Blog: belevenissen van een agent - Politie.nl

Auteur Topic: Blog: belevenissen van een agent - Politie.nl  (gelezen 186172 keer)

0 gebruikers (en 4 gasten bekijken dit topic.

Markvniel

  • Schipper bij de Vlaardingse ReddingsBrigade en Waterscouting groep de Geuzen.
  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 425
  • Reddingsbrigade, EHBO-er, BHV-er met AED
    • Vlaardingse Reddingsbrigade
Reactie #240 Gepost op: 17 mei 2016, 09:56:02
Met een brok in mijn keel dit blog gelezen! Mooi verhaal ondanks de ernst van de situatie. Respect voor de agent die dit gedeeld heeft. Dit zouden veel meer mensen moeten lezen waar door het respect voor de politie denk alleen maar groter word.
Waarneer de nood het hoogst is, zal je net zien dat het wc papier op is!


michaelmiata89

  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 97
Reactie #241 Gepost op: 23 mei 2016, 21:11:10
Beste Vanja,

Ik ben "maar" een gewone burger. Inmiddels heb ik al heel wat verhalen gelezen en de een raakt mij meer als de ander, maar jouw verhaal heeft mij diep geraakt. Dit verhaal ga ik niet meer vergeten!!! Vanja, ik voel plaatsvervangende trots. Je bent mijn HELD!!!! Het ga je goed!
Motorbegeleider, evenementen verkeersregelaar en actief in wijk preventie team


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Reactie #242 Gepost op: 11 augustus 2016, 14:36:42


Tijdens de briefing aan het begin van mijn dienst, hoor ik dat er net in Rotterdam een woningoverval is gepleegd. Vier personen, verkleed als politieagent, drongen een woning binnen en bedreigden de aanwezige bewoners met een vuurwapen. Een van de bewoners kreeg het vuurwapen tegen zijn hoofd gezet en de daders eisten geld. De verdachten reden kort hierop hard weg in een klein zwart autootje. Een oplettende collega die op weg was naar een cursus zag mannen rennen en zag een dergelijk autootje hard wegrijden rijden. Zij kon een deel van het kenteken doorgegeven en dit is in ANPR gezet.

Ik draai vandaag een noodhulpdienst in Schiedam en heb een stagiair mee. Hij zit achter in de bus en is erg nieuwsgierig naar het politiewerk. De ochtend is rustig qua meldingen. We laten een auto wegtakelen die voor de uitrit van een bedrijf geparkeerd staat. Niet het meest spannende politiewerk.

Na enige tijd hoor ik over de portofoon dat het voertuig dat wegreed bij de overval door een ANPR-camera gezien is op de rijksweg A4, rijdend in de richting van Schiedam. We springen in de auto en spoeden ons, met zwaailichten aan, richting de rijksweg.

Daar parkeer ik de bus op de vluchtstrook en zet de oranje zwaailichten aan, zodat we goed zichtbaar zijn. Het is druk op de rijksweg. Mijn ogen schieten langs alle auto’s die voorbij komen.  Al snel zie ik in mijn ooghoek een klein zwart autootje aankomen. Het kenteken klopt, de wagen van de overval! Ik voel een shot adrenaline door mijn lijf heen gaan. Ik wil die overvallers vangen! We rijden de snelweg weer op en volgen het voertuig. Ondertussen praat ik de meldkamer bij.

De vluchtauto rijdt de A13 op en inmiddels volgen we de auto al met drie politieauto’s. Ik heb nog geen tijd gehad om mijn kogelwerende vest aan te trekken. Collega’s in een van de andere auto’s wel en ik laat hen mij inhalen. Ter hoogte van het vliegveld geven ze de bestuurder een stopteken. De man reageert echter niet en rijdt gewoon verder. Hij zit alleen in de auto. Voorzichtig gaan collega’s naast hem rijden en er is oogcontact. Misschien heeft hij het niet door, denk ik nog. De man kijkt richting mijn collega’s, rookt rustig een sigaretje en rijdt verder.
Met meerdere dienstauto’s omsingelen we de auto, op elke rijstrook rijdt nu een politievoertuig.

Ik ga tussen alle politiewagens en de andere auto’s op de snelweg rijden en zet de lichtkrant aan de achterzijde van onze bus aan. Geen ‘STOP POLITIE’, maar ‘HOUD AFSTAND’. Ik probeer een veilige afstand te creëren tussen ons en de overige weggebruikers om hun veiligheid te garanderen.

Nog meer collega’s sluiten aan in de achtervolging. Achter ons wordt de snelweg afgezet, zodat er geen andere auto’s dichterbij komen. Ik zie dat er achter ons inmiddels een meter of 300 vrije ruimte is. Voorzichtig proberen we het voertuig tot stoppen te dwingen. Dit lukt niet, de bestuurder doet zijn best om te ontsnappen en haalt rare capriolen uit. Ik zie op een gegeven moment dat hij een flinke dot gas geeft, de rook komt uit de uitlaat.

We willen een wilde achtervolging voorkomen. Een collega besluit met de politiebus de achterkant van het voertuig aan te tikken. De bestuurder kan hierdoor zijn voertuig niet meer goed in bedwang houden. Hij belandt tegen de vangrail. Ook wij remmen direct af en terwijl ik nog in de bus zit, trek ik mijn vuurwapen. Ik geef de stagiair opdracht om in de bus te blijven zitten. Als ik uitstap, zie ik dat er toch een auto door de afzetting is heen gereden. Ik geef de bestuurder een stopteken, terwijl ik in mijn andere hand mijn vuurwapen vast heb. Die man heeft wat te vertellen aan de eettafel ’s avonds, denk ik nog. Hij zet zijn auto stil.

Ik richt mijn vuurwapen op de verdachte. Hij luistert niet naar de collega’s die hem opdragen uit de auto te komen en op zijn buik te gaan liggen. Er wordt een waarschuwingsschot gelost. Dan reageert hij wel. Ik roep luid dat ik zal schieten als hij de bevelen niet opvolgt. De kans is groot dat hij een vuurwapen bij zich heeft. Het is hij of ik.
Hij luistert gelukkig. Wanneer hij op zijn buik midden op de snelweg ligt, neemt hij nog snel een trekje van zijn sigaret. Ik besef me dat dit een doorgewinterde crimineel moet zijn. Kennelijk vind hij het allemaal niet zo spannend. Hij wordt vervolgens zonder slag of stoot geboeid.

In het voertuig treffen we een vuurwapen en politiekleding aan. We hebben dus waarschijnlijk inderdaad een van de vier overvallers te pakken. M’n maat en ik nemen de arrestant mee naar het politiebureau. Mijn collega zit ernaast, de stagiair mag even voorin zitten voor zijn eigen veiligheid. Ik denk dat hij op deze dag een spannend beeld heeft gekregen van het politiewerk!
Wanneer ik wegrijd met de man, zie ik dat achter ons een file is ontstaan. Ik hoop maar dat de mensen begrip hebben, als zij morgen in de krant lezen waarvoor ze even moesten wachten.

We sluiten de arrestant in, hij blijkt een bekende overvaller te zijn. Ik ben blij dat we hem veilig aan konden houden, het geeft een enorm voldaan gevoel. Ik hoop dat dit de slachtoffers ook helpt bij de verwerking van deze traumatische gebeurtenis.

De rechter veroordeeld deze verdachte uiteindelijk tot 6 jaar cel. Een van de andere overvallers, die na verder onderzoek ook is opgepakt, krijgt 5,5 jaar en een derde maat van hem wordt, wegens gebrek aan bewijs, vrijgelaten. En het onderzoek gaat door.

(Bron foto: Twitter)

In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Reactie #243 Gepost op: 11 augustus 2016, 14:43:48
Blog: Very bad tea

Het is ergens in 2010. Ik werk nog als surveillant en ben tijdelijk gestationeerd bij de afdeling arrestantenvervoer. Mijn taak is om arrestanten van de politiebureaus op te halen en naar één van de drie cellencomplexen van Amsterdam te brengen. Dagelijks rijd ik door heel Amsterdam en heb vaak vreemde figuren in mijn bus.

Met een arrestantenlijst in mijn handen rijd ik samen met mijn collega naar politiebureau Nieuwezijds Voorburgwal, waar we twee mannen moeten ophalen. Wanneer we binnenkomen worden we hartelijk onthaald. Ieder bureau is altijd blij met onze komst. De zorg voor een arrestant is meestal intensief en kost mankracht.

Bij de voorgeleidingbalie krijg ik de spullen en de waardezakken (zakken waar de waardevolle spullen van aangehouden personen ingestopt worden, red.) van de aangehouden mannen in mijn handen gedrukt. Vervolgens stappen we de oude, krakende en wiebelende lift in. Eenmaal boven komt mij een enorm penetrante lucht tegemoet. Een zwerverslucht: weken, soms maanden niet gewassen, met een combinatie van urine, alcohol en zweet. Het smerigste parfum op aarde.

Achter in de hoek zie ik twee mannen in de cel zitten. De één ziet eruit als een zwerver. Versleten kleding, ongewassen en ongeschoren. Naast hem ligt een Engelse toerist. Een net uitziende man met mooie vrijetijdskleding aan. Hij had te diep in het glaasje gekeken en bleek een kwade dronk te hebben. Beiden mannen moeten naar het cellencomplex worden gebracht.

Ik doe de deur open en begroet ze. De zwerver is al wakker, maar de Engelsman wordt dat pas na het horen van mijn stem. Het is duidelijk dat hij een kater heeft. Hij gorgelt en proest wat, wrijft met zijn handen over zijn hoofd en kreunt een beetje. Ja, het is vast een zware avond geweest. De Engelsman smakt een beetje met zijn mond, het lijkt erop dat hij (na)dorst heeft. Hij kijkt om zich heen. Zijn ogen vallen op twee plastic bekertjes die naast elkaar in de hoek van de cel staan. Eén van de bekers is vol en de Engelsman maakt aanstalten om op te staan.

