Datum 19 september 2014
Onderwerp Aanbesteding politievoertuigen
Op 17 mei 2013 heb ik u de eerste tussenresultaten gemeld van het onderzoek door het Openbaar Ministerie (OM) naar mogelijke integriteitschending bij de aanbesteding van politievoertuigen in 2010. Ik heb u destijds gemeld dat het OM één persoon binnen de politieorganisatie heeft aangemerkt als verdachte.
Op 17 januari 2014 heb ik u opnieuw op de hoogte gebracht van de stand van zaken van het onderzoek door het OM. Ik heb u toen gemeld dat het onderzoek van het OM nog liep en dat ten aanzien van de verlengingsopties die de huidige contracten met de leveranciers van politievoertuigen bieden, ik pas een besluit zou nemen wanneer het onderzoek van het OM is afgerond.
Het OM heeft mij recentelijk bericht dat het strafrechtelijk onderzoek nog in volle gang is. Het OM heeft aangegeven dat momenteel meerdere politiefunctionarissen in het onderzoek betrokken zijn. Waar nodig zijn of worden personele maatregelen genomen. De einddatum van de huidige contracten is 1 januari 2015. Volgens de contracten met de huidige leveranciers moet de politie voor 1 oktober 2014 beslissen of zij gebruik maakt van de eerste verlengingsoptie die de contracten bieden.
Daar waar eerder een besluit tot verlenging gekoppeld was aan de uitkomsten van het OM onderzoek, ben ik van mening dat het niet gewenst is deze afhankelijkheid nog langer in stand te houden. In de belangenafweging ben ik van mening dat door de inmiddels verstreken tijd de balans moet doorslaan naar het belang van de integriteit van de inkoopfunctie van de politie en de belangen van andere partijen. Mede gelet op de inspanningen die de politie heeft verricht ter verbetering van (de rechtmatigheid van) de inkoopfunctie, acht ik het zonder meer in stand houden van contracten die zijn voortgekomen uit een aanbesteding waaraan de schijn van integriteitschending kleeft, niet houdbaar.
De politie zal daarom een nieuwe aanbesteding voor de levering van politievoertuigen starten. Wel zal de politie vanuit het oogpunt van operationele noodzaak met de huidige leveranciers in overleg treden om de levering, beheer en onderhoud van politievoertuigen zeker te stellen voor de duur van het nieuwe aanbestedingstraject. Ik merk hierbij op dat een nieuwe aanbesteding van deze aard en omvang in de regel meer dan een jaar in beslag neemt.
Directoraat-Generaal Politie IenI Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag
www.rijksoverheid.nl/venj Ons kenmerk 560712 Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.
Op het moment dat het OM-onderzoek is afgerond en de definitieve resultaten bekend zijn, zal ik u hiervan op de hoogte stellen.
Naast de aanbesteding politievoertuigen zijn de afgelopen weken signalen geuit ten aanzien van mogelijke integriteitschending bij andere aanbestedingen van de politie. Vanzelfsprekend heb ik naar aanleiding van deze signalen direct met de melder ervan contact opgenomen. Inmiddels heeft er een gesprek plaatsgevonden. Bij het OM zijn aangiftes ontvangen tegen het Korps Nationale Politie inzake andere aanbestedingsprocedures. Het OM bestudeert deze aangiftes om te beoordelen of er sprake is van strafbare feiten.
Ik wil allereerst benadrukken dat de politie al geruime tijd bezig is met de verbetering van de inkoopfunctie. Zo is in mei 2013 het plan van aanpak ‘verbeterprogramma inkoop politie’ door mij vastgesteld. Belangrijkste elementen van dit programma zijn dat de inkoopfunctie van de politie wordt ingericht conform het Rijksinkoopstelsel en dat de aanbevelingen van de Commissie Schouten/Telgen, die in 2011 in mijn opdracht onderzoek deed naar de landelijke aanbesteding politievoertuigen, worden opgevolgd. Het verbeterprogramma wordt aangestuurd door een zware stuurgroep, waarin onder andere de Korpsleiding, de Chief Procurement Officer Rijk, de directeur inkoop van de Belastingdienst en mijn departement vertegenwoordigd zijn. Om zeker te stellen dat de politie tot nu toe de juiste stappen heeft gezet en tevens met dit verbeterprogramma in de juiste richting beweegt zal ik eind dit jaar een audit laten uitvoeren op dit verbeterprogramma door de Auditdienst Rijk.
Voor mij en de Korpsleiding mag geen enkele twijfel bestaan over de integriteit van het handelen van inkoopmedewerkers bij de politie. Alle bekende signalen van mogelijke integriteitschending, zowel van medewerkers als van leveranciers, worden serieus door de Korpsleiding behandeld. Meldingen over mogelijke integriteitschendingen bij inkoop en aanbestedingen kunnen gedaan worden bij de afdeling Veiligheid, Integriteit en Klachten (VIK). De afdeling VIK is onafhankelijk en rapporteert en adviseert direct aan de Korpsleiding. Daarnaast heeft de Korpsleiding voor medewerkers reeds een meldpunt ingericht: het Landelijk Meldpunt Misstanden, dat rechtstreeks onder de Korpschef is gepositioneerd. Daarna of daarnaast kunnen medewerkers zich wenden tot de Onderzoeksraad Integriteit Overheid, die er ook voor politiemedewerkers is.
Om het melden van vermeende integriteitskwesties voor leveranciers zo toegankelijk mogelijk te maken zal ik als extra maatregel een tijdelijke, onafhankelijke klachtencommissie ‘Inkoop en aanbestedingen politie’ inrichten. Leveranciers van de politie die zich niet vrij voelen zich te wenden tot de afdeling VIK, dan wel niet tevreden zijn met de wijze van afhandeling van hun melding, kunnen zich wenden tot de onafhankelijke klachtencommissie.
De klachtencommissie beoordeelt de bevindingen en adviseert mij en de Korpsleiding over eventueel te nemen maatregelen. Daar waar aanwijzingen zijn voor mogelijke strafbare feiten zal de commissie deze overdragen aan de bevoegde autoriteiten bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten