is een autmatisch vuurwapen een indicatie voor het DSI? geen oordeel, het is iets wat ik mij afvroeg
Aansturing van de inzet van de DSI
Voor de inzet van de DSI zijn er twee situaties mogelijk: de reguliere situatie en de nationale situatie.
Reguliere situatie
Uitgangspunt in de reguliere situatie is dat de voor het strafrechtelijk onderzoek verantwoordelijke hoofdofficier van Justitie1 – op basis van advies van de Politie - het initiatief neemt tot een verzoek om bijstand door de DSI. Belangrijk afwegingscriterium daarbij is de mate van dreiging van geweld. De landelijk officier van Justitie voor terrorismebestrijding kan een adviserende rol hebben vanuit zijn ervaring en expertise met terrorismeonderzoeken en enkele bijzondere bevoegdheden op dit terrein.
Het hoofd Dienst Speciale Interventies (hoofd DSI) van het KLPD stelt de operationele inzetplannen op voor verschillende mogelijke scenario’s ter beëindiging van de situatie.
Het College van procureurs-generaal richt op aanvraag van de hoofdofficier van Justitie het bijstandsverzoek aan de minister van Justitie, die vervolgens zijn goedkeuring verleent aan de inzet en de daarbij behorende randvoorwaarden. De ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Defensie en Algemene Zaken (AZ) worden onverwijld in kennis gesteld van dit besluit. Indien mogelijk geschiedt dit voorafgaand aan de feitelijke inzet. Uitsluitend bij besluit over inzet van de Unit Interventie Mariniers (of delen daarvan), zal de minister van Justitie dit besluit nemen na overleg met de minister van Defensie. 1) Dit is de regionale hoofdofficier van Justitie, tenzij er in de zaak een opsporingsonderzoek plaatsvindt onder gezag van het Landelijk Parket. In dat geval is de hoofdofficier van het Landelijk Parket de verantwoordelijke hoofdofficier. Om de besluitvormingsprocedure bij de inzet van de DSI te versnellen, zal de voorzitter van het College van procureurs-generaal voor enkele, specifieke inzetscenario’s, die gelden in een reguliere situatie, worden gemandateerd om namens de minister van Justitie te besluiten over de inzet van de DSI. In situaties waarin er geen vooraf vastgesteld inzetscenario voorhanden is en die dus niet onder het mandaat van de voorzitter van het College vallen, besluit, door tussenkomst van de NCTb, de minister van Justitie. In dit geval pleegt de minister van Justitie zo mogelijk voorafgaand aan zijn besluit tot inzet van de DSI overleg met zijn ambtgenoten van BZK en Defensie.
De hoofdofficier van Justitie heeft het gezag over de interventie en beslist over de daadwerkelijke inzet. Daaraan voorafgaand informeert hij de lokale driehoekspartners (burgemeester, korpschef), zodat de burgemeester zo nodig tijdig de benodigde openbare orde- en veiligheidsmaatregelen kan treffen (bijvoorbeeld afzettingen, verkeersmaatregelen, op afstand houden van publiek, evacuatie van buurtbewoners). Wanneer de inzet onder gezag van het Landelijk Parket plaatsvindt, zal de hoofdofficier van Justitie van het Landelijk Parket zijn collega-hoofdofficier van het betreffende arrondissement hierover tijdig informeren, zodat deze laatste de lokale driehoek inlicht. Als de situatie daartoe in dergelijke gevallen aanleiding geeft, kan de hoofdofficier van Justitie van het Landelijk Parket aansluiten bij de lokale driehoek.
Nationale situatie
Wanneer zich meerdere incidenten op verschillende locaties tegelijkertijd voordoen die ogenschijnlijk met elkaar in verband staan, of wanneer op enige andere wijze een groot nationaal belang in het geding is, kan de minister van Justitie besluiten dat er sprake is van een nationale situatie. In de nationale situatie wordt er een beleidsteam gevormd dat de minister van Justitie adviseert over de toewijzing en goedkeuring van de DSIinzet. In dit beleidsteam nemen de NCTb (als voorzitter), de voorzitter van het College van procureurs-generaal en de korpschef van het KLPD plaats. Het beleidsteam kan zich laten bijstaan door adviseurs. In geval van inzet van de Unit Interventie Mariniers (of delen daarvan) neemt Defensie ook deel aan het beleidsteam. Het beleidsteam toetst het door hoofd DSI opgestelde inzetplan en legt dit vervolgens met een advies ter goedkeuring voor aan de minister van Justitie. De ministers van AZ, BZK en Defensie worden onverwijld in kennis gesteld van het besluit tot inzet. Het Openbaar Ministerie heeft ook in de nationale situatie het gezag over de daadwerkelijke inzet en informeert voorafgaand daaraan de lokale driehoekspartners.
Arrestatieteam.nl