Ondertussen is de zwerver opgestaan en loopt naar me toe. Hij strekt zijn armen uit om geboeid te worden. Hij kent het spelletje al. Waarschijnlijk heeft hij zijn boete niet betaald en is weer eens gesignaleerd komen te staan. Het maakt hem niet uit. Dat betekent weer een paar dagen van de straat. Gratis eten en drinken, een peukje en methadon. Gezamenlijk wachten we op de Engelsman die wat moeite heeft met het begin van de dag.

De man staat inmiddels voor de twee bekers. Langzaam bukt hij voorover en pakt de volle beker vast. In een teug gooit hij het vocht achterover. Ik zie zijn hele gezicht betrekken en hij proest het direct weer uit. Met een verbijsterde blik in zijn ogen vraagt hij: ‘What is this?’, waarop de zwerver roept: ‘Very bad tea!’ Het kwartje valt meteen. Het gele vocht in het bekertje leek wel op thee, maar was dat niet! Het was de ochtendurine van de zwerver. Net als ik, begreep de Engelsman direct wat de zwerver bedoelde en zijn gezicht betrekt nog meer.

Ik weet niet zo goed hoe ik reageren moet. Aan ene kant vond ik het ontzettend smerig, maar aan de andere kant ook enorm komisch. Vooral de nuchterheid van de zwerver; ‘Very bad tea.’ Vaak plassen arrestanten in hun cel als de collega’s niet snel genoeg reageren op het verzoek dat zij naar het toilet moeten. Deze zwerver had het ‘netjes’ in een bekertje gedaan. Helaas voor de Engelsman, hij moest de creatieve oplossing van de zwerver al drinkend ondervinden. En hoe hilarisch, juist de Engelsen zijn zo gek op thee. Nou, deze man drinkt voorlopig geen thee meer.

Als mijn collega en ik elkaar aankijken, zie ik dat ook hij moeite heeft zijn lachen in te houden. Om de Engelsman niet te beledigen, doe ik de celdeur weer dicht. Snel lopen we bij de cel vandaan. Dan proesten we het uit tot de tranen over mijn wangen biggelen.

Wanneer ik weer wat tot bedaren ben gekomen, loop ik terug. Nu kan ik serieus mijn medeleven aan de arme Engelsman tonen. Bah…bah!

In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Reactie #244 Gepost op: 11 augustus 2016, 14:45:50
Blog: Lastige dame

Collega’s worden tijdens hun surveillance aangesproken door een kroegbaas van een Schiedams café. Hij heeft zojuist een dame uit zijn café verwijderd, omdat zij andere bezoekers uitschold en lastig viel. Toen zij naar buiten liepen, sloeg ze de kroegbaas in zijn gezicht en trapte een gat in de massief houten deur. De dame staat nog buiten het café. De collega’s, een wijkagent en een studente, houden haar aan. Het is een grote vrouw, maar ze is rustig en werkt mee.

Ik rijd noodhulpdienst en word gevraagd om er naartoe te gaan om de dame naar het politiebureau te vervoeren. Wanneer ik bij het café gearriveerd ben, helpen de collega’s me de vrouw in de politiebus te zetten. Ze is een beetje dronken. Ik geef door aan de meldkamer dat het transport aanvangt. Dit doen we eigenlijk altijd voor onze eigen veiligheid. Zo weet de meldkamer wat er gebeurt en dat wij even niet beschikbaar zijn om andere meldingen te rijden.

Maar voordat we weg kunnen rijden, begint de vrouw achter in de bus opeens hysterisch te schreeuwen. Ze slaat met haar handen op haar hoofd en bonkt hard met haar hoofd tegen de ruit van de bus. Ze krijst alsof ze bezeten is en het schuim staat rond haar mond. Ik besef dat ze waarschijnlijk meer heeft ingenomen dan alleen een paar flesjes bier.

De vrouwelijke collega stapt de politiebus in om de verdachte te kalmeren. Maar voor ze het weet krijgt ze een klap in haar gezicht. De wijkagent en ik springen direct ook de bus in om de verdachte onder controle te krijgen. We proberen de vrouw te boeien, maar ze slaat wild met haar armen en benen om zich heen. Ze blijft schreeuwen. De bus gaat behoorlijk heen en weer, het moet een gek gezicht zijn voor de omstanders.

Dan probeert de vrouw mij in mijn been te bijten. Om haar verzet te breken, sla ik haar met de vlakke hand in haar gezicht. Ze schrikt hiervan en in het korte moment dat ze zich rustig houdt, lukt het ons haar de handboeien om te doen. Al snel gaat ze weer wild te keer. Er moeten twee collega’s meerijden om haar onder controle te krijgen. Met zwaailicht en sirene aan gaan we naar het politiebureau. Onderweg worden we beledigd door de vrouw, de scheldwoorden en ziektes vliegen in het rond.

