Heroriëntatie op het meldkamerdomein in Nederland is een van onze gezamenlijke prioriteiten voor het komende jaar. De meldkamers vormen het informatie- en coördinatieknooppunt in de dagelijkse afhandeling van incidenten en in het proces van rampen- en crisisbeheersing. De praktijk van de afgelopen jaren leert ons dat dit functioneren niet altijd optimaal is. Verder verandert de maatschappij continu waardoor burgerparticipatie (middels cell broad casting, burgernet en amber alert) en technologische ontwikkelingen (netcentrisch werken, snelle informatie uitwisseling door burger en media) de functie en kwaliteit van de meldkamer beïnvloeden. Dit vraagt om een heroverweging van de inrichting, organisatie en werkprocessen rond de meldkamers in Nederland. Daar komt bij dat meldkamers gefinancierd worden uit gemeenschapsgeld, wat vraagt om zorgvuldige inzet van deze middelen.
In dit licht is de huidige situatie met ruim 20 meldkamers in Nederland met elk eigen faciliteiten en zonder voldoende onderlinge uitwisselbaarheid en standaardisatie, vanuit het oogpunt van kwaliteit en kosten naar mijn mening niet langer houdbaar. Ik ben dan ook van mening dat voor de toekomst de beweging naar één meldkamerorganisatie met een gestandaardiseerd meldkamerproces moet worden ingezet. Hiermee wil ik bewerkstelligen dat eenduidige aansturing van de hulpverleningseenheden en bovenregionale samenwerking wordt geoptimaliseerd. De relatie met de regionale beleidscentra is hierbij een belangrijk aandachtspunt. In mijn visie zou moeten worden gestreefd naar één landelijke geïntegreerde meldkamervoorziening in Nederland bemand door hoogwaardige centralisten (zg. gouden centralisten). Gezien het belang van continuïteit (fall-back en uitwijk) van de meldkamervoorziening stel ik voor deze landelijke meldkamervoorziening vorm te geven door middel van één meldkamerorganisatie die verantwoordelijk is voor het in stand houden van maximaal 3 meldkamerlocaties.
Graag ga ik op korte termijn met u in gesprek om afspraken te maken hoe te komen tot een dergelijke landelijke meldkamervoorziening. Het tijdpad is hierbij van belang, ook in het licht van de levensduur van de huidige meldkamers. Overigens wil ik in deze afspraken alle publieke meldkamers betrekken, waaronder die van de KLPD. Hierbij wil ik met u tevens stilstaan bij de tussentijds te nemen stappen richting realisatie van een dergelijke meldkamervoorziening. Ik denk dan onder andere aan de verdere standaardisatie van de werkprocessen rond de meldkamers in Nederland.
Tevens ben ik voornemens om ter ondersteuning van de gewenste beweging in het meldkamerdomein een analyse van de stand van zaken rond de meldkamers te laten maken. Onderdeel van deze analyse betreft de middelen die omgaan in het meldkamerdomein. Ik verzoek u om uw medewerking hierbij.
Ik ben ervan overtuigd dat door deze beweging naar één meldkamerorganisatie de kwaliteit en effectiviteit van de hulpverlenging aan burgers bij incidenten, rampen en crisis wordt verhoogd.
Ja, wat moet je ermee? Hebben we net de grijze centralist gehad, welke in navolging van de Nederlandse driekleur, rood, wit en blauw ook nog steeds moeite heeft om zijn geboorte goed gestalte te geven. Of is het de bedoeling dat de grijze centralist een zilveren verpakking gaat krijgen. En vervolgens schiet de minister nu door met de gouden centralist. Krijgt deze centralist dan ook een gouden salaris en na X aantal dienstjaren een gouden handdruk? Of is het de bedoeling dat we de Nederlandse driekleur (rood, wit en blauw) in gaan ruilen voor het Olympisch eremetaal. De minister gaat ondertussen op zoek naar de bronzen invulling, waarschijnlijk is dat voor Marin de Zwarte, lijsttrekker van het CDA Vlissingen, welke met het beschikbaar stellen van een kaveltje grond aan de Westerschelde denkt het decentralisatie concept op te kunnen lossen.
Helaas, persoonlijk wil ik daar niet gevonden worden. Ja ja ook ik ben er gesignaleerd, maar dat was op uitnodiging. Leuk voor de werkgelegenheid van Vlissingen en omgeving, maar als dat het sterkste argument is . . . . . . Neem dan de buurt van Delfzijl, daar is de werkeloosheid procentueel nog hoger!
Oja, het belang van continuïteit . . . . . ja, als er nu systemen uitvallen zijn wij met een 30 minuten rijden op onze fall-back locatie. Hoe lang doe je erover van Vlissingen naar Driebergen? Of vanaf Groningen naar . . . . .?
Ik denk dat je in deze kwestie grofweg drie benaderingen kan kiezen.
2. Vanuit de HV’ers (werkvloer). Die willen werkbaar beleid en goede werkomstandigheden (systemen, mensen, opleiding, enz.) om hun functie zo goed mogelijk uit te kunnen voeren. De plaatselijke bekendheid is daarvoor denk ik wel een steekhoudend argument, maar in hoeverre is er in de regio’s nog plaatselijke bekendheid? Meer dan in een eventuele landelijke meldkamer, dat is een ding wat zeker is.
Maar er speelt bij hulpverleners ook een behoudend aspect. De dingen blijven doen zoals je ze gewend was, samen blijven werken met de mensen die je kent, op je huidige werkadres blijven, enz. Niets menselijks is ook hulpverleners vreemd natuurlijk. Verandering stuit altijd wel in meer of mindere mate op weerstand.
De hulpverleners zijn echter wel degenen die ‘het kunstje’ uiteindelijk moeten uitvoeren en moeten daarvoor m.i. de beste middelen, organisatie, opleiding, enz. aangereikt krijgen.
Maarten, helaas moet ik je teleurstellen, dat regio kennis belangrijker voor een
uitgiftecentralist is, dan door velen wordt aangenomen. Ik ben 100% uitgifte centralist en merk dagelijks hoe mijn eigen collega's de regio spelletje onderschatten. Voor aankondigen ook van bruggen, contact met RWS en lokaal toch verschillende inzetprocedures. Een groot gedeelte kan je in GMS kwijt, maar ook zoals hier al meerdere malen is aangegeven heeft GMS ook zijn beperkingen. Dat is wat een uitgifte centralist op z'n ruggegraad moet hebben. Hopende dat 4.9 eerdaags verbeteringen gaat geven
3. De burger. Die wil zo snel en zo makkelijk mogelijk hulp. De burger is feitelijk de klant waar het allemaal om draait. En met dit filmpje in het achterhoofd, is het allemaal nog niet zo makkelijk:
Voor de burger zou het gewoon het makkelijkste zijn om z’n verhaal te doen aan de eerste de beste die de telefoon opneemt.
In dit veld moet de beste mix gevonden worden van belang van de burger (hulp), belang van de hulpverlener (werkbaar beleid) en dat van de bestuurder (efficiëntie, beheersbaarheid).
Misschien zou een landelijke meldkamer voor intake (vanuit het belang van de burger) zo gek nog niet zijn. Waarbij je de uitgifte en het radioverkeer lokaal/regionaal organiseert.
Praktisch gezien:
Burger belt 112, krijgt contact met een (multi-)centralist. Deze neemt de melding op.
Melding verschijnt op het scherm in de regio. De regiocentralist kan de melding uitgeven en kan indien nodig met een druk op de knop de melder terugbellen.
Ik wil niet stellen dat dit de beste oplossing is, maar het is – gelet op bovenstaande – misschien zo gek nog niet...
Maarten, is dat filmpje realiteit voor meer dan de helft van de meldingen? Oke, dan zijn we daar over eens.
Maar je laatste suggestie is idd helemaal niet zo gek. Alleen je moet eens weten hoe vaak wij meldingen van Haarle (Limburg) binnen krijgen in Haarlem. Elke regio heeft wel zo zijn gebieden die altijd verkeerd worden doorgegeven, zo gaan 112 melding van Schiphol nog steeds naar Amsterdam, terwijl het al een paar jaar onder Kennemerland valt. Dus wel goed doorzetten naar de juiste regio. Verder een goede ingeving.
Maar wat wordt dan de invulling, want zet je allemaal witte centralisten bij elkaar, zodat er RAV-grens overschreidende ritten door de dichtstbijzijnde ambulance gereden gaat worden of plaats je de regio gelijkende driekleur centralisten bij elkaar?
Wat je nu ook nog doet, maar ik denk later ook niet meer, is dat je ff een bakkie koffie voor de hele afdeling halen. Nu zitten we met een vijftiental centralisten bij elkaar. Dat is qua cappoccino, cafe au lait, wiener melange, chocolademelk, champignonsoep, water heet, kippesoep, koffie verkeerd etc nog net bij te houden.
RR
(Decentralisatie, maar binnen een fietstijd van 10 minuten)