SBR boek deel B woongebouwen, foutje?

[Guust]

betse preventisten,

wie o wie kan mij iets vertellen over het volgende verhaal.

Ik heb namelijk een bouwplan te beoordelen van een woongebouw .
kelder, begane grond en nog 3 verdiepingen. totaal 12 appartementen verdeeld over 4 bouwlagen met een centraal trappenhuis dat om de lift heen draait. Mijn reactie naar de architect was direct; het enige trappenhuis heeft een hoogteverschil van meer dan 8 meter dus moet van brand en rookvrije vluchtroute worden dus 60 min.

In het boek van het SBR Deel B Brandveiligheid: ontwerpen en toetsen woningen en woongebouwen staat op blz 91 en 113 geschreven dat indien een vluchttrappenhuis meer dan 8 meter hoogteverschil overbrugt deze uitgevoerd moet worden als een van brand en rookvrije vluchtroute. Daarbij wordt verwezen naar artikel 2.158 van het Bouwbesluit.

In het Bouwbesluit is dit artikel NIET van toepassing op een woonfunctie. Domme fout of niet aan gedacht!

Maar is het nu zo dat bij artikel 2.157 lid 5
dat men in een woongebouw een trappenhuis mag hebben als
a) totale gebruiksopp. niet groter is dan 800 m2 geen vloer hoger dan 12,5 meter?    of
b)niet meer dan 6 woonfuncties en geen vloer boven de 6 meter?

dat is nogal een groot verschil dus bij a) mogen er wel meer dan 6 woonfuncties op een trappenhuis en bij b) niet??

weet iemand dit hierover een uitleg te geven.

Guust

[Rene112]

Maar is het nu zo dat bij artikel 2.157 lid 5
dat men in een woongebouw een trappenhuis mag hebben als
a) totale gebruiksopp. niet groter is dan 800 m2 geen vloer hoger dan 12,5 meter?    of
b)niet meer dan 6 woonfuncties en geen vloer boven de 6 meter?

dat is nogal een groot verschil dus bij a) mogen er wel meer dan 6 woonfuncties op een trappenhuis en bij b) niet??

Ik ben al weer wat jaartjes uit de preventie....
Maar ik kan mij herinneren dat in de eerste helft van de jaren negentig. de hogere portiekflats onmogelijk zouden worden door het 'nieuwe' bouwbesluit. Volgens mij is toen, met name onder druk van de grotere gemeenten (die wilden graag hoge portiekflats kunnen blijven toestaan) een extra optie toegevoegd. Hierbij komen de 800 m2 en de maximale hoogte van 12,5 meter om de hoek kijken.

Dit is volgens mij destijds een aanvulling/aanpassing op het bouwbesluit geweest, vandaar mogelijk het grote verschil.

groeten,
René de Caluwé
Heerhugowaard

[snowbully]

artikel 2.157 lid 5,
a. de totale gebruiksoppervlakte van de woonfuncties die zijn aangewezen op het trappenhuis niet groter is dan 800 m2, geen vloer van een verblijfsgebied van die woonfuncties hoger ligt dan 12,5 m boven het meetniveau en geen van de woonfuncties een oppervlakte heeft van meer dan 150 m2.

b. op dat trappenhuisniet meer dan zes woonfuncties zijn aangewezen, waarvan geen vloer van het verblijfsgebied hoger ligt dan 6 m boven het meetniveau.

Mijns inziens ligt het criterium bij de oppervlakte van de woonfuncties. Zijn deze groter dan 150 m2 dan verval je in lid b, zijn de woonfuncties kleiner dan 150 m2 dan is het toegestaan.

In het boek van SBR staat deze uitzondering ook genoemd op blz 91 (druk van november 2002)

Het is mij niet duidelijk of de verwijzing naar artikel 2.158 niet correct is, of dat het streepje in tabel 2.153 een sterretje moet zijn.

Succes met je toetsing!

[jan van der Veek]

De eis dat een trappenhuis als brand- en rookvrije vluchtroute moet worden uitgevoerd igeldt inderdaad niet voor woongebouwen. De boekjes van SBR zijn gebaseerd op een voorlopige versie van BB2003 waarin dat wel stond maar zijn - in tegenstelling tot de digitale versie van de bundel - niet herzien.
Voor een trappenhuis in een woongebouw geldt dan weer (uitzondering portiekontsluiting) de eis dat de permanente vuurbelasting laag moet zijn (art. 2.170). Harmonisatie is zeker wenselijk.