Ik focus mij op het verkeer, terwijl de collega’s achterin liggen te stoeien om de verdachte veilig te vervoeren. Op mijn verzoek staat bij het politiebureau een ‘ontvangstcomité’ klaar. Gezamenlijk weten we de vrouw het bureau in te dragen, de vrouw spartelt wild in het rond. Ze wordt in de isoleercel geplaatst, terwijl ze luid vloekt en tiert. Ze tracht de celdeur eruit te trappen en blijft nog lang schreeuwen. Vanwege haar vermoedelijke drugsgebruik houden ze haar die nacht extra in de gaten. De politiearts is verzocht naar de dame te kijken, maar ook hieraan wil ze niet meewerken. Door de arts is opgedragen de vrouw om het uur te wekken. Van het door ons gebruikte geweld wordt zoals gebruikelijk een rapportage opgemaakt. Dit geweld wordt altijd getoetst op rechtmatigheid.

De volgende ochtend wordt de vrouw verhoord. Ze klaagt dat ze hard aangepakt is door de politie en zelfs in haar gezicht geslagen is door een agent. Van haar eigen gedrag in het café, de politiebus en de cel weet ze niks meer. Met een dagvaarding verlaat ze uiteindelijk het cellencomplex. Ze mag zich op een later tijdstip bij de rechter verantwoorden.

Enkele weken later ontvangen we een brief van de vrouw. Ze geeft aan onder invloed te zijn geweest van drugs en drank, terwijl ze psychotisch was. Ze schrijft ook dat ze hulp gezocht heeft en biedt haar excuses aan voor haar gedrag. Nu zijn we wel wat gewend, we komen wel vaker met lastige mensen in aanraking, maar niet iedereen biedt naderhand zijn excuus aan. Daar kan ik dan toch wel respect voor hebben.

In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Reactie #245 Gepost op: 11 augustus 2016, 14:46:51
Blog: Gespiest

Het is een zonnige doordeweekse dag aan het begin van het jaar. Het is vroeg in de ochtend, wanneer mijn collega en ik opgeroepen worden om onderzoek te doen bij een ernstig verkeersongeval. Een bromfiets is in botsing gekomen met een personenauto. De collega op de meldkamer zegt dat de bromfietser met zijn hoofd op een hekwerk terecht is gekomen en gespiest vastzit. Verbaasd kijk ik mijn collega aan en vraag me af of ik dat wel goed gehoord heb.

Het ongeval is gebeurd op een kruising in een buitengebied met veel landerijen. Dit is op ruime afstand van waar wij zijn. We gaan meteen op pad en krijgen toestemming om met zwaailicht en sirene te rijden.

Wanneer we aankomen op de plaats van het ongeval zien wij al een ambulance, brandweerauto en traumahelikopter staan. Er zijn een hoop mensen druk bezig bij het sierhekwerk van de enige woning die bij de kruising staat. Als ik dichterbij kom, stokt mijn adem. Tussen de hulpverleners door zie ik een jongeman met zijn hoofd vastzitten op het sierhekwerk dat rond de tuin van de woning staat. De jongeman is ontdaan van zijn helm, waardoor ik zijn gezicht goed kan zien. Een puntige spijl van het hekwerk gaat achter zijn onderkaak naar binnen en komt via zijn wang weer naar buiten.

De brandweer is druk bezig om het hekwerk rond de jongeman door te slijpen. Enkele brandweermensen ondersteunen de jongen. De ambulancemedewerkers verzorgen de wond al zover mogelijk en geven aanwijzingen, zodat het letsel niet nog erger wordt.

Wanneer de brandweer het hekwerk heeft doorgeslepen, wordt de jongeman voorzichtig in de berm gelegd. Een deel van het hekwerk zit nog aan hem vast. Een hulpverlener gaat meteen met hem verder, terwijl een brandweerman de spijl, die door het gezicht van de jongeman gespiesd zit, onder zijn onderkaak doorknipt. De jongeman wordt met het laatste stukje spijl van het hekwerk nog door zijn gezicht, in de ambulance geplaatst om vervolgens te worden vervoerd naar een ziekenhuis.

Zodra de ambulance weg is, vertrekken ook de traumahelikopter en de brandweer en beginnen wij met ons sporenonderzoek om de precieze oorzaak van het ongeval vast te stellen.

Uit dit onderzoek blijkt dat de jongeman op de bromfiets door de personenauto in zijn flank werd aangereden. Hierdoor werd de jongen van zijn bromfiets geslingerd, met de enorme pech dat hij precies met zijn kin op het sierhekwerk terechtkwam. De bromfietser had voorrang moeten krijgen van de bestuurder van de auto, maar had dit dus niet gekregen. Uit ons onderzoek wordt duidelijk dat de automobilist meer dan voldoende zicht op de bromfietser had en hem dus toch had moeten zien aankomen.

Ik doe dit werk alweer enige jaren en zie veel ongevallen met letsel voorbij komen. Het is belangrijk om altijd voorzichtig en alert te zijn in het verkeer. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Maar dit ongeval was zo bijzonder dat het me altijd zal bijblijven.

In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Reactie #246 Gepost op: 11 augustus 2016, 14:47:44
Blog: Verdwaald

Ik heb noodhulpdienst met mijn collega Mirjam. De meldkamer vraagt ons om naar een woning aan de Hadleystraat in Aalsmeer te gaan. De melder heeft een verwarde vrouw aan de deur staan die de weg kwijt is.

