein stukje achteruit te rijden, zodat de auto loskomt van de vrachtwagen. Ik vraag de chauffeur om even te wachten in zijn cabine en vertel dat ik zo bij hem kom om zijn verhaal aan te horen.

De bestuurder van de auto blijft onophoudelijk ratelen dat de chauffeur het expres gedaan heeft. Er blijkt één goede getuige te zijn die de aanrijding daadwerkelijk heeft zien gebeuren, de rest van de mensen blijken gestopt te zijn om te helpen. Ik bedank hen voor hun hulp en vertel dat ze verder kunnen gaan. Ik hoor in het kort het verhaal van de getuige aan en noteer snel zijn gegevens. Hij vertelt dat hij niet de aanrijding heeft zien gebeuren, maar wel dat de auto voor de cabine van de vrachtwagen hing terwijl deze ‘gewoon’ door bleef rijden. Hij is het helemaal met de bestuurder van de auto eens dat het ongehoord was dat de chauffeur door bleef rijden, met de auto voor zijn cabine hangend. Ik vertel de getuige dat ik nog contact met hem opneem en hij zijn weg kan vervolgen. We staan nu alleen nog met het ‘slachtoffer’ en samen bekijken we of zijn auto nog kan rijden. Dat blijkt zo te zijn en ik wil zo snel mogelijk weg van de rijstrook, simpelweg omdat het levensgevaarlijk is op een snelweg. Rijkswaterstaat kan hier van meepraten omdat er wekelijks auto’s van hen aan gort worden gereden door de zogenaamde ‘kijkers’, 'dromers' of
'app-ers'.

Ik stap achter het stuur van de auto en start hem. Gelukkig blijkt er weinig aan de hand te zijn. Met de bestuurder naast me rijd ik de auto van de weg naar een veilige plaats. Mijn collega neemt de vrachtwagen mee achter zich aan en de snelweg is weer vrij. Ik hoor onderweg niets anders dan dat de vrachtwagenchauffeur de schuldige is en dat vrachtwagenchauffeurs gewoon monsters zijn. Ik heb mijn bedenkingen bij deze opmerking, omdat ik niet kan geloven dat de chauffeur hem expres vooruit geschoven heeft.
Uit ervaring weet ik namelijk dat een geladen vrachtwagen een auto gemakkelijk vooruit kan duwen, zonder dat de chauffeur het merkt. Ik was de gelukkige dat ik van mijn werkgever mijn vrachtwagen + aanhanger rijbewijs mocht halen. Dan pas merk je wat er allemaal bij komt kijken en dat je niet zomaar deze combinatie bestuurt. Er wordt behoorlijke stuurmanskunst van je gevergd en een grote mate van oplettendheid. Ik heb hierna nog diverse keren met grote combinaties gereden en je merkt dat een vol geladen vrachtwagen niet zomaar stilstaat. Tijdens het lessen moest mijn lesinstructeur Leo regelmatig om me lachen, omdat ik zat te mopperen over dwaze acties van automoblisten. En eerlijk gezegd hebben sommige van deze acties geleid tot het ontbieden van hen of het opmaken van een proces-verbaal.

Dan spreken we de vrachtwagenchauffeur aan en hij vertelt zijn verhaal. Hij verklaart enorm geschrokken te zijn, toen opeens bleek dat er een auto voor zijn cabine hing. Hij bemerkte wel dat zijn geladen vrachtwagen van veertig ton opeens een beetje zwaarder ging rijden en dat hij een schurend geluid hoorde. Vlak hierna begonnen auto’s naast hem te claxonneren en begonnen bestuurders te wijzen naar de voorkant van zijn cabine. Hij boog zich voorover en schrok zich rot toen hij de kleine auto voor zijn cabine zag hangen. Dat was dus het geluid. Gezien de sporen had de auto wel honderd meter voor zijn cabine gehangen. Maar een auto van nog geen duizend kilo schuif je met zo’n grote massa makkelijk vooruit. Nadat hij gestopt was kwam de bestuurder er uit en met een witheet gezicht wilde hij de cabine binnenkomen om hem te lijf te gaan. De chauffeur blijkt een geroutineerde chauffeur te zijn die al ettelijke kilometers op zijn naam heeft staan en van onbesproken gedrag is. Bovendien lijkt hij me helemaal geen agressieveling, een soort monster dus.

