In een diep filosofische bui heb ik daar ook wek eens over nagedacht: waarom werkt het (klaarblijkelijk*) goed? (* Ik ken geen voorbeelden waar HV-wagens met striping in fend-off zijn aangereden juist met als reden dat de bestuurder door die striping in de war raakte, u wel?)
Want wat Lt. Col. Me m.b.t. de richting van de strepen op bebakening zegt is geheel juist. Deze conventie wordt eigenlijk zo'n beetje overal gebruikt waar bebakening staat, zelfs in landen met aanzienlijk afwijkende bebording zoals bijv. de VS (de bebakening is dan wel op een horizontaal bord aangebracht maar de lage kant van de streep wijst ook daar aan waar je geacht wordt erlangs te rijden. Overigens is dit daar nu ook deel van de striping aan de achterkant van HV-voertuigen aan het worden, met name van brandweerwagens en in toenemende mate ook ambulances. Kennelijk waait dit over uit het Verenigd Koninkrijk, waar deze striping zeer gangbaar is. Maar: vroege voorbeelden van deze striping waren ook in het VK soms andersom aangebracht).
Ik heb zo'n vermoeden dat de impliciete pijlvorm van de (ogenschijnlijk verkeerd wijzende) striping er mee te maken zou kunnen hebben, in verbinding met de conventie van eveneens schuin (rechts of links) naar boven wijzende pijlen op de richtings- en UIT-borden voor/bij afritten. Ook deze zijn indicatief voor een richtingsverandering en deze conventie is ook redelijk internationaal.
Men zou haast als hypothese kunnen voorstellen (door gedegen onderzoek te bevestigen) dat de zijwaartse component van de pijl/streep belangrijker is dan de verticale, en dat deze laatste component in de bepaling van de beslissing aan welke kant voorbij gereden wordt geen rol speelt, zolang er maar genoeg andere indicaties zijn die de beslissing ondersteunen (bij HV-voertuigen in fend-off neusrichting van de wagen, herkenning van (de symmetrie van de strepen op) de achterzijde; bij bebakening van wegwerkzaamheden een aaneensluitende rij bakens, en vaak de symmetrie doordat ze aan weerszijden staan).
Overigens is er in A en D sinds een jaar of 5 10 bebakening waar alleen de bovenste helft zo is uitgevoerd dat de lage kant van de streep aanwijst waar je geacht wordt erlangs te rijden. De onderste helft is andersom, met als effect een pijlvorm haaks in de gewenste richting. Dit wordt vaak (als benadrukking) gebruikt bij richtingsveranderingen binnen werkzaamheden, terwijl de normale bebakening in zulke gevallen bij recht wegverloop gebruikt wordt.