We rijden naar het opgegeven adres. Buiten worden we opgewacht door een man. Hij vertelt dat zijn vrouw en de buurvrouw nu binnen in de woning zitten met een oudere dementerende dame. Deze dame was vanaf het winkelcentrum achter zijn vrouw aangelopen en wil nu niet meer weg. Ze hebben haar daarom maar koffie aangeboden. De vrouw kan helaas niet vertellen waar ze woont.

We gaan met de man mee naar binnen, waar de drie vrouwen gezellig met elkaar zitten te kletsen. Ook wij krijgen een kop koffie aangeboden, waar wij hartelijk voor bedanken. Een van de vrouwen wijst op een dame van ongeveer 75 à 80 jaar oud en vertelt: ‘Deze mevrouw liep vanaf het winkelcentrum in Aalsmeer achter ons aan, maar ze weet niet meer zo goed waar ze woont. We hebben haar na de lange wandeling maar een warme kop koffie gegeven.’

We zien de oudere dame knikken terwijl ze rustig een slokje van haar koffie neemt. Mirjam en ik stellen ons voor en Mirjam vraagt aan de vrouw wat haar naam is. Ik probeer de naam die zij opgeeft te vinden in onze politiesystemen, maar kan niemand met die naam vinden. Ook de variaties op de naam die ik probeer, leveren niets op.

Ondertussen is Mirjam nog met de vrouw in gesprek. De vrouw is echter dermate dementerend dat zij niet altijd antwoorden geeft die bij de vragen passen. Op de vraag hoe haar man heet, begint zij te vertellen over hoe zij haar man ontmoet heeft. Ze kan niet veel vertellen over haar identiteit en weet niet meer waar ze woont. Een identiteitsbewijs of paspoort heeft zij niet bij zich. Mirjam kijkt of de vrouw misschien een ketting om heeft met daarop haar adres of dat er in haar mouwen of kraag iets staat, waarmee wij de identiteit van de vrouw kunnen achterhalen. Alles is tevergeefs.

Ik stel voor om dan maar de verzorgingshuizen in Aalsmeer af te rijden om te kijken of het personeel de dementerende vrouw herkent. Als de oude dame haar koffie op heeft, nemen we afscheid van de vriendelijke mensen die haar hebben opgevangen.  We rijden naar de verzorgingshuizen, maar ook deze poging om de identiteit van de vrouw te achterhalen blijkt geen succes. Bij geen enkel tehuis herkennen ze haar. De oude dame begint inmiddels aardig moe te worden van haar avontuur.

Ten einde raad besluiten we dan maar met de vrouw naar het politiebureau te rijden en Vangnet & Advies van de GGD in te schakelen. Zij regelen crisisopvang voor mensen in een sociaal maatschappelijke of een psychische crisis. Op het politiebureau nemen we met de dame plaats in een rustig kamertje en we bieden haar nog wat te drinken aan. Het wachten is nu op de sociaal psychiatrisch verpleegkundige.

Terwijl we wachten verschijnt aan de balie een man op leeftijd. Ik stap op hem af en vraag hoe ik hem kan helpen. ‘Oh meneer’, zegt hij. ‘Ik schaam me zo, maar ik maak me ook zo’n zorgen. Ik was boodschappen aan het doen met mijn vrouw en moest nog even geld halen bij de bank. Mijn vrouw zag een mooie jurk en is daar even naar gaan kijken. Ik was haar dus twee tellen uit het oog verloren en toen ik terugkwam was zij weg. Zij lijdt echter aan dementie en kan waarschijnlijk de weg naar huis niet vinden. Ik maak mij zo’n zorgen om haar en hoop maar dat er niets ernstigs is gebeurd. Ik had veel beter op haar moeten letten…!’

Ik zeg tegen de man dat wij toevallig net een dame hebben gevonden die verdwaald is en van wie wij de naam niet weten. Ik breng de man naar de kamer waar Mirjam nog met de vrouw zit. Daar vallen de twee direct in elkaars armen. ’Ja’, roept de vrouw. ‘Dit is mijn man!’ De man bedankt ons hartelijk, hij wil ons zelfs betalen voor het terugvinden van zijn vrouw. Ik vertel hem dat dit niet nodig is, maar dat als hij dan toch iets voor ons wil doen, hij de naam van zijn vrouw op de labeltjes van haar kleding mag schrijven met een telefoonnummer of adres. De man verzekert ons dat hij dat gaat doen en nadat hij ons nogmaals hartelijk heeft bedankt, vertrekt hij samen met zijn vrouw om thuis bij te komen van alle stress van de dag.

In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Reactie #247 Gepost op: 11 augustus 2016, 14:49:24

Blog: Dick Haveman...als de dag van gisteren



Het is woensdagavond 13 april 2011. Het is mijn vrije avond en ik zit gezellig met vrouw en kinderen naar de televisie te kijken. Opeens klinkt het sms-geluidje van mijn werktelefoon. Ik ga zo wel kijken, als het belangrijk is, dan bellen ze wel, denk ik bij mezelf. Vrijwel direct hierna nog een sms en nog een. Nu word ik toch wel nieuwsgierig. Ik pak de telefoon en lees: ‘Alles goed met je?’ ‘Waar ben je?’ ‘Ben je aan het werk?’ En meer van dat soort berichtjes. Ik bel mijn broer, een van de afzenders. Van hem hoor ik het verschrikkelijke bericht. Er is een politieagent neergeschoten in Baflo, een dorpje in de provincie Groningen.