Hij had hierna de deuren op slot gedaan, had 112 gebeld en wijselijk onze komst afgewacht. Gelukkig meldt zich bij de meldkamer een getuige die daadwerkelijk gezien heeft wat er gebeurde. Deze vertelt dat hij gezien heeft dat het ‘slachtoffer’ op het laatste moment, terwijl de vrachtwagen in de file reed, zijn auto voor de cabine van de vrachtwagen heeft geprakt. De zogenaamde veilige ruimte die de chauffeur behield op zijn voorganger. De vrachtwagenchauffeur, die zojuist optrok, had het kleine autootje niet gezien en door de schuine stand van het invoegende autootje duwde hij deze dwars, zodat deze recht voor zijn cabine terechtkwam en verder vooruit schoof.

Ik confronteer het ‘slachtoffer’ met de verklaring van de andere getuige en vraag hem of hij op het laatste moment is ingevoegd. Hij erkent dat hij is ingevoegd, maar volgens hem was er ruimte genoeg. Onophoudelijk moet ik aanhoren dat de chauffeur het expres deed. Ik ben het eigenlijk zat en vertel dat het monster schuilt in hem zelf, omdat hij geen flauw benul heeft waar hij over praat. Met grote ogen kijkt hij me aan en nu ben ik het mikpunt. Ik ben partijdig en ben op de hand van de vrachtwagenchauffeur. Ik heb wijselijk mijn mond gehouden, heb geholpen met het schadeformulier en heb hem verder uitgelegd dat de verzekering een beslissing neemt wie de schuldige is. Ik hoop van harte dat kennismaken met een vrachtwagen een vast onderdeel wordt van het lesprogramma van beginnende bestuurders. Dat zal heel verhelderend werken!

Blog geplaatst met toestemming rechthebbende.
"The question that sometimes drives me hazy: Am I, or the others crazy?" — Albert Einstein


Haageneesch

  • Foto- en videograaf.
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 5,953
  • Foto- en videograaf Den Haag, PPK-houder.
    • Haageneesch
Reactie #145 Gepost op: 11 januari 2015, 22:25:38
De heli: you can run, but you can’t hide

Citaat van: [facebook]http://www.facebook.com/eric.stolwijk.7/posts/433156240169806[/facebook]
Het wordt een ‘bumpy ride’, voorspellen Kirsti en Martijn. Gelukkig valt dat valt heel erg mee. Het kotszakje blijft ongebruikt. De zware windstoten van 75 tot 90 kilometer per uur beuken weliswaar op de rood, wit, blauwe Eurocopter 135 in, maar het is niet zo onstuimig als we vreesden. Op Rotterdam The Haque Airport laten we een lijntoestel van Transavia voor, maar dan is het de beurt aan de ‘Zulu’. De heli stijgt op, met de neus in de wind. We klimmen naar 1500 voet en zetten, met toestemming van de verkeerstoren, koers naar Den Haag.

Via Facebook en Twitter heb ik al een tijdje contact met Martijn, de Tactical Flight Officer. (voorheen “waarnemer”). Martijn zit op één van de stoelen achterin, ingebouwd door apparatuur. Ik mag voorin zitten, naast vlieger Kirsti. Martijn en Kirsti vormen met acht andere collega’s het steunpunt Rotterdam van de Luchtvaartpolitie, onderdeel van de Landelijke Eenheid. Het steunpunt is in feite nog een proef om te zien of een helikopter het politiewerk in de donkere dagen kan ondersteunen. Maar eigenlijk is die vraag al bevestigend beantwoord.

De helikopter is van grote meerwaarde en niet alleen voor de aanpak van zogeheten high impact crimes als woninginbraken en overvallen, maar ook voor ander politiewerk. Het samenspel tussen de collega’s op de grond en in de lucht kan van doorslaggevend belang zijn. Martijn: ,,Wij zijn politiemensen met ervaring in het gewone politiewerk. Wij weten hoe het werkt en wat er nodig is. Daar voegen wij luchtsteun aan toe. Wij zijn de ogen en oren van de collega’s. Wij zien veel meer, overdag en door onze infraroodcamera ook als het donker is”. De camera die de helibemanning daarvoor gebruikt, is indrukwekkend. Ze kunnen vanaf een paar kilometer afstand toekijken wat er op de grond gebeurd. Met haarscherp beeld.

