wat houden de kleuren geel en groen en rood aan
4. Herkenning
Landelijk zullen we moeten kiezen voor een uniform herkenningssysteem waarbij
gebruik van kleuren de meest wenselijke blijkt. Een eenvoudige en eenduidige
toepassing van goed te herkennen en te onderscheiden kleuren in zo min mogelijke
variaties. Door de keuze van een systematiek worden verwarring en misleiding tot
bijna nul gereduceerd. Met alle goede bedoelingen van dien maar een combinatie
van strepen op- of een gekleurde helm, met een bepaalde jas en ook nog een
gekleurd vestje kan alleen maar falen. Het is van buitenaf onvoldoende helder welke
rol op zo’n moment aan wie is toebedeeld.
Eenvoud in de toepassing is, zoals gezegd, het meest gewenst. Een methodiek voor
snelle herkenning zonder kans op misleiding of te wel landelijke één en de zelfde
kleuren methodiek die wordt toegepast draagt, zeker bij gezamenlijk optreden, bij tot
het minimalisering van “missers”. De methodiek moet daarnaast aansluiten op de
nieuwe structuur van 7 operationele functies die nu mede door de NVBR is
ontwikkeld.
De keuren die geadviseerd worden zijn de zogenaamde “primaire kleuren” en
complementaire kleuren. Deze kleuren worden door mensen het snelst herkend en
van elkaar het best onderscheiden. Zelfs mensen met een beperkte kleurherkenning
zijn instaat deze kleuren te onderscheiden. Deze kleuren zijn: rood, blauw, geel en
groen en oranje.
In deze notitie wordt de voorkeur gelegd bij de schouderstukken in diverse kleuren
en zo nodig voorzien van aanvullende teksten. Deze kunnen na gelang de
5
Versie 2.1 – 7 maart 2007 Funcitionele herkenbaarheid
operationele functie van dat moment worden aangebracht en zonodig worden
verwisseld. (bijvoorbeeld van OVD naar PC enz.). De aanpassing bestaat uit het
wisselen van het schouderstuk bij het veranderen van functie. Of een applicaties
(met klittenband) behorende bij de functie aan te brengen. De korpsen die de
schouderstukken al gebruiken beoordelen het dragen als zeer praktisch en efficiënt
vanwege de mogelijkheid om snel te kunnen aanpassen aan de situatie.
5. Kleurindeling aan functiegroepen
Zoals is aangegeven, kunnen brandweerfuncties bij operationeel optreden
brandweerfuncties in clusters worden ingedeeld. Aan de hand van die indeling
worden kleuren toegewezen aan de bepaalde clusters. Deze indeling is tevens
gebaseerd op hetgeen nu al bij brandweer Nederland het meest wordt toegepast.
Daarmee wordt voorkomen dat veel brandweer korpsen en brandweerregio’s
ingrijpend moeten veranderen in de methodiek van functionele herkenning die ze nu
gebruiken.
De eerste functionele groep is de “repressief leidinggevende” en dat zijn de
bevelvoerder, de OVD (PC, pCC) en de HOVD (CC). Deze wordt per functie door
middel van een eigen kleur herkenbaar gemaakt. De gekozen kleur heeft de
hiërarchische volgorde op de zogenaamde onderliggende kleur. Rood is
onderliggend aan oranje en oranje is weer onderliggend aan geel.
Hieruit volgt:
Rood = BevelvoerderOranje = OVD (PC, pCC)Geel = HOVD (CC)De twee functionele groep is in belangrijke maten ondersteunend en/of adviserend.
Deze functies worden enkel met de kleur groen aangegeven. Hierdoor is het duidelijk
op welk niveau de functionaris zijn rol heeft in het operationele proces.
Hieruit volgt:
Groen = ROGS / AGSVeiligheidsofficier
……………
De derde functionelegroep is in het bijzonder ondersteund en heeft geen directe
invloed op het repressieve optreden. Deze functies worden enkel met de kleur blauw
aangegeven. Het niveau en invloed op het operationeel wordt ook hiermee weer
duidelijk aan gegeven.
Hieruit volgt:
Blauw = functionaris logistiek
functionaris verbindingen
plotter
voorlichter
…………..
De vierde groep zijn de functionarissen die geen operationele taak hebben. Hier is
het dus ook niet noodzakelijk om een zichtbare functionele herkenning toe te wijzen.
Meer kleuren zou immers alleen maar tot verwarring kunnen leiden.
Bron:
http://www.hulpverleningsforum.nl/index.php?topic=8181.0