Een tsunami aan vragen gooi ik over hem heen, maar hij kan me niets meer vertellen. Ik leg de telefoon neer en vertel mijn vrouw wat er is gebeurd. Zij kent me en kijkt niet vreemd op als ik direct mijn spullen pak en naar het bureau vertrek. Maar eerst geef ik haar en de kinderen een stevige knuffel. Onze 6-jarige, de oudste van de twee, merkt dat er iets bijzonders aan de hand is

Onderweg naar het politiebureau vliegen de vragen door mijn hoofd: Wie is het? Hoe is het gebeurd? Wie waren erbij? Zoveel vragen. Ik ben zo in gedachten dat ik schrik dat ik al bij het bureau ben en mij de weg, die ik zojuist gereden heb, niet eens meer kan herinneren.

In het politiebureau is het nog rustig. Er komen net twee collega’s het hek binnenrijden. Het zijn de collega’s van de noodhulp die net uit Baflo komen. In hun gezichten lees ik van alles. Onmacht, woede en verdriet. Van hen hoor ik het verschrikkelijke nieuws. Collega Dick Haveman is zojuist tijdens de dienst om het leven gebracht. Zij hebben nog geprobeerd Dick te reanimeren, maar hun poging mocht niet meer baten. Ze vertellen mij in het kort wat er is gebeurd: de dood van Renske Hekman, de zoektocht naar de verdachte, het gesprek tussen de meldkamer en Dick, de schotenwisseling die via de portofoon te horen was en de aanhouding.

Terwijl we staan te praten komt er nog een collega het hek binnen. Zij is net als ik nog in burgerkleding. Ook zij heeft het nieuws gehoord en besloot eveneens direct aan het werk te gaan.

Samen staan we buiten te praten over Dick. Een paar dagen geleden zaten we nog met hem aan de koffietafel. En nu… nu is Dick er niet meer. Het is allemaal zo onwerkelijk.

Kort hierop komt de bureauchef binnen. Aan haar vragen we of wij iets kunnen betekenen. Of wij ons om moeten kleden in uniform en of we naar Baflo kunnen. Zij zegt ons nog even te wachten omdat ze nog niet alles weet. Wij willen echter niet wachten, we zijn doeners en besluiten om alvast ons uniform aan te trekken. Nog geen vijf minuten erna komt de chef al weer naar ons toe met het bericht: ‘Ga maar en zie maar wat jullie daar kunnen betekenen. Dan kunnen de collega’s die er verder bij betrokken waren terug naar het bureau.’

Al snel rijden we richting het station van Baflo. Onderweg praten we over Dick en over wat we tot nu toe weten. Bij het station staat het vol met politievoertuigen en ambulances. Van de collega’s ter plaatse horen we waar het gebeurd is en we lopen in de richting van de plaats delict (pd).

Vanachter een gespannen politielint zie ik het lichaam van een motoragent op de grond liggen. Dat moet Dick zijn. Ik wil naar hem toe, terwijl ik weet dat ik toch niets meer kan doen. Er is niemand bij het lichaam. Een soort van boosheid en onbegrip bekruipt mij. Waarom is er niemand bij hem? Waarom ligt hij daar nog? Waarom gebeurt er niets?

Deze gevoelens maken snel weer plaats voor professioneel denken. Natuurlijk moet er onderzoek gedaan worden en mag je de pd niet op. Hier kan ik niets meer betekenen en ik loop terug naar het station. Onderweg zie ik een politieauto staan waarvan de ramen stuk zijn. Ook deze plek is afgezet met lint. Het blijkt dat er op de auto geschoten is.

Bij het station voegen mijn collega en ik ons bij de chef van dienst die ter plaatse de boel probeert te coördineren. Aan hem vragen we wat we kunnen doen. Mijn collega blijft bij hem en wordt zijn notulist, zodat alles wat er geregeld en gedaan moet worden direct goed vastgelegd wordt. Mij wordt gevraagd of ik naar de woning van het eerste slachtoffer, Renske Hekman, wil gaan en daar de pd wil bewaken, totdat een team van forensische opsporing daar onderzoek heeft gedaan.

Ik stap weer in de auto en rijd naar de woning van Renske. Onderweg komen mij twee politievoertuigen tegemoet. Het blijken collega’s van politie Emmen te zijn. Ze vragen mij waar ze zich kunnen melden. Ze zijn direct na de melding naar Baflo gegaan om de collega’s ter plaatse te helpen. Het geeft mij een goed gevoel om de betrokkenheid van de collega’s te zien.

Bij het adres van Renske zie ik haar levenloze lichaam in de woning liggen. Ik pak de linten uit de auto en begin de boel verder af te zetten. Dan gebeurt er een tijd niks. Momenten dat je na begint te denken. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Waarom dit, waarom dat, waarom…?