Wie hierover meer wil weten, kan meer lezen op http://www.politie.nl/onder…/helikopter-boven-mijn-huis.html.

Daar wordt ook uitgelegd dat de heli’s niet op goed geluk worden ingezet, maar dat ze er zijn als het meeste werk wordt verwacht: informatie-gestuurd politiewerk (IGP).
Martijn en Kirsti hebben me dan een aantal filmpjes laten zien van acties waarbij ze een rol hebben gespeeld. Je ziet verdachten die met de auto of rennend proberen te ontkomen. Sommigen zien de heli vliegen, anderen niet, maar allemaal zijn ze kansloos. In prachtig samenspel met de ‘grondtroepen’ worden ze uiteindelijk aangehouden. Of ze zich nu schuil houden onder bomen of op een schuurdak. You can run, but you can’t hide.

De middag is begonnen met een briefing. Via videoconference is er een gezamenlijke voorbereiding met de collega’s in Driebergen. Ik sta keurig op de briefing. Het steunpunt Rotterdam neemt vandaag 1 Pax mee. In luchtvaarttermen een passagier. In de briefing de gebruikelijke zaken. Waar moet extra op worden gelet, de veiligheidssituatie, hoge obstakels en natuurlijk het weer. En dat is vandaag ‘best wel een dingetje’. Het KNMI houdt het op onstuimig weer met zware windstoten. Niet het beste weer om in een heli rond te vliegen. Het begint echter een beetje open te trekken en dat is voldoende. En aan het einde van de briefing wordt de deelnemers een behouden vlucht toegewenst. ‘Be careful up there”. Vrij naar sergeant Phil Esterhaus die aan het einde van de briefing in de tv-serie Hill Street Blues zijn manschappen zei: ‘Hey, be careful out there’.

Tijd om het luchtruim te kiezen. In mijn koptelefoon klinken niet alleen de stemmen van Martijn en Kirsti, maar ook die van de meldkamers van de eenheden Rotterdam en Den Haag. Bij mij loopt alles door elkaar (eerlijk is eerlijk), maar de beide collega’s zijn geoefende luisteraars. Af en toe zoeken zij contact met de meldkamer voor extra informatie. We vliegen over de hele regio, gaan een paar keer op zoek naar auto’s, een sportveld waar een massaal gevecht is uitgebroken, een verwarde meneer die op de autoweg zou lopen en nog wat incidenten, maar de echte actie blijft dit keer uit. Het voordeel is dat beiden de tijd hebben om uit te leggen hoe het werkt en wat de mogelijkheden zijn.

We hebben ook genoeg tijd om te praten over de activiteiten van het steunpunt op Twitter. Onder het account @Randstadheli (ongeveer 5000 volgers) en ook @dePolitieheli (160.000) houden ze hun volgers op de hoogte van de activiteiten van de politieheli’s. Martijn en zijn collega’s gebruiken daarbij veel foto’s en filmpjes en weten door hun onderwerpen keuze de juiste snaar te raken. Op die manier laten ze burgers weten waarom die heli boven hun wijk vliegt en laten ze zien hoe de politie bezig is om z’n werk te doen. Ook op het vlak van social media wordt nauw samengewerkt met de collega’s op de grond. Over en weer worden vragen beantwoord en gelinkt.

Als we terug zijn op Rotterdam-Den Haag Airport is er visite. En koffie. Allebei goed. De broers Dirk-Jan en Arnoud Grootenboer, politieman en social media-expert, komen langs om een afspraak te maken voor een cursus social media. Het wordt een korte duik in de mogelijkheden die social media biedt om politiewerk te verbeteren. Gedreven mensen, leuke gesprekken. Ik stap in de auto op weg naar huis. Wat een verschil. Dat is toch behelpen, zo’n vervoermiddel op de grond.



http://www.facebook.com/eric.stolwijk.7/posts/433156240169806


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #146 Gepost op: 15 januari 2015, 15:52:51
Blog: [X] Ongeschikt


Datum publicatie: 15-01-2015 Geschreven door: Hugo Roossink

Mijn nachtdienst zit er bijna op, de collega’s van de vroege dienst stromen langzaam binnen. Ik stap in mijn auto en wens de net binnengekomen collega’s een goede dienst toe. Net als ik de binnenplaats van het bureau afrijd, hoor ik de stem van de centralist van de meldkamer via de mobilofoon: ‘Prio 1 collega’s Leeuwarden, aanrijding letsel H.A.weg, u heeft toestemming’. Ik bied gelijk aan om die kant op te gaan en word door de centralist gekoppeld aan de melding.

