Even afgezien van de (ongetwijfeld interessante) politieke aspecten, waar de topictitel niet zozeer over gaat, wil ik ook graag iets kwijt over sommige technische aspecten die tot dusver nog niet aan bod zijn gekomen.
Ongetwijfeld hebben de strobe-techniek en meer recenter de LEDs geweldige voordelen als het gaat om attentiewaarde (hoofdzakelijk door het grote en abrupte verschil tussen "aan" en "uit"), en voor LEDs ook pure lichtopbrengst, van de lichten bij het (in-)direct erop kijken, zeker ook als men dit vergelijkt met bijv. halogeen knipper- of zwaailichten. Ook is het energieverbruik van de moderne technologie minder groot, waardoor het iets eenvoudiger wordt om meerdere, op effectvolle wijze over strategische locaties van de wagens verspreide, lichtunits te gebruiken (of daarvan altijd even effectief gebruik wordt gemaakt is een apart onderwerp). Desondanks pleit ik ervoor, om redenen die ik hieronder zal aangeven, een gezond mengsel van oude en nieuwe technologie toe te passen zodat de attentiewaarde geoptimaliseerd kan worden.
Een bekend nadeel van strobes is dat ze een lange "uit"-fase hebben in vergelijking met de "aan-"fase". Er zijn nog een aantal technische nadelen - de electronica veroorzaakt makkelijk storingen in omringende systemen en is zelf niet geheel ongevoelig voor storingen. Voordelen liggen in de wel erg felle flitsen, wat de aandacht goed trekt. De flitsen zijn niet noodzakelijkerwijs unidirectioneel maar kunnen door een goed ontwerp van de reflectoren of toepassing van Fresnel-lenzen redelijk gericht, dan wel gespreid worden. Ook is het energieverbruik lager dan bij halogeen. Aangepaste schakelingen zorgen, waar nodig, voor dimbaarheid. Maar er is per unit maar 1 kleur mogelijk - meer kleuren onder 360° vergt dus meer units.
Het nadeel van de lange "uit"-fase bestaat niet bij LED-units, die immers vrij geprogrammeerd kunnen worden (hoogstens de koeling moet in de berekening worden meegenomen). Alleen valt wel op dat de meeste in NL gebruikte LED-units ruwweg de helft van de tijd "uit" zijn en de helft "aan", wat de lichten gedurende de "uit" fase feitelijk onzichtbaar maakt en speciale schakelingen noodzakelijk maakt, bijv. om van een balk uit elke richting steeds minstens een unit in "aan" stand te kunnen zien. Veelal zijn de LED-units vrijwel unidirectioneel - om vanuit meerdere sectoren rond de auto zichtbaar te zijn vergen LEDs hetzij diffunderende lensconstructies, hetzij meerdere, onder verschillende hoeken geplaatste units. Voordelen bestaan er in de betrekkelijk makkelijke dimbaarheid voor de nachtstand, alsmede de principe-mogelijkheid meer kleuren toe te passen per lichtunit. Verder is het energieverbruik het laagst van de hier besproken opties. Naar mijn mening kunnen er bij LED-units nog verbeteringen aangebracht worden in de modulatie van de lichtsterkte: halftijds aan en halftijds uit is misschien niet zo effectief, naar mijn mening kan de attentiewaarde door een ander patroon per unit makkelijk worden verhoogd (een voorbeeld dat ik van Hänsch en Hella ken is langer aan - korter uit - korter aan - langer uit). Ook kan men misschien, afwisselend met "aan", met "half-aan" experimenteren (een gedimde stand) - daarmee vervalt de ongewenste "onzichtbare" fase maar de modulatie trekt nog steeds de aandacht.
Wat ik bij beide modernere varianten, strobes en LEDs, mis is het effect van de ouderwetse lichtstraal uit een halogeenrotator die een wand van een gebouw of een boom bestrijkt, en daardoor ver voor de wagen de aandacht trekt. Strobes hebben dit effect bijna niet - LEDs een beetje, door de directionele(re) uitstraling van de modules en de lichtintensiteit, maar niet zo als de goeie ouderwetse zwaailamp.
Standby in Zweden heeft tot niet zo lang geleden balken verkocht die halogeen rotators, strobes en halogeen flashers in combinatie hadden, waar later nog LEDs aan toegevoegd werden.
In NL daarentegen zijn, op een enkele oude politiewagen na, de rotators kompleet verdwenen. Bij de brandweer zijn er nog iets meer over (mijn favoriet daar blijven de diverse Amerikanen, of uit de Duitse doos de PB Tri-Optik of de diverse Hella KLs).
Vragen aan de kenners:
- Zijn rotators eigenlijk nog mogelijk i.v.m. de nieuwe OGS-regels? Zijn er ECE -R65 Kl. 2 rotators?
- Als die niet meer mogelijk zijn, wat zien jullie in mijn voorstel om met de lichtpatronen flexibeler om te gaan, zodat we niet meer vast zitten aan helft van de tijd uit - helft aan?
- Is het sowieso niet beter om een mengsel aan technieken toe te passen? Daarmee hou je de voordelen van elke techniek, en bij selectief toepassen moet het ook mogelijk zijn Klasse 2 van R65 te vervullen. Bijvoorbeeld zou men in de nachtstand een (zachter brandende) rotator kunnen toepassen, terwijl deze in de dagstand uit is en door LEDs vervangen wordt (immers is reflectie tegen huizen overdag niet zo van belang).