Gedurende de rest van de nacht krijg ik stukje bij beetje van collega’s die langskomen te horen wat er precies gebeurd is. Een buurtbewoonster voorziet me van koffie, ook zij kan niet slapen. Uiteindelijk komt de forensische opsporing en ook mijn aflossing. Ik mag naar huis.

Op het bureau teruggekomen zie ik allemaal onbekende collega’s. Het blijken collega’s uit de regio Rotterdam te zijn. Ze hebben zich aangeboden om hier in het hoge noorden te gaan werken om de collega’s van de betrokken bureaus te ontlasten. Fantastisch gewoon. Het geeft een gevoel van één grote familie.

Als ik even later thuis ben, vraagt mijn zoontje wat er is gebeurd. Hoe leg ik dit aan een kind van 6 uit? Maar ik wil het hem zelf vertellen, dus ik doe mijn best. Het is wel moeilijk en mijn uitleg zit vol emotie. Ook vertel ik hem dat het Dick Haveman is, de man van zijn eigen juf Gradeke. Ik zie het kereltje denken. Dan zegt hij opeens: ‘Het had papa dus ook kunnen zijn!’ en hij grijpt me vast. Ja kerel, het had papa ook kunnen zijn.

Ik geef de beide kinderen nog een kus voor ze naar school gaan en probeer dan zelf nog wat te slapen. Ondanks dat ik al heel lang op ben, kan ik de slaap maar moeilijk vatten…

In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Reactie #248 Gepost op: 11 augustus 2016, 14:50:44

Blog: 'Vreemde' inbraak



Ik krijg een melding van een inbraak. Er is ’s nachts ingebroken in de woning, terwijl de bewoners lagen te slapen. De daders zijn er vandoor gegaan met de auto die voor de deur stond.

Op het adres word ik aangesproken door een man en een vrouw. Het is een grote rommel in de woonkamer en alles lijkt te zijn doorzocht. Er is één kamer waar de inbrekers niet geweest zijn, de slaapkamer. Op mijn vraag of ze daar allebei sliepen, wordt bevestigend geantwoord. De vrouw is nerveus, iets in me zegt dat het verhaal niet helemaal klopt.

Ze vertelt dat naast wat persoonlijke eigendommen ook haar autosleutels zijn gestolen en haar auto is meegenomen. De man zegt niets te missen. Ik vraag haar het kenteken van de auto en laat direct een bericht voor alle wagens verspreiden om uit te kijken naar de auto die gestolen is van de X-straat. Het lijkt wel of ze niet wil hebben dat ik de X-straat noem, want ze vraagt of ik dat specifiek moet noemen. Ik vertel dat dit me wel logisch lijkt, omdat de auto ook op de X-straat is weggenomen.

Op het adres waar ik nu ben staat één persoon ingeschreven, de man die tegenover me zit. Als ik het kenteken op mijn telefoon navraag zie ik dat dit op naam van een andere man staat. Als ik verder zoek zie ik dat op het adres van de auto 2 volwassenen en 2 kinderen staan ingeschreven en dat de vrouw op dit adres woont.

Voor ik de vrouw een vraag stel hierover vraagt ze mij of ze direct aangifte kan doen. Ik vertel haar dat dit kan en ze alleen nog even een lijst in moet vullen met de goederen die gestolen zijn. Ze vertelt dat ze geen aangifte doet van de goederen die gestolen zijn uit de woning, maar alleen van de auto. Daarbij vraagt ze of ik als pleegplaats in de aangifte niet de X-straat in Rotterdam, maar de Y-straat in Capelle aan den IJssel wil vermelden. Ik kijk haar een beetje boos aan en vraag of ze me wil aanzetten tot het plegen van frauduleuze handelingen.

Dan komt de aap uit de mouw. Op papier verblijft ze eigenlijk in een hotel in Capelle aan den IJssel. Maar ze heeft gisteravond een leuke avond gehad met een vriend en is bij hem blijven slapen. Tot overmaat van ramp wordt er op dat moment ingebroken en wordt de auto van haar man weggenomen.

Ik vertel haar dat ik een aangifte wil opnemen, maar alleen op dit adres. Ze zegt dat ze er over na moet denken en misschien later aangifte zal doen. Ze heeft nog één verzoek: of ik geen contact op wil nemen met haar man. Ik antwoord dat ik daar ook niet de noodzaak van in zie, zeker niet zonder aangifte.

Het hele verhaal geeft me een naar gevoel en ik wil de afloop van de zaak ook helemaal niet meer weten. Ik zet mijn bevindingen in het computersysteem en kijk expres niet meer of de vrouw nog aangifte doet.

In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Reactie #249 Gepost op: 11 augustus 2016, 14:54:49

Blog: Mishandeld

Het is zaterdagnacht en enkele kroegen gaan al sluiten. Ik heb nachtdienst samen met een coach, omdat ik bezig ben met mijn opleiding tot hoofdagent. Als we in het horecagebied surveilleren zien we drie mannen bij het gemeentehuis staan en het lijkt er verdacht veel op dat ze staan te urineren. We rijden op ongeveer 50 meter afstand en ik stuur dan ook snel die kant op. Ik zie dat de drie mannen bij een groepje horen van in totaal zo’n negen mannen en vrouwen.