Ik ben als eerste ter plaatse. Halverwege de H.A.weg staat een vrachtwagen, een klein model personenauto is hier vol tegenaan gereden. Ondanks het vroege tijdstip staat er al een lange file achter het ongeval. In de verte zie ik voertuigen draaien om een alternatieve route te kiezen. Ik loop naar de personenauto, die behoorlijk in elkaar zit. Ik vrees het ergste en als ik in de auto kijk, zie ik dat de bestuurder het niet overleefd heeft. Het motorblok zit op de plek van de bestuurdersstoel en de versnellingspook zit daar waar ooit een achterbank heeft gezeten. Voor alle zekerheid voel ik toch door het gebroken glas van het wrak aan de halsslagader van de bestuurder. Er is inderdaad geen teken van leven meer.

Ik geef mijn bevindingen door aan de centralist en zie de eerste dienstauto’s met zwaailicht aan komen rijden. Ik geef ook meteen aan dat de kruising even verderop afgezet moet worden en dat de VOA (Verkeers Ongevallen Analyse) moet komen. De VOA onderzoekt de oorzaak van een ongeval en legt alles vast in een boekwerk, met foto’s en metingen. Naast de getuigenverklaringen zijn de gegevens van de VOA onmisbaar bij complexe aanrijdingen of aanrijdingen waarbij ernstig letsel is ontstaan. Het blijkt dat de bestuurder van de personenauto om nog onbekende reden op de verkeerde weghelft is gekomen, waardoor hij frontaal in botsing kwam met de vrachtenwagen.

Vlakbij het ongeval zie ik dat een collega in discussie is met een van de automobilisten die in de file staan. Zo te horen is het geen prettig gesprek. Aangezien de andere collega’s bezig zijn met het opvangen van de lichtgewonde vrachtwagenchauffeur en het horen van getuigen, loop ik naar de collega toe. De jonge bestuurder geeft boos aan dat wij rap, maar dan ook wel heel rap ruimte voor hem moeten maken, want hij heeft een heel belangrijke afspraak. Hij gaat solliciteren en door dit oponthoud komt hij te laat. Mijn collega zegt hem dat hij er nu toch echt niet langs kan en dat dat pas weer mag als de weg is vrijgemaakt. De jongeman wordt nog kwader en schreeuwt: ‘Ik wil er nú langs!’

Ik vraag hem om zijn legitimatiebewijs en de jongeman overhandigt me zijn rijbewijs. Ik vraag hem vervolgens waar hij gaat solliciteren en of wij iets voor hem kunnen betekenen door te bellen dat hij mogelijk iets verlaat is. De jongeman zegt trots: ‘Ik word jullie nieuwe collega, ik ga solliciteren bij de politie.’ Ik kijk verbaasd op van mijn notitieboekje en vraag aan hem: ‘Denk je dat je daar geschikt voor bent? Een opvliegend karakter is niet wenselijk voor een politieman!’ Op dat moment komt een van mijn collega’s langs die aangeeft dat de jongeman zijn auto kan draaien en via een alternatieve route zijn weg kan vervolgen. Ik geef hem zijn rijbewijs terug. Hij pakt het aan en rijdt vervolgens met piepende banden weg. De chef van dienst komt naast me staan en vraagt wie daar zo idioot wild wegrijdt. Ik vertel hem over de discussie die de jongeman met mijn collega had en over zijn sollicitatie. De chef van dienst zegt contact op te nemen met de selectiecommissie omdat ze van dit incident op de hoogte moeten zijn.

