Het principe is als volgt.
Normaal zorgt de sinusknoop er voor dat het hart keer op keer samen trekt door het afgeven van electrische pulsen. Als de sinusknoop niet goed werkt, of er is iets anders aan de hand waardoor de electrische puls niet wordt doorgegeven, dan stop het hart met kloppen.
De pacemaker bewaakt de goede werking van de sinusknoop. Zodra de tijd tussen twee electrische pulsen te lang wordt, neemt de pacemaker de rol van de sinusknoop over en geeft de elektrische pulsen af.
En wanneer de pulsen van de sinusknoop (danwel de pulsen de atriale pacemaker) niet goed doorgeleidt worden naar de kamers (verntrikels) dan kan de pacemaker ook de kamers "pacen".
Je hebt dus "boezem", "kamer" en "boezem en kamer" pacemakers, dit wordt aangegeven door de eerste letter van de code van de pacemaker, resp A, V en D.
Tegenwoordig kunnen de meeste pacemakers ook een variabel ritme afgeven wat dus kan compenseren voor grotere inspanningen.
Is dit voldoene of wil je nog meer info ?
Jacques