Als ik uitstap loopt de groep met versnelde pas de andere kant op. Ik ga erachteraan en vraag meerdere malen of ze willen stoppen. Mijn collega komt achter me aan. De ‘leider’ van het groepje loopt vooraan. Hij is een van de drie mannen die tegen het gemeentehuis stond te urineren. Zodra ik bij hem ben, roep ik nogmaals dat hij moet stoppen. Ik hoor hem een keer schelden en hij blijft stug verder lopen. Ik pak hem vast bij zijn nek en arm. Hij stopt, maar nu breekt de hel los.

Uit het niets komen drie van de mannen op me af. Ze slaan me. Meerdere malen. Ik trek mijn wapenstok met als doel ze op afstand te houden en ondertussen probeer ik met mijn linkerhand de noodknop op mijn portofoon in te drukken. Als ik deze knop even ingedrukt houd, ontvangen alle collega’s in de buurt een noodoproep en weten dan dat een collega in nood is. In principe laat iedereen dan alles vallen en komt zo snel mogelijk helpen. Het lukt me echter niet om de knop lang genoeg ingedrukt te houden om de noodoproep daadwerkelijk te verzenden. Ik heb mijn linkerhand namelijk hard nodig om de klappen op te vangen. Ik ben geen partij voor de mannen en kom te vallen. Mijn wapenstok is ondertussen al afgepakt.

Als ik op de grond lig, krijg ik nog enkele klappen en schoppen. Ik word overal geraakt. Het gaat razendsnel en in mijn gedachten zie ik mezelf al met een ambulance naar het ziekenhuis gaan. Plotseling stopt het. Ik heb geen idee waarom, maar ik maak dankbaar gebruik van het moment en ga weer staan. Ik pak mijn pepperspray en houd de mannen daarmee op afstand.

Direct hierna zie ik diverse collega’s met zwaailicht en sirene aankomen. Mijn coach had de noodknop ingedrukt. Haar was dit wel gelukt, waardoor de collega’s wisten dat we dringend hulp nodig hadden. Ik vertel ze dat ‘iedereen met rode ogen’ meegenomen moet worden. Dat zijn namelijk degenen tegen wie ik de pepperspray heb ingezet.

Ik hoor van mijn coach dat ze me direct te hulp was geschoten toen ik werd geslagen. Een van de mannen had haar echter bij haar haren vastgepakt en omlaag getrokken. Vervolgens had ook zij diverse klappen gekregen. De man liet haar uiteindelijk los, alsof hij ineens leek te beseffen wat hij deed.

Als iedereen is aangehouden, gaan we naar het politiebureau, waar we debriefen en alles op papier zetten. Bij geweld tegen politieambtenaren wordt er een speciaal protocol opgestart.

Wanneer ik naar huis ga voel ik me brak en misselijk. Ik heb last van mijn hoofd en tanden. Ik kruip in bed en wanneer ik wakker word, zie ik op mijn telefoon dat ik 12 gemiste oproepen en heel erg veel nieuwe berichten heb. Allemaal van collega’s die willen weten hoe het met me gaat. Op de websites van enkele media lees ik ‘Agenten mishandeld in Uden’. Gek om een krantenartikel te lezen waarin ik zelf een van de hoofdrolspelers ben.


Artikel op de website van de NOS.

Ik ga later die dag naar de dokter en daar blijk ik een hersenschudding en diverse bulten op mijn hoofd te hebben. Ook mis ik een stukje van mijn tand. In de spiegel zie ik dat er onder mijn oog nog een blauwe plek zit. Gelukkig heeft mijn veiligheidsvest de meeste klappen en schoppen opgevangen.

Later die week hoor ik van de recherche dat er twee omstanders waren die zagen dat ik op de grond lag en klappen kreeg. Zij zijn ertussen gestapt wat mij op dat moment de gelegenheid gaf om op te staan. Achteraf kan ik mezelf die twee mannen weer herinneren, op het moment zelf ging alles zo snel en hectisch dat ik dat niet meer wist.

De aangehouden mannen zijn uiteindelijk veroordeeld tot een werkstraf van 80 uur, 1 maand voorwaardelijke celstraf en het betalen van een schadevergoeding.

Drie weken na het incident werk ik weer mijn eerste horecadienst. In het centrum spreek ik samen met mijn coach weer een wildplasser aan. Hij gaat volledig uit zijn plaat en ik moet meteen terugdenken aan de mishandeling eerder die maand. We weten hem tot bedaren te brengen zonder verdere problemen en sturen hem met een boete naar huis.

Zo’n incident verdwijnt nooit uit je gedachten, maar ik heb er geen seconde aan getwijfeld of het politiewerk wel bij me past. Ik ben hierdoor alleen maar meer gebrand om mijn werk met 100 % inzet en overtuiging uit te voeren, mét de integriteit die iedereen van de politie mag verwachten!

In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen