0 gebruikers (en 1 gast bekijken dit topic.
maandag 11 november 2013Gelukkig hebben veel mensen nooit te maken met een inbraak in hun woning, maar de impact bij hen die het wel overkomt, kan zeer groot zijn.Een inbraak is een inbreuk in je vertrouwde leefomgeving, je persoonlijke levenssfeer. Ondanks de grote inzet van de collega’s hebben we helaas te weinig capaciteit om dit een halt toe te roepen. Mooi om te zien dat door collega’s een actie op touw is gezet met als doel de burgers bewust te maken van inbraken en zo proberen het aantal woninginbraken te verminderen. Een dag die hiervoor is gekozen is 11/12/’13. Op deze dag willen de collega’s het voor elkaar krijgen om, in samenwerking met de burgers en hun daarbij genomen initiatieven, het woninginbrakenaantal op nul te krijgen. Doe mee aan deze actie om een vuist te maken tegen woninginbrekers. Bekijk hun website op http://www.1dagniet.nl/Omstreeks 00:30 uur roept de meldkamer mijn collega Jessica en mij en meldt een inbraak heterdaad in een woning op de A straat.We zitten daar niet ver bij vandaan, dus geven we een beetje gas bij om zeker de inbreker niet te missen. Bewoners van een nabij gelegen woning hebben gezien dat er een manspersoon in het zwart gekleed, klein van postuur, via een ladder op de eerste verdieping van een huis naar binnen geklommen is.Ze weten zeker dat de man nog niet door het geopende raam naar buiten gekomen is.Gekomen bij de hoekwoning omsingelen wij deze. Jessica wacht aan de voorzijde van de woning en ik loop naar de achterzijde. Zodra ik de tuin inloop zie ik een ladder staan en haal deze weg, zodat ik in ieder geval de inbreker verhinder om via de ladder weer terug te komen. Ik leg de ladder op de grond en zie hierna dat er een been verschijnt die zijn weg zoekt naar de ladder. Vervolgens verschijnt er een tweede been en daarna komt een achterwerk tevoorschijn. De inbreker heeft mij nog niet opgemerkt en omdat ik niet wil dat hij op de grond valt, roep ik met luide stem dat ik van de politie ben en hij aangehouden is. Bliksemsnel trekt hij zich terug en verdwijnt weer in de woning.Helaas is Jessica in de veronderstelling dat ik de inbreker te pakken heb in de tuin als ze mij hoort roepen, want ze verlaat haar positie aan de voorzijde en komt naar de achterzijde.Ik roep dat ze aan de voorzijde moet blijven staan, want de inbreker zit nog in het huis.Even met dezelfde snelheid als waar de benen het huis weer zijn ingetrokken, verlaat de inbreker het huis aan de voorzijde. Ik hoor Jessica roepen: Daar gaat hij!Ik zet de achtervolging in en geef tegelijkertijd aan de meldkamer door dat de inbreker er te voet vandoor is richting de C buurt. Ook Jessica rent achter de inbreker aan en we splitsen ons bij de kleine woningen in de C buurt. Plotseling hoor ik een schot, een grote doffe klap en vervolgens een scala aan scheldwoorden. Ik roep of ze gewond is geraakt, maar ze roept dat ze op haar gezicht is gevallen en een waarschuwingsschot heeft gelost.Niet wetende waarom ze een waarschuwingsschot heeft gelost ren ik parallel door de steegjes heen in de richting waarvan ik vermoed dat de inbreker is gerend. Aan het einde van het steegje heb ik een ruim overzicht over het voetbalveld en de O straat. Ik zie helemaal niemand lopen of rennen. Het lijkt me sterk dat de inbreker hier al over is gestoken, dus moet hij nog in het parallel lopende steegje zitten.Omdat er een waarschuwingsschot is gelost en ik niet zeker weet of de inbreker gewapend dan wel ongewapend is, neem ik uit voorzorg mijn pistool ter hand. Ik sluip zachtjes richting het steegje en zie tot mijn verbazing in het licht van de lantaarns een persoon gehurkt zitten achter de struiken, met zijn rug naar mij toe. Ik zie dat hij in zijn rechterhand een zwart voorwerp geklemd heeft. Mijn hart bonst in mijn keel, omdat ik vermoed dat het zwarte voorwerp wel eens een vuurwapen kan zijn. Ik sluip naderbij met getrokken pistool, gericht op de inbreker. Dan gaan de radertjes in je hoofd op volle toeren werken. Wat ga ik doen als hij zich omkeert, mij ziet en het vuurwapen op mij richt? Ik ga hem neerschieten, flitst het door mijn hoofd heen. Ik besluit om hem van dichtbij te benaderen en met een grote brul aan te roepen. Helaas verloopt altijd niet alles volgens plan, want van de kant van de O straat komt een politieauto aangescheurd die precies voor het paadje stopt. Niet wetende dat ik als een tijger in de aanslag zit om mijn prooi te bespringen springt collega Leo uit de auto en komt het paadje inlopen.De inbreker draait zich om en rent in mijn richting. Ik schreeuw dat hij het wapen moet laten vallen, anders zou ik hem neer ‘knallen’. Doordat hij zo’n vaart heeft komt hij echter op 10 centimeter afstand van mijn gerichte pistool tot stilstand. De inbreker kijkt van dichtbij in de loop van mijn pistool en staat als aan de grond genageld, ik denk ook vooral door mijn niet al te vrolijke blik. Schieten is geen optie, dus in een reflex sla ik hem met mijn pistool met kracht boven op zijn hoofd. Ik zie het draaiende oogwit van de inbreker die met een hevig gekreun in elkaar zakt. Ik berg mijn pistool en grijp de arm van de inbreker, die inmiddels op de grond ligt, beet waar ik zojuist het zwarte voorwerp heb gezien. Het zwarte voorwerp blijkt een stel lederen handschoenen te zijn die hij in zijn rechterhand heeft.Wat ben ik blij dat ik niet geschoten heb! De inbreker komt inmiddels weer aardig bij kennis. Ik zie dat het de bekende woninginbreker Z is die erom bekend staat dat hij altijd verzet biedt tijdens zijn aanhouding. Z weigert zijn armen op zijn rug te doen en gaat wederom in het verzet. Gelukkig is inmiddels Leo bij mij en samen brengen we Z onder controle. Hij blijkt een grote bloedende hoofdwond te hebben, waardoor we eerst de spoedeisende hulp moeten bezoeken. Nadat