’s Middags krijg ik een telefoontje van de betreffende chef van dienst. Onze boze jongeman is niet aangenomen. De selectiecommissie had die beslissing al genomen zonder op de hoogte te zijn van zijn gedrag bij het ongeval. Hij was blijkbaar al foeterend op de politie binnengekomen bij het sollicitatiegesprek. Dat was natuurlijk geen goede binnenkomer voor een goed gesprek bij een nieuwe werkgever. En al helemaal niet voor een baan als politieman. Deze jongeman was duidelijk ongeschikt!

Citaat
Over de blogger

(foto: politie.nl)

Hugo Roossink (45) werkt als brigadier in Noord-Nederland, district Fryslan. Sinds 2001 surveillancehondengeleider en commandant ME- hondenbrigade.

Hugo: 'De afgelopen jaren heb ik genoeg meegemaakt. Omdat je in een tweet maar 140 tekens kwijt kunt en ik toch inzichtelijk wil maken dat ons werk zoveel meer is dan bonnen schrijven, ben ik in september 2013 begonnen met mijn blogs. De verhalen van de straat'.

Onlangs besloot Hugo te stoppen als hondengeleider. Hij blijft echter wel bij de politie werken en zal in een andere hoedanigheid zijn blogs vervolgen.
Samen sterk in de hulpverlening!


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #147 Gepost op: 20 januari 2015, 17:37:48
Niets is vanzelfsprekend

door Piet Kats

maandag 19 januari 2015

Elk jaar hebben we als ploeg een aantal dagen die we in het kader van teambuilding zelf in mogen vullen. We vullen deze dagen meestal met een teamoverleg, op bezoek te gaan bij diverse bedrijven of partners om hun werkwijze eens aan te horen, een verkeerscontrole met diverse partners of een sportief uitje.

Deze keer gaan we onze dag volledig besteden aan het opknappen van Huize Thomas in Rotterdam. Dit is een op Christelijke grondslag gebaseerde dagopvang voor circa 55 meervoudig gehandicapte kinderen, die daar de dag doorbrengen en begeleid worden in de dagactiviteiten. Het pand is van binnen gedateerd en kan een opknapbeurt wel gebruiken. Donkerbruin overheerst als kleur en de pastelkleuren op de muren kunnen ook wel een nieuwe lik gebruiken.

Als we met vijftien man/vrouw aankomen zien we busjes af en aan rijden en kinderen worden naar binnen gebracht.
De dag begint met een dagopening en wij worden daarbij uitgenodigd. In een achthoekige ruimte, een soort aula, zoeken we een plaats tegen de muur en kijken om ons heen.
We zien meervoudig gehandicapte kinderen in de leeftijd van vijf tot zeventien jaar in een ruime kring. Kinderen in rolstoelen die lichamelijk en/of verstandelijk gehandicapt zijn, kinderen die spastisch zijn of anderszins een beperking hebben.
Er zit een begeleidster die een melodie op een kleine harp inzet en er worden wat bekende liederen gezongen. Doordat de kinderen, door hun handicap ongecontroleerde bewegingen maken met hun hele lichaam en andere kinderen ondefinieerbare klanken voortbrengen, lijkt de dagopening op een ritueel van een onbekende bevolkingsgroep. Het maakt indruk en we kijken allemaal geraakt om ons heen. Eigenlijk weten we ons als doorgewinterde politiemensen geen houding te geven.
Na de dagopening gaan de kinderen naar hun klasjes, de begeleiding is één op drie en er is grote bewondering voor de mensen die dit werk doen.

Er is door een collega, die de dag heeft georganiseerd, een werkschema gemaakt en nadat we de dagopening hebben ervaren willen we maar een ding, namelijk beginnen met de werkzaamheden.
Er wordt geschuurd en geschilderd, er worden ramen gezeemd, speeltoestellen en fietsjes/karretjes gerepareerd en geschilderd. Verder wordt er getegeld, de badkamer schoongemaakt, het dak en de goten schoongemaakt en er wordt beurtelings in het bijzijn van de kinderen door twee geüniformeerde ploegleden een fietsendief aangehouden. Tevens wordt er een rondje met de politieauto gemaakt, zwaailicht en sirene gaan af en toe aan en de kinderen genieten zichtbaar. Het is verrassend hoeveel verborgen talent er zich onder de politiemensen bevindt, ieder doet waar hij/zij goed in is.
Er wordt aangepakt, niet gemopperd en gezweet. Tussen de middag genieten we van een lunch waarvan we, door het beperkte budget van het huis, in verlegenheid worden gebracht.
Even deze dag geen schietpartij, geen steekpartij, geen huiselijk geweldsituatie, geen bekeuringen schrijven of het ophalen van vervelende winkeldieven, maar zoals de Politiewet voorschrijft “hulp aan hen die dit behoeven”.

