Nieuwsbrief Nationaal Crisiscentrum, oktober 2013
http://www.rijkshuisstijl.nl/rijkslogo/newsletter/newsletter.cfm?objecttype=mark.apps.rijkslogo.trees.newsletter&pageid=C11DFEE1-A01A-69BE-7B3C7880F08E0953De Waterpompjongens van RijkswaterstaatHij is net terug van een missie, Dick Verbaan, één van de zogenaamde ‘Waterpompjongens’ van Rijkswaterstaat (RWS). In zeer korte tijd viel in het weekend van 12 en 13 oktober heel veel regen. Op verschillende plaatsen in Nederland draaiden gemalen en mobiele noodpompen overuren. Hierbij riepen waterschappen ook de hulp in van Rijkswaterstaat. “Zondagochtend (13 oktober) werden we al gebeld maar pas ’s avonds werd echt goed duidelijk dat de boeren in Zeeland in de problemen kwamen. Dit zou grote gevolgen hebben voor de tulpen- en aardappelteelt. Op verzoek van de waterschappen hebben we vier pompen ingezet en vorige week vrijdag (18 oktober) was alles weer op het ‘zomerpeil’. De pompen staan inmiddels weer startklaar voor de volgende klus”.
BesluitvormingNa een aanvraag beoordeelt het ministerie van Infrastructuur en Milieu of het verzoek reëel is en de inzet van waterpompen daadwerkelijk betrekking heeft op een dreigende (crisis)situatie. Er wordt dan een personele, technische en financiële inschatting gemaakt. Mocht dit in orde zijn dan wordt de procedure gestart en wordt er opdracht gegeven aan RWS Midden Nederland om de inzet van de waterpompen te regelen. De Directeur Generaal van Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het definitieve besluit om de pompen in te zetten. Hierbij wordt hij ondersteund en geadviseerd vanuit het DCC-IenM dat hierin samenwerkt met RWS MN.
Het kan voorkomen dat er geen sprake is van een (dreigende) crisissituatie. Als dat het geval is dan verwijst het DCC IenM naar de markt. Het is zelfs zo dat wanneer de aanvrager contracten heeft met bedrijven die beschikken over de bij IenM aangevraagde noodwaterpompen, IenM ze niet eens mag inzetten. Dat wordt als valse concurrentie beschouwd.
‘Waterpompjongens’RWS-Midden Nederland (RWS MN) is verantwoordelijk voor het reguliere beheer en onderhoud van het pomp- en leidingmaterieel. Koert van Elp (RWS MN) en Dick Verbaan (Project Programma Onderhoud) zijn een team wat in de wandelgangen de koosnaam ‘Waterpompjongens’ mee kreeg.
Zij hebben in totaal 20 pompen in beheer. Hiervan hebben tien pompen een capaciteit van 5000 m3/uur en de andere tien hebben een capaciteit van 3000 m3/uur. Het waterpompteam heeft inmiddels een eigen pomp ontwikkeld aan de hand van de specificaties zoals opgesteld naar aanleiding van ervaringen opgedaan bij eerdere inzetten. Deze specificaties betreffen bijvoorbeeld de maatvoering, het gewicht, opvoerhoogte en de capaciteit. Het ging hierbij vooral om het optimaliseren van de capaciteit (m3/uur) in relatie tot de afmetingen en het gewicht. “Het moet allemaal wel handelbaar blijven want we willen hierbij wel het maximum aan capaciteit geleverd zien”.
InzetverzoekInzet bestaat niet alleen uit het bedienen van de pompen. Het team probeert ook zo snel als mogelijk gegevens over de locatie te bemachtigen en bijvoorbeeld in te schatten hoeveel vrachtwagens er nodig zijn. Als er in het buitenland gepompt moet worden regelt het DCC ook het visum, de tickets, vaccinaties, etc. In overleg met de bevoegde instanties ter plaatse wordt de pomplocatie bepaald en wordt er meteen gestart met, met of zonder hulp z.s.m. het opbouwen van de waterpomp. In principe is het team geheel selfsupporting en hebben ze alleen brandstof nodig. De taken bestaan er verder uit om zo spoedig mogelijk het transport te coördineren en te regelen. “Iedere missie is weer anders. Soms krijgen we veel hulp en andere keren moeten we het opbouwen helemaal zelf doen. Maar in alle gevallen zijn en blijven wij verantwoordelijk voor een goede opstelling en het operationeel houden van de pompen. Het komt wel eens voor, als er weken achter elkaar gepompt moet worden, dat er lokale technische mensen geďnstrueerd worden” aldus Dick Verbaan.