Z is voorzien van 6 hechtingen mag hij mee naar het bureau.Tijdens de fouillering treffen we diverse sieraden aan die hij kennelijk bij de inbraak heeft ontvreemd en zag ik ook dat hij een natte plek in zijn broek had.Hij vindt mij niet erg aardig, want als blikken kunnen doden zou ik er nu niet meer geweest zijn. Jessica blijkt tijdens het rennen door de bosschages prikkeldraad tegen gekomen te zijn. Denkende dat het een vrije doorgang was, smakte ze met een doffe klap voorover in de struiken. Ze hield er een kapotte broek en twee geschaafde knieën aan over.Tijdens zijn verhoor verklaart Z dat hij de politieagent, die hem aangehouden had, een gestoorde vond die hem kennelijk had willen doodschieten. Hij was zo bang geweest dat hij in zijn broek geplast had. Hij wilde een klacht tegen mij indienen en wilde aangifte van mishandeling en vernieling van zijn kleding doen.Als ik dit verhaal schrijf verschijnt er nog een vette glimlach op mijn gezicht. Gezien de staat van dienst van de inbreker heeft deze eens een keer een koekje van eigen deeg gehad. Van de klacht of aangifte heb ik nooit meer wat gehoord.
14 november 2013 - Vrachtwagenchauffeurs en politiemensen. Deze beroepsgroepen komen geregeld met elkaar in aanraking. En dan bedoel ik de corrigerende agent die de vrachtwagenchauffeur een bekeuring geeft voor het voeren van een (te) rijkelijk uitgebreide verlichting. Of voor de beroemde gordijntjes aan de zijruiten die het uitzicht belemmeren. Maar wij hebben zeker ook overeenkomsten. Bijvoorbeeld passie voor ons werk. En, als het erop aankomt, bereid zijn om gezamenlijk als professional op te treden, eensgezind.De politiemeldkamer wordt omstreeks 23:00 uur gebeld door een verontruste man. Zijn vrouw is in verwarde toestand met de auto vertrokken richting Rotterdam. Hij vermoedt dat ze van plan is om zelfmoord te plegen. Nog geen paar minuten later regent het telefoontjes over een spookrijder op de bewuste rijksweg. Al snel wordt de vrouw inderdaad op de verkeerde weghelft gesignaleerd door een politieauto, die op de goede weghelft naast haar auto gaat rijden. De vrouw reageert nergens op, ondanks dat de politieagenten verwoede pogingen doen en diverse tegenliggers moeten uitwijken.Mijn collega, Irene, en ik rijden op dat moment door een tunnel in de richting van de spookrijdster en besluiten om een zogeheten verkeersstop te doen. We vertragen het verkeer achter ons en vormen zo een blokkade. Tegelijkertijd vragen we de meldkamer om de tunnel met slagbomen af te sluiten. Er staan twee vrachtwagens achter ons en ik vraag de chauffeurs om hun trucks stil te zetten op rijstrook 1 en 3. De overige auto’s laten we erachter staan. De automobilisten moeten in hun auto blijven. Vervolgens plaatsen we vliegensvlug onze politiebus op de vluchtstrook en zetten alle verlichting aan. Ik vertel in het kort tegen de chauffeurs dat er een spookrijdster aankomt, die we willen laten stoppen en vraag hen alles aan te zetten: schijnwerpers, grote verlichting. Kortom, een zee aan licht.In het midden op rijstrook 2 blijft een ontsnappingsgat, waar niets staat. Dit is de enige mogelijkheid om de spookrijdster te stoppen voordat er doden vallen. Ik vraag aan een verbaasde Irene om alle grote spullen uit onze bus aan mij te geven. De lege rijstrook 2 leggen we vol met attributen: een (uitgeschoven) ladder, schep, veiligheidsvesten, bezem en pilonen. Kortom, de hele standaardinhoud van een politiebusje. De vrachtwagenchauffeurs leggen er ook de nodige obstakels bij. Het lijkt werkelijk op een vrijmarkt op Koninginnedag, maar het is natuurlijk bedoeld om de vrouw af te remmen, mocht ze toch niet worden afgeschrikt door de felle verlichting. Alles moet in heel korte tijd gebeuren. Tot slot pak ik een breekijzer, waarmee ik van plan ben om de voorruit mee aan diggelen te slaan, als ze over onze uitgestalde waren zou heenrijden.In de verte zien we koplampen opdoemen en rijdt ons een auto spookrijdend tegemoet. Met spanning wachten we af wat ze gaat doen. Gaat ze afremmen en stoppen of duikt ze in het zwarte gat op rijstrook 2 met als gevolg dat ze haar auto vastrijdt op alle attributen?Gelukkig remt ze af en komt ze eigenlijk vrijwel tot stilstand op honderd meter van ons. We zien haar witte gezicht afsteken tegen de giga-verlichting van de vrachtwagens. Ze moet werkelijk geen steek voor ogen gezien hebben. Ons plan is gelukt. Collega’s van de politie stormen op de auto af en trekken haar achter het stuur vandaan. De vrachtwagenchauffeurs zijn apetrots op hun bijdrage, maar ik ben nat van het zweet. Reken maar dat de chauffeurs gelachen hebben om die twee maffe politieagenten die de inboedel van hun politieauto over de weg spreidden, maar we hebben met z’n allen wel eendrachtig ons doel bereikt!De meldkamer vraagt of ze de afgesloten tunnel weer vrij kunnen geven voor het verkeer. Irene vraagt ze om even te wachten, om onze spullen van de vrijmarkt van de weg te halen. De meldkamer begrijpt hier natuurlijk niets van. Nadat Irene heeft uitgelegd dat we een rijstrook bezaaid hebben met onze inboedel moeten ze hard lachen; ze hadden dit graag gezien. Al toeterend verlaten de chauffeurs hun positie en rijden ze verder. Wat een geweldig resultaat!De vrouw werd overigens met succes behandeld voor haar psychische problemen.Over de bloggerCitaatPiet Kats(foto: politie.nl)Piet Kats Kats is 44 jaar en werkt als brigadier in de noodhulp Rotterdam op district Zuid. Al 18 jaar in het blauw, motorrijder en specialist op het gebied van verkeer. Piet: 'Ik heb de afgelopen twee jaar meer dan 100 incidenten uit 18 dienstjaren opgeschreven. Daar wilde ik iets mee doen en daarom heb ik, om uit te proberen, een blog gemaakt. Mijn doel is burgers eens te laten kijken door de bril van een politieagent en meer begrip te vragen voor ons werk en handelen.’