Om 16:00 uur zijn we weer in de ruimte waar de dagopening heeft plaatsgevonden en praten we nog even na. Dan blijkt hoeveel indruk alles heeft gemaakt en hoezeer we daardoor geraakt zijn. We horen dat een collega tranen in zijn ogen heeft gekregen bij de aanblik van deze kinderen. Naast hem horen we van andere collega’s dat deze ook waren geraakt door de aanblik van deze kinderen. Als politieman vind ik dat ik soms best wel een zware baan heb, maar als ik het werk van de begeleidsters zie, dan ben ik dankbaar voor het werk wat ik nu mag doen. Ik zou me geen raad weten om hun werk te doen, wat een grote bewondering heb ik voor de begeleidsters, want dat is pas zwaar!
Andersom geven de begeleidsters aan dat zij onze baan niet zouden willen doen, omdat ze het zwaar werk vinden. Gelukkig heeft ieder mens zijn eigen interesses en gaven. Tegen 17.00 uur wordt de dag afgesloten en worden de klussen die nog niet helemaal af zijn doorgenomen. Er wordt afgesproken om deze op een andere dag in eigen tijd af te maken.

Niets is vanzelfsprekend en we zijn weer even met onze neus op de feiten gedrukt. Glimlachend kijk ik terug op deze dag!

Blog geplaatst met toestemming van rechthebbende
Samen sterk in de hulpverlening!


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #148 Gepost op: 22 januari 2015, 14:20:38
Blog: Boeven vangen


Datum publicatie: 22-01-2015 Geschreven door: Henrieke Schoonekamp

‘Heeft u een beetje geslapen vannacht?’ vraag ik aan de bewoner. Ik sta in de hal van een woning waar gisteravond ingebroken is. Aan mij is gevraagd om in en om de woning sporenonderzoek te doen. De inbraak is laat in de avond ontdekt, het sporenonderzoek doen we dan de volgende ochtend.

De man zegt dat hij wel goed geslapen heeft, maar zijn drie kinderen niet. Vanuit de hal zie ik de deur van de woonkamer opengaan. Een jongetje van een jaar of zes kijkt me met grote ogen vragend aan. ‘Kom jij de boef vangen die onze Playstation heeft gestolen?’ Ik loop naar het jongetje toe, zeg mijn naam en vraag hoe hij heet. Als hij zijn naam genoemd heeft zeg ik dat ik ga proberen de boef te vangen en ik vraag of hij mij wil helpen. Het jongetje wil mij heel graag helpen en hij roept ook zijn twee broertjes erbij. De ouders vragen of de jongens niet in de weg lopen. Maar ik laat de kinderen graag alles zien, als ik ze daarmee kan afleiden.

Ik geef de drie jongetjes handschoenen en een lamp. Als echte boevenvangers lopen ze met me mee. Wanneer ik het opengebroken raam onderzoek vragen de kinderen honderduit en ik leg steeds uit wat ik aan het doen ben. Wat we met de indrukken van het breekijzer in het kozijn kunnen doen. Hoe ik met behulp van een kwast en poeder het verschil zie tussen vingerafdrukken en handschoensporen. En ook hoe ik deze sporen meeneem naar het politiebureau.

Het middelste jongetje vertelt mij dat hij echt bang is voor de boef, hij durft niet meer alleen te slapen. Ik vertel hem dat boeven die inbreken en de Playstation meenemen bang voor hém zijn en alleen komen als er niemand thuis is. ‘Zeker nu jullie weten hoe je boeven moet vangen!’, zeg ik.

Buiten in het zand staan schoensporen van de dader. Ik maak hier foto’s van en laat de kinderen daarna ook een foto maken. Als ik klaar ben met het onderzoek, maak ik met het vingerafdrukkenpoeder en een folie een handafdruk van de kinderen. Om te bewaren en om op school te laten zien. De jongetjes vergelijken meteen hun vingerafdrukken met elkaar.