Piet Kats(foto: politie.nl)Piet Kats Kats is 44 jaar en werkt als brigadier in de noodhulp Rotterdam op district Zuid. Al 18 jaar in het blauw, motorrijder en specialist op het gebied van verkeer. Piet: 'Ik heb de afgelopen twee jaar meer dan 100 incidenten uit 18 dienstjaren opgeschreven. Daar wilde ik iets mee doen en daarom heb ik, om uit te proberen, een blog gemaakt. Mijn doel is burgers eens te laten kijken door de bril van een politieagent en meer begrip te vragen voor ons werk en handelen.’
maandag 18 november 2013De politie krijgt ook te maken met meldingen over dieren. Dat varieert van dieren die mishandeld zijn/worden, overlast van blaffende honden of een ontsnapt reptiel waarvan verwacht wordt dat we die even met onze blote handen komen vangen. Afkomstig van het platteland en opgegroeid met allerlei dieren heb ik redelijk wat ervaring met dieren. Maar hoe mooi de natuur door haar Schepper gemaakt is, beseffen we maar al te goed na de melding van de Charloisse Lagendijk.Een andere politieauto krijgt de melding van een schaap wat op zijn rug ligt. Omdat ik weet wie er op deze auto zitten hoor ik ze denkbeeldig al mopperen. Daar is de dierenambulance toch voor en niet de politie?. Maar we hebben Piet in dienst en die weet met schapen om te gaan.Nog geen minuut later worden Reinier en ik geroepen met de vraag of we daar niet naar toe willen komen om te helpen. Stiekem zijn we al die richting opgereden omdat ik de vraag al verwacht had.Ter plaatse zien we inderdaad een schaap in de weide liggen. Een aantal schapen erom heen staan ‘schaapachtig’naar hun maatje te kijken, maar ook een paard erbij. Om in de weide te komen, moeten we eerst over een hek heen klimmen. We plaatsen onze schuifladder tegen het hek en klimmen hier met z’n vieren overheen.Gekomen in de buurt van het schaap, zie ik dat uit het achterwerk van het schaap de kop van een lam steekt. Ik loop naar het schaap toe, maar wat er dan gebeurt is enerzijds schrikken, maar aan de andere kant wonderlijk mooi. Het paard stampvoet en gaat over het schaap heen staan. Wat denken wij wel niet dat om zijn maatje kwaad te gaan doen? Ik probeer het paard op z’n gemak te stellen, maar deze wordt steeds wilder. Strelen op z’n hals en liefelijke woordjes spreken levert me alleen een paar forse bijtpogingen op richting mijn arm. Het paard duldt niet dat we bij het schaap komen. Ik pak mijn wapenstok en probeer het paard weg te prikken, maar hierdoor gaat het paard bijna op het schaap staan. Daar sta je dan, drie collega’s die mij uit staan te lachen, een paard wat zijn maatje beschermt en een lammerend schaap waar je niet bij kunt komen.Maar opgeven staat niet in mijn woordenboek en snelheid is geboden.Ik vraag aan Reinier om de ladder te pakken en deze aan mij te geven. Met de ladder horizontaal houdend loop ik op het paard af. Deze deinst van dit gevaarlijke ding achteruit en zo krijgen we ruimte om het schaap te pakken. Ik roep naar Reiner en de andere twee collega’s dat ze als een speer het schaap moeten pakken en naar het schuurtje 20 meter verderop moeten slepen, maar met drie angsthazen valt het niet mee. Met z’n drieën pakken ze het schaap beet en willen het gaan slepen, maar het paard slaat toe. Ik krijg een enorme duw en val met ladder en al achterover in de drassige weide. De collega’s zetten het op een lopen en we zijn weer terug bij af. Ik krabbel overeind en lijk op een modderkruiper.Het paard staat weer over het schaap heen en wordt steeds kwader. Maar mijn geduld raakt ook op en als een indiaan storm ik met de opgeheven ladder op het paard af. Ik geef hem een gepaste mep met de ladder. Ik duw en schreeuw en weet het paard weer terug te dringen. Maar de natuur heeft hem geleerd dat er aan beide zijden van de ladder een ontsnappingsruimte is. Het lijkt wel een kat en muisspel. Het paard probeert rechts langs de ladder te komen en ik blokkeer hem door naar rechts te springen. Het paard probeert dan links langs de ladder te komen en ik blokkeer hem links. Ik schreeuw naar de collega’s dat ze op moeten schieten en het schaap zo snel mogelijk beet moeten pakken en naar de schuur moeten slepen. Gelukkig lukt het dit keer wel en binnen de tijd want ik was werkelijk bekaf. Het lijkt wel een hindernisbaan die ik gelopen heb, maar dan met volledige bepakking. Snel leg ik de ladder voor de schuur neer en doe de deur dicht.Ik trek handschoenen aan, pak de kop van het lam beet en probeer het eruit te trekken. Dit lukt niet omdat de pootjes gebogen zitten. Ook is het schaap vermoeid van alle omstandigheden dus dat werkt ook niet mee. Jammer genoeg bemerk ik dat het lam al dood is, maar als het nog langer blijft zitten gaat het schaap ook dood.Gelukkig blijkt de boer al gewaarschuwd te zijn en samen met hem halen we het dode lam eruit.Het schaap krijgt een spuit tegen de infectie en blijkt er later weer bovenop gekomen te zijn.De meldster en een aantal wandelaars blijken de hele vertoning gezien te hebben en smakelijk gelachen te hebben om de rodeo-agenten.Een hele ervaring rijker en met ontzettende smerige stinkende kleding vertrekken we naar het bureau om ons om te kleden.Mooi om te horen is dat de boer vertelt dat het paard normaal gesproken een ontzettend lief en rustig dier is en hij zich niet voor kan stellen dat zijn paard zo tekeer is gegaan. Maar dat is nou dierenliefde. Hij beschermde zijn hulpeloze maatje.
maandag 25 november 2013We hebben die avond in december video-surveillance met een onopvallende Volvo van de Verkeerspolitie. De auto is uitgerust met een permanent draaiende video-camera, waarbij de beelden ‘live’ opgenomen worden. Deze beelden kunnen dan direct teruggekeken worden, zodat overtreders hun capriolen kunnen bekijken. Gekomen op het Vaanplein te Rotterdam moet ik hoognodig naar het toilet. We besluiten even door te rijden naar een politiebureau. Net als we onze auto voor het bureau geparkeerd hebben en zijn uitgestapt horen we via de mobilofoon een melding van een brand in de woning aan de X weg door de meldkamer. Er wordt tevens doorgegeven dat er zich nog mensen in de woning bevinden. Plaatselijk goed bekend roep ik tegen mijn collega dat dit heel dichtbij is. Hierop springen we in de auto en rijden naar het pand toe. De videocamera draait lustig mee. Gekomen voor het pand slaan de vlammen hier al uit. Het blijkt op de derde verdieping te zijn. Voordat ik uitstap richt ik de videocamera op het brandende pand. Op dat moment zie ik niet dat achter de vlammen, die uit het raam slaan, een persoon aan de dakgoot hangt.Ik ren naar de portiekdeur van het pand toe en vraag aan omstanders of ze weten waar de bewoners zijn of dat ze mogelijk nog binnen zijn. Ik hoor iemand zeggen dat ik dan even naar boven moet kijken, dan kon ik de bewoner zien.Wat ik toen zag was verschrikkelijk…. Aan de dakgoot hangt een man, die wanhopig probeert aan de vlammen te ontkomen. In een flits schiet nog door me heen hoe die ‘iemand’ dit op zo’n koele toon kan zeggen, terwijl daar een mens in doodsnood aan de dakgoot hangt. Achteraf kan ik hier nog kwaad om worden.Ik schreeuw tegen het slachtoffer dat hij vol moet houden en dat de brandweer eraan komt. Ik heb geen idee of hij het gehoord heeft, maar hoor inmiddels wel de brandweer aan komen, omdat de kazerne dichtbij is. De brand slaat uit en vurige tongen lekken langs het raam richting de man. Ik zie dan dat de vlammen vat krijgen op de kleding van het slachtoffer. Er klinken doodskreten en ik schreeuw nogmaals dat hij vol moet houden. Inmiddels is de ladderwagen ter plaatse en komt er een brandweerman naast mij staan. Ik wijs naar het slachtoffer en vertel dat ik niet weet of er nog meer bewoners binnen zijn. De brandweerman trekt mij een stuk terug, terwijl zijn collega’s zo snel mogelijk de ladder in positie willen brengen.Helaas is het te laat want op het moment dat we even met elkaar staan te overleggen wat we verder nog kunnen doen, laat het slachtoffer los en valt naar beneden. Het geluid als hij neerkomt klinkt als of er een zak aardappelen op de grond neergesmeten wordt. Ik sta eigenlijk perplex te kijken tot ik een stomp van de brandweerman krijg die roept dat we het slachtoffer weg moeten halen onder het pand vandaan.We grijpen allebei een arm van het slachtoffer en slepen hem onder het brandende pand vandaan. De arm die ik vastpak is ontveld en geblakerd en de lucht die ik ruik is erbarmelijk. Bij de brandweerwagen wordt het slachtoffer door de brandweermensen gekoeld. Ik hoor hem kreunen en kniel naast hem neer. Ik vraag hem naar zijn naam, maar krijg geen contact met hem. Het gezicht van het slachtoffer is vreselijk verbrand en ik heb weinig hoop meer dat hij het redt.Dat blijkt ook achteraf want na drie uur overlijdt hij.Teruggekomen in de auto, spoelen we de videoband terug. Ik realiseer me dat de videocamera naar boven gericht stond. Achter de vlammen zien we de man aan de dakgoot hangen tot de tijd dat hij loslaat en naar beneden valt. We hebben er even over nagedacht en hebben hierna de beelden gewist, zodat niemand over deze gruwelijke beelden kan beschikken. We zijn hierna al vrij snel naar het bureau teruggegaan, want op zulke momenten heb je weinig lust meer om je werk te doen en zit je er totaal niet meer met je ‘koppie’ bij.Op 29 oktober 2013 verschijnen foto’s via whatsapp waarbij 2 monteurs op een brandende windmolen staan, kort voor ze door de vlammen gegrepen worden. Dit roept herinneringen bij me op aan bovenstaand incident. Via twitter roep ik op om de foto te wissen voor ze een onuitwisbare indruk maken. Ik krijg heel veel steun, waarbij de fotograaf zelfs zijn foto verwijdert nadat bekend was dat beide monteurs om het leven waren gekomen. Maar ook krijg ik stevige kritiek waar ik me mee bemoei en wordt de foto door hackers teruggetoverd en op internet geplaatst. Maar ik kan me wel verplaatsen in de hulpverleners die bij het incident in Ooltgensplaat zijn geweest.Je vergeet dit nooit meer.Zie artikel http://www.nrc.nl/nieuws/2013/11/14/de-aangekondigde-dood-in-onverwachte-en-gruwelijke-vorm/
21 november 2013 - De deur staat wagenwijd open en in de woonkamer ligt het slachtoffer dat gereanimeerd moet worden. Het ziet er eerlijk gezegd niet goed uit. De vrouw van het slachtoffer is in alle staten. Ze weet met de hele situatie geen raad.Om ons volledig te kunnen concentreren op het reanimeren, vragen we voor haar extra collega’s erbij. We beginnen met handelen, geen pretje met een nuchtere maag. Er was bij het begin van deze ochtenddienst geen tijd voor een boterhammetje. We stapten meteen de auto in op weg naar deze melding en probeerden ons onderweg voor te stellen welke situatie we zouden aantreffen.Mijn maatje en ik kijken elkaar aan tijdens het reanimeren en weten het: deze man is al enige tijd overleden. We kunnen niets meer voor hem doen. Inmiddels staat het ambulancepersoneel naast ons. Ook zij constateren hetzelfde.Dan komt er een moment waarop je even niet meer hoeft te handelen. Hoe lang ze er al staat, weet ik niet, maar ik zie haar nu pas voor het eerst. Een meisje in haar pyjama, net zo oud als mijn dochter, staat vanaf de trap naar ons te kijken. Ze wil papa goedemorgen zeggen, want ze is net wakker. Ik hoor haar moeder die het meisje probeert uit te leggen wat er gaande is. De sfeer in huis, de moeder met haar dochter, de foto's in de kamer van een gezin en een slachtoffer net zou oud als ik, het raakt me. Het wordt me plotseling even teveel en ik loop snel naar buiten. Mijn maatje merkt het en loopt met me mee. Tranen rollen over mijn wangen. Ik zie mijn eigen dochter voor me en hoe die afscheid zou nemen van mij. Mijn collega vangt me op, maar ik zie in zijn ogen dat ook bij hem de waterlanders opkomen. Samen staan we daar op straat zomaar te huilen. We worden opgevangen door onze chefs die ook naar de woning zijn gekomen.Uiteraard bespreken we deze melding met een bakje koffie. 'Bij de politie drinken ze de hele dag koffie,' wordt vaak gezegd. We drinken inderdaad koffie, nu even letterlijk een bakkie troost. Nadat we ook een boterhammetje op hebben, horen we de collega's van de meldkamer weer: 'Wilt u gaan naar...' En daar gaan we weer.Over de bloggerCitaatDirk-Jan Grootenboer(foto: politie.nl)Dirk-Jan Grootenboer is 34 jaar en werkt als hoofdagent bij de noodhulp in Dordrecht en omstreken. Dirk-Jan: 'Tussen de 112-meldingen door ben ik dichtbij de burger dankzij het gebruik van social media. Op die manier wil ik laten zien hoe mooi en uitdagend het politievak kan zijn.'
Dirk-Jan Grootenboer(foto: politie.nl)Dirk-Jan Grootenboer is 34 jaar en werkt als hoofdagent bij de noodhulp in Dordrecht en omstreken. Dirk-Jan: 'Tussen de 112-meldingen door ben ik dichtbij de burger dankzij het gebruik van social media. Op die manier wil ik laten zien hoe mooi en uitdagend het politievak kan zijn.'
Op zoek naar twee voortvluchtige inbrekers ga ik met politiehond Breston een Drents natuurgebied in. De twee waren even daarvoor betrapt door buurtbewoners, sloegen op de vlucht en lieten de buurtbewoners verbouwereerd achter.Het duurt niet lang of mijn maatje Breston vindt een spoor en loopt strak aan de lijn voor mij uit. Het eerste bosperceel is snel genomen, we steken schuin een weiland over en komen in een bos dat voornamelijk uit veen en moeras bestaat. Het duurt niet lang of het water staat in mijn kisten. Breston gaat verderop bij een voorwerp liggen dat, dichtbij gekomen, handschoenen blijken te zijn. Als die er al enige tijd zouden liggen, zou mijn diensthond er even aan ruiken en verder gaan. Maar hij blijft liggen; er zit dus nog menselijke geur aan.Na nog een moerasgedeelte te hebben geslecht, komen we uit op een fietspad, dwars door een natuurgebied. Mijn hond zet zijn neus op het asfalt en speurt rustig door. Ik zie schoenafdrukken; de twee verdachten zijn door het moeras gegaan en hun sportschoenen zijn nu dus nat.Dan slaat Breston opeens rechtsaf het natuurgebied in. Het duurt niet lang of ik zit behoorlijk vast in het moeras. Met moeite kan ik het spoor volgen langs de kronkelbeek. Daarom vraag ik om ondersteuning van de politiehelikopter: dit gebied is heel geschikt voor een helikopter-zoekactie. Helaas kan de heli niet komen, dus ga ik enigszins gefrustreerd verder langs de beek. Een andere hondengeleider, die op het zandpad rijdt, houdt continu zichtcontact met mij.Plotseling wil Breston direct naar de overkant van de beek. Als mijn koppel echter onder water komt, heb ik geen verbinding meer met portofoon en GSM. Dus koppel af, boven mijn hoofd houden en hopen dat de beek niet al te diep is. De oversteek van zo’n vier meter valt me mee: het water komt tot net boven mijn middel. Aan de overkant doe ik mijn koppel weer om en laat Breston verder speuren. Ondertussen vragen collega’s via de portofoon waar ik ben en juist op dát moment weigert mijn portofoon. Hij heeft toch water gemaakt. Ontvangen kan ik nog wel, maar zenden niet. Het zichtcontact tussen mij en de collega’s is ook verbroken. Ook mijn mobiele telefoon heeft al snel geen bereik meer. Tja, daar loop je dan met zijn tweëen midden in een natuurgebied.Tot overmaat van ramp zak ik langzaam weg in het moeras. In eerste instantie zonder dat ik er erg in heb, maar ineens sta ik tot aan mijn knieën zó vast in de grond dat ik totaal niet meer kan bewegen. Ik roep Breston en pak hem stevig vast. Gelukkig heeft hij wél genoeg kracht en trekt mij langzaam uit het moeras.Als ik verder wil gaan, draait Breston zich om en loopt terug naar de beek. Hij steekt zijn neus in de lucht en wil een stukje verder weer de beek oversteken. Ik kijk aandachtig naar de grond en zie een schoenspoor en aan de overkant van de beek ook een klimspoor in het riet. Dus de koppel maar weer boven mijn hoofd in de veronderstelling dat ik weer tot mijn middel het water in ga. Dat valt tegen; ik ben nog niet halverwege als ik in een diep gat stap en alleen mijn hoofd nog droog blijft. Totaal doorweekt kom ik het ijskoude water uit. Gelijk de koppel weer om en Breston zorgt ervoor dat ik me weer warm loop. Af en toe zie ik een voetspoor van een van de verdachten op de grond.In de stemmen van de collega’s op de portofoon hoor ik enige verontrusting, maar zenden lukt nog steeds niet. Toch raar: je mankeert niets, oké je bent drijfnat, bent verdachten op het spoor en kunt dit niet doorgeven aan je ongeruste collega’s. Nu ook ik en mijn maatje spoorloos zijn, komt het verlossende woord: de politiehelikopter is onderweg vanaf Schiphol om mij te zoeken. Ondertussen gaat Breston gewoon door met zijn werk. Het gehele spoor loopt zo’n beetje langs de kronkelende beek, af en toe dwars door dichte bosjes. Ik zie dat aan de vers afgebroken takken en voetsporen. Elke keer weer een bevestiging voor mij dat Breston op het goede spoor zit.Eindelijk zie ik een dubbele boomwal, wat erop duidt dat ik niet ver van een verharde weg of zandpad ben. Voor ik het weet, hoor ik een collega-hondengeleider: ‘We hebben fysiek contact met Hugo’. Twee hondenvoertuigen komen snel mijn kant op. Inmiddels blijken meerdere collega’s actief op zoek naar mij. Na kort bijgesproken te hebben met de hondengeleiders neemt een van hen ons spoor over. Breston kan nu even uitrusten. Inmiddels hangt de helikopter boven ons en wordt het zoeken naar de twee verdachten hervat. Helaas pakt de diensthond van mijn collega het spoor niet meer op en wordt de zoektocht gestaakt. Nadat ik de eerder gevonden handschoenen heb veiliggesteld, trek ik maar eens een droog pak aan.De recherche uit Assen laat me later weten dat de door Breston aangetroffen handschoenen een DNA-hit opleverden. Eén van de verdachten is al aangehouden en heeft de inbraak bekend. Kijk, daar doe je het voor, al had ik ze liever in het natuurgebied aangehouden, samen met mijn trouwe maatje. Over de bloggerHugo Roossink met Breston(foto: politie.nl)CitaatHugo Roossink met diensthond Barry(foto: politie.nl)Hugo Roossink is 44 jaar en werkt als brigadier in Noord-Nederland, district Fryslan. Al 22 jaar in 't blauw en sinds 2001 surveillancehondengeleider, commandant Mobiele Eenheid (ME) hondenbrigade en informatiemanager en coördinator bij de Veiligheidsregio Fryslan. Hugo: 'In de jaren dat ik dienst draai, heb ik genoeg meegemaakt. Omdat je in een tweet maar 140 leestekens kwijt kunt en ik toch inzichtelijk wil maken dat ons werk zoveel meer is dan alleen bonnen schrijven, schrijf ik vanaf september dit jaar blogs. Dus de verhalen van de straat.'
Hugo Roossink met diensthond Barry(foto: politie.nl)Hugo Roossink is 44 jaar en werkt als brigadier in Noord-Nederland, district Fryslan. Al 22 jaar in 't blauw en sinds 2001 surveillancehondengeleider, commandant Mobiele Eenheid (ME) hondenbrigade en informatiemanager en coördinator bij de Veiligheidsregio Fryslan. Hugo: 'In de jaren dat ik dienst draai, heb ik genoeg meegemaakt. Omdat je in een tweet maar 140 leestekens kwijt kunt en ik toch inzichtelijk wil maken dat ons werk zoveel meer is dan alleen bonnen schrijven, schrijf ik vanaf september dit jaar blogs. Dus de verhalen van de straat.'