Ik pak mijn koffer in en praat nog even met de ouders. De agenten die gisteren de melding hadden gekregen en als eerste bij de woning waren, hebben Slachtofferhulp al ingeschakeld. Het is goed dat zij nog contact op gaan nemen. Drie kinderen die van angst niet slapen, dat is niet goed. Ik bedank de jongens voor hun hulp en zeg de ouders gedag.

Ineens hoor ik de middelste zeggen: ‘Ik hoop dat er snel weer ingebroken wordt! Dan kom je weer terug en mogen we weer helpen boeven vangen!’ Ik moet lachen en zeg dat ik dat niet hoop. De ouders zijn het oprecht met mij eens. Ik denk dat deze jongens voortaan weer prima slapen…

Citaat
Over de blogger

(foto: politie.nl)

Henrieke Schoonekamp (34 jaar) werkt sinds 2001 bij de politie. In 2007 begon ze bij het Team Forensische Opsporing in de Eenheid Oost Nederland.

Henrieke: ‘Als forensisch medewerker krijg ik te maken met allerlei delicten, van inbraak tot moord en doodslag. Goed sporenonderzoek draagt er aan bij dat een misdrijf wordt opgelost en de juiste dader gestraft wordt. Ik besloot mijn ervaringen op te schrijven, omdat ik vaak in heel bijzondere, heftige, leuke en ontroerende situaties terecht kom. En om mensen een inkijkje bij Forensische Opsporing te geven!’

Naast haar werk bij de politie werkt Henrieke af en toe een paar weken als vrijwilliger bij een kindertehuis in het buitenland.
Samen sterk in de hulpverlening!


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #149 Gepost op: 4 februari 2015, 19:58:41
De gelaarsde voet

door Piet Kats

maandag 2 februari 2015

Een melding van een aanrijding met gewonde(n), waarbij sprake is van ernstig letsel geeft toch een zekere spanning als je er op weg naar toe gaat. Met de informatie, die een mobilofonist van de meldkamer je meegeeft, probeer je in je hoofd een beeld te schetsen van wat je gaat aantreffen.

De gedetailleerde informatie, die de meldkamer bij deze melding vermeldt, veroorzaken koude rillingen over mijn lijf.

We zijn tijdens een zomerse avonddienst laat met het avondeten. Het is best wel druk geweest met meldingen en ik geniet samen met Anja en Roel van de Verkeerspolitie en twee collega’s van het KLPD verkeerspolitie Breda (de huidige Landelijke Eenheid) nog van een lekkere bak koffie. Ik heb deze avonddienst motorsurveillance en genoemde collega’s bemensen twee politieauto’s. Na gezellig nagetafeld te hebben gaan we voor het einde van de dienst nog ‘even’ een uurtje surveilleren.

Als ik op de motor stap en de snelweg oprijd hoor ik een melding van een aanrijding met een gewonde op de snelweg. Er is een motorrijder door een auto aangereden en er wordt gezegd dat het een politiemotor betreft. Ik hoor aan de stem van de mobilofonist dat het ernstig is als hij er tevens bij vermeldt dat de motorrijder zijn been er afgerukt is en de politieman ernstig bloed. Er is een getuige ter plaatse die het been inmiddels heeft afgekneld. We worden met spoed verzocht, evenals alle andere hulpdiensten. Ik meld bij de meldkamer dat ik ter plaatse ga en vol gas rijd ik met toeters en bellen naar de plaats van het onheil.

Als ik ter plaatse kom zie ik een politiemotor onder de vangrail in de middenberm liggen. Ik zie dat het een motor van de wijkpolitie betreft en loop naar Anja en Roel toe, die inmiddels bij de gewonde collega zitten. Dan slaat de schrik me om het hart. Ik zie dat de collega Hans is, mijn oude ploegmaatje van district Zuid. Met grote ogen kijkt Hans me aan. De altijd vrolijke en babbelende Hans ligt daar. Ik mis een motorlaars en een stuk been. Door snel ingrijpen van een voorbijganger, een militair, is voorkomen dat hij dood zou bloeden. De militair heeft onmiddellijk na de aanrijding een knevel om zijn been gedaan om het bloeden te stoppen.