Jos van Arendonk @JosvArendonkWijkagent Oud-Beijerland Centrum / Zeeheldenwijk, lid Bedrijfs Opvang Team, Eenheid Rotterdam, District Zuid-Holland-Zuid, basiseenheid Hoeksche Waard.Oud-Beijerland · politie.nlColl @Piet_Kats uit Rdam, inwoner vd #H.W. wordt door DC Janse bedankt voor het redden ve oude man die in sloot sloot was beland. Piet was onderweg naar zn werk en hoorde de melding dichtbij. Piet trok man op het droge. #WaakzaamEnDienstbaar10:45 AM - 4 Dec 13
Piet Kats heeft een link gedeeld.ongeveer een uur geleden · Vandaag met een smoes naar bureau Oud-Beijerland gelokt. Daar in het zonnetje gezet door districtschef Jan Janssen. Op 13 november pikte ik voor de avonddienst mn collega Debbie op, op de carpoolplaats bij de A29. Omdat ik altijd nieuwsgierig ben luister ik onderweg altijd naar de meldkamer op mn portofoon. Laat nou een melding vallen van een oude man die in de sloot gevallen was dichtbij. 1 minuut later stond ik met mn poten in de modder om hem eruit te trekken. Gelukkig was het geen diepe sloot, maar wel zo'n heerlijke stinkbaggersloot. Debbie en ik kregen hem niet op de kant getrokken, maar wel zijn hoofd uit de sloot. Alles kwam ondertussen aanrijden, brandweer, ambulance en politie. Met de ambulancemedewerkers die er als eerste waren de man eruit gezeuld. Gelukkig was hij 'goed' gevallen met zn rug in de sloot en mond/neus niet in het water. Dus voor mij een kadobon en Debbie een grote doos bonbons. Toch wel grappig !
We zijn al dichtbij en op het nachtelijke tijdstip is het stil op de weg. Toch doen we, met toestemming van de meldkamer, de sirene aan. Ervaring leert dat mensen in nood het vaak fijn vinden om de sirenes te horen; het geeft steun te weten dat hulp onderweg is.Als we op de plaats van het ongeluk aankomen, wordt het zicht nog belemmerd door een stilstaand busje van een getuige. Pas als ik uitstap, zie ik hoe ernstig het is. De bestuurder is met behoorlijke vaart tegen een muur aangereden. Was de auto voor de aanrijding een luxe middenklasser geweest, nu is er niet meer van over dan een hoopje verwrongen staal. Ik loop erheen terwijl mijn collega zich over de hevig geëmotioneerde getuige ontfermt. De man staat met zijn handen voor zijn mond bij zijn busje. Als ik het wrak nader, zie ik er niemand in zitten. Ik kijk om me heen of ik de bestuurder ergens zie staan of zitten. Niks. Alleen de getuige en mijn collega. Door het gebroken raam van de bestuurder kijk ik naar binnen. Tot mijn ontzetting zie ik dat de bestuurder volledig onder het stuur gefrommeld is. Ik hoef geen arts te zijn om te zien dat hij niet meer leeft.In de verte hoor ik sirenes van ambulance en brandweer; over ongeveer een minuut staan ze naast me. Maar ik hoor nóg iets dat op een zacht piepende stem lijkt. Het komt uit de auto. Ik kijk zoekend rond in de auto en zie een mobiel liggen. De telefoon ligt opengeklapt en ik zie aan het verlichte display dat er verbinding is. Met pijn in mijn hart pak ik de telefoon en spreek na het wegslikken van mijn zenuwen een kort ‘hallo?’De vrouw aan de andere kant huilt. Ik vertel haar mijn naam en dat ik van de politie ben. Snikkend zegt ze dat ze met haar vriend aan de telefoon zat toen ze een harde klap hoorde en hij ineens niets meer zei. Intussen komen de sirenes van de andere hulpverleners steeds dichterbij. Ze vraagt me waar de sirenes voor zijn en waarom de politie zijn telefoon heeft.De moed zakt me in mijn schoenen en de wereld lijkt even stil te staan. Ga ik deze vrouw nu vertellen dat haar geliefde niet meer leeft? Met strak dichtgeknepen ogen vertel ik dat de man van wie de telefoon is een aanrijding heeft gehad, dat ambulance en brandweer er bijna zijn en dat zij er alles aan zullen doen om hem te redden. Eerlijk voeg ik eraan toe dat het er slecht uitziet.Ze is ontroostbaar. Ik vraag haar adres en beëindig later een van mijn moeilijkste telefoongesprekken. Erna verzoek ik de meldkamer via de portofoon om iemand bij haar langs te sturen. Mijn collega's moeten het slechte nieuws, dat ze eigenlijk al weet persoonlijk brengen en zorgen voor de eerste opvang. Een troostende schouder bieden en alle vragen beantwoorden. Helpen de eerste maatregelen te nemen en zo zorgen dat ze niet alleen is als ze weer moeten gaan.Uit het sporenonderzoek blijkt later dat haar vriend veel te hard heeft gereden. Omdat hij aan het bellen was, merkte hij niet dat hij op de route die hij altijd reed de linkerafslag in plaats van de rechter nam. En daardoor nu bovenlangs het viaduct nam in plaats van onderlangs. Boven eindigde zijn reis en hun leven in de muur van de T-splitsing. Hij had niet geremd.Van mijn collega’s hoorde ik later dat hij kort voor het ongeval zijn vrouw ten huwelijk had gevraagd. Ze waren net verloofd.Over de bloggerCitaatKevin van Bree(foto: politie.nl)Kevin van Bree is 35 jaar en werkt als brigadier bij de politie in Delfshaven. Hij vervulde de afgelopen veertien jaar diverse blauwe functies binnen de eenheid Rotterdam. Kevin: 'Ik ben al een paar jaar ambassadeur voor de politie en vertel mijn verhalen om te laten beleven dat het werk meer is dan wat zichtbaar is. Daar gebruik ik nu sociale media voor zoals Twitter en Facebook. Een aantal van mijn belevenissen heb ik opgeschreven; dat zijn mijn blogs.'
Kevin van Bree(foto: politie.nl)Kevin van Bree is 35 jaar en werkt als brigadier bij de politie in Delfshaven. Hij vervulde de afgelopen veertien jaar diverse blauwe functies binnen de eenheid Rotterdam. Kevin: 'Ik ben al een paar jaar ambassadeur voor de politie en vertel mijn verhalen om te laten beleven dat het werk meer is dan wat zichtbaar is. Daar gebruik ik nu sociale media voor zoals Twitter en Facebook. Een aantal van mijn belevenissen heb ik opgeschreven; dat zijn mijn blogs.'
Tijdens onze surveillance door de wijk wijst een buurtbewoner ons op een buitenlands voertuig dat in de straat staat en daar volgens hem niet thuishoort. Ik loop met mijn collega even om de camper heen. De gordijntjes zijn gesloten en we kunnen niet naar binnen kijken.De camper komt uit een Zuid-Europees land en op het moment dat we eromheen lopen, horen we stemmen. We kunnen niet verstaan wat er wordt gezegd: het is meer gemompel. We kloppen op de deur van de camper en in de deuropening verschijnen een man en een vrouw. Het is duidelijk dat ze ons niet verwachten en ik word direct achterdochtig door hun zenuwachtige gedrag.Vanachter de slaapplaats van de twee verschijnt nog een hoofd. Dit hoofd ken ik. Hij komt niet van heel ver weg en als ik het goed heb, praat hij gewoon Nederlands. Ik spreek de jongen aan en hij kijkt me aan alsof hij mij niet begrijpt. Ik noem zijn naam en er verschijnt een brede glimlach op zijn gezicht, hij is de drugsrunner uit de buurt. Ja, dat is kennen en gekend worden in de wijk.Ik vraag hem om even uit de camper te komen en na wat gemopper komt hij naar buiten. Mijn collega noteert de namen van de buitenlandse toeristen en ik ben in gesprek met de jongen die met zijn rug tegen de camper staat. Heerlijk ontspannen. Denk ik..In een onverwacht moment draait de jongen zich om en zet het op een lopen. Eén seconde kijk ik verbaasd om me heen en zet daarna mijn sprint in. Door de straat met de mooie bomen en op volle snelheid linksaf de volgende straat in. ‘Blijf staan! politie!’, roep ik, eigenlijk wetende dat het een nodeloze kreet in de ruimte is. Opnieuw de eerste straat links, om een paar geparkeerde fietsen heen en tussen de auto’s door. Toch nog maar een keer proberen. Dus uit volle borst, voor zover het ging: ‘Blijf staan! politie!’Op dat moment zie ik dat een man zijn hoofd boven de motorkap van een auto van Openbare Werken uitsteekt. Hij is bezig met herstelwerkzaamheden aan het trottoir. De jongen rent inmiddels midden op straat en de man gaat ook midden op straat staan, wijdbeens en met zijn armen wijd om de jongen op te wachten. Wat een opluchting, het einde van de achtervolging. Te vroeg gejuicht; met een soepele duik duikt de jongen onder de armen van de man door. Ook het been van de man weet hij te ontwijken. Dus de achtervolging gaat verder, maar niet voor lang.Vanuit mijn ogenhoeken zie ik uit de voortuin van een woning een fiets verschijnen. Rijdend maar zonder bestuurder. Op het moment dat de drugsrunner het tuintje passeert, komt hij in aanraking met de fiets. Met een mooie duikeling komt hij boven op de fiets terecht en ligt met fiets en al verweven op de grond. Vanuit de tuin hoor ik een ijselijke gil: 'Mam, wat doe je nu?!'Nadat we de drugsrunner van de fiets hebben ontdaan, kijk ik verbaasd in het rond en zoek naar een verklaring voor de fiets zonder bestuurder. In de tuin van een woning staan een jonge vrouw en een oudere dame. 'Zo die ligt', zegt de dame. Ik kan een kleine glimlach op mijn gezicht niet onderdrukken. Haar dochter, die naast haar staat, is iets minder blij met de actie van haar moeder. Ze bleek bang dat de jongen zich op haar en haar moeder zou richten. In mijn gesprek met beide dames geeft de oudere dame de drugsrunner nog een wijze raad: 'Je moet niet wegrennen voor de politie.'De fiets van de dame is niet beschadigd en ik dank haar hartelijk voor haar actie. Korte tijd later fietst ze weg, kijkt heel even achterom en zwaait.Om haar te bedanken voor haar actie wordt ze een paar weken later uitgenodigd om naar het politiebureau te komen. We hebben een grote bos bloemen en een mooi cadeau voor haar als dank voor deze mooie actie. Tevens haalt de dame met haar heldhaftige optreden de krant. En dat heeft ze verdiend. Dit is met recht een superoma!Over de bloggerCitaatArthur van der Vlies(foto: politie.nl)Arthur van der Vlies (46) is voormalig politieman met 21 jaar ervaring. Hij werkte bij de surveillancedienst, bereden brigade en was buurtagent en lid van het bedrijfsopvangteam. Nu geeft hij lezingen en advies over de impact van het politiewerk en schrijft voor www.reflectieinblauw.nl. Verder geeft hij advies aan leidinggevenden binnen de politie en is hij gesprekspartner voor diverse politie-eenheden. Arthur: ‘Ik schrijf blogs en verhalen omdat ik aan burgers en collega’s wil laten zien dat politiemensen in hun werk veel dingen meemaken. Veel leuke dingen maar ze komen ook regelmatig voor dilemma’s te staan. Dilemma’s waar velen niet of nooit over na hoeven te denken. Mijn motto is: politiewerk blijft mensenwerk.’
Arthur van der Vlies(foto: politie.nl)Arthur van der Vlies (46) is voormalig politieman met 21 jaar ervaring. Hij werkte bij de surveillancedienst, bereden brigade en was buurtagent en lid van het bedrijfsopvangteam. Nu geeft hij lezingen en advies over de impact van het politiewerk en schrijft voor www.reflectieinblauw.nl. Verder geeft hij advies aan leidinggevenden binnen de politie en is hij gesprekspartner voor diverse politie-eenheden. Arthur: ‘Ik schrijf blogs en verhalen omdat ik aan burgers en collega’s wil laten zien dat politiemensen in hun werk veel dingen meemaken. Veel leuke dingen maar ze komen ook regelmatig voor dilemma’s te staan. Dilemma’s waar velen niet of nooit over na hoeven te denken. Mijn motto is: politiewerk blijft mensenwerk.’