Hans roept: “Hé Piet, jij bent ook van de partij? Gezellig!” Maar zo gezellig vind ik het niet. Ik ga naast Anja zitten als ik Hans hoor vragen hoe het met zijn voet is. Ik hoor Anja zeggen dat hij moet blijven liggen, totdat de ambulance komt. Maar Hans kennende is hij niet tevreden met het antwoord. Anja geeft naar zijn zin veel te weinig antwoord op zijn vraag. Dan richt Hans zich tot mij en vraagt of hij even naar zijn voet mag kijken, want hij heeft zo´n pijn. Ik kijk Hans aan en zeg dat het niet best is met zijn voet. Hans kijkt mij indringend aan en zegt: “Piet, ik wil nu een eerlijk antwoord! Wat is er aan de hand?” Ik vertel Hans dat zijn voet eraf is en het er slecht uit ziet. Met nog grotere ogen kijkt Hans mij aan, slaat vervolgens zijn handen voor zijn gezicht en roept: “Mijn God, zeg maar niks meer!” Hij barst in snikken uit.

De ambulance en het traumateam arriveren en Hans wordt in de ambulance ingeladen. Samen met de trauma-arts gaan we op zoek naar de laars en vinden deze ook. Voorzichtig maken we de laars open en tillen de sok met de voet en een stuk been eruit. De aanblik hiervan staat op mijn netvlies gebrand. Wat ik later begreep is dat iedereen met verbijstering heeft gekeken toen de trauma-arts de voet met daaraan de restanten uit de sok haalde.

Dan komt stukje bij beetje de gruwelijke waarheid boven tafel. Hans blijkt tot twee keer toe expres te zijn aangereden door de bestuurder van een auto, die hij een stopteken gegeven had. Bij de tweede keer kon Hans zijn motor niet meer onder controle houden en kwam ten val. Als ik deze informatie hoor voel ik een enorme boosheid in mij opkomen. Ik stap op de motor en ga weg van de plaats van de aanrijding. Het wordt mij een beetje teveel en ik ga op zoek naar de dader. Het schijnt dat hij, na de aanrijding, het havengebied is ingereden en straatje voor straatje scan ik de omgeving af. Het is denk achteraf maar goed dat ik hem niet tegengekomen ben op dat moment. Dan komt de melding dat er in de X straat in het havengebied een auto in de brand staat. Ik rijd er naar toe en het gaat om de bewuste auto, die gestolen blijkt te zijn. Van de dader ontbreekt elk spoor.

Het werd een lange avonddienst en samen met de collega’s van het KLPD en Roel en Anja praten we nog even na. Wat een op z’n zachtst gezegd, dramatisch einde van deze dienst. Een heftig incident kan best hard aankomen. Maar als het een bekende collega van je betreft komt het des te harder aan. Veel collega's (hulpverleners) zullen dit herkennen.

De dader werd later opgepakt. Hij verklaarde dat hij niet aangehouden wilde worden, omdat hij een weekendje Center Parcs had geboekt en dit niet mis wilde lopen. De voet van Hans kon niet meer aan zijn been gezet worden. Hans krijgt ‘levenslang’ en moet uiteindelijk de dienst uit.

De militair die Hans zijn leven redde kreeg het rode erekoord uitgereikt, een militaire onderscheiding, voor zijn heldhaftig optreden.

(deze blog is met toestemming van Hans geplaatst, volgende blog 16 februari)

Citaat

Piet Kats  
Ik vind mijn werk nog steeds uitdagend en leuk, al zijn er soms minder leuke gebeurtenissen. Mijn doel is burgers eens te laten kijken door de bril van een politieagent en meer begrip te vragen voor ons werk en handelen.
Aanbevolen blogs v collega's (schrijvers)
http://hondengeleider.wordpress.com
www.reflectieinblauw.nl/
http://limburgsewijkagent.blogspot.nl
www.onzehulpverleners.nl
www.demensenvandeambulance.nl
En een aanbevolen boek http://beroepseer.nl/nl/publicaties/aanbevolen-boeken-ii#maarikhebhelemaal

Blog geplaatst met toestemming van Piet Kats
Samen sterk in de hulpverlening!