Ambulanceverpleegkundige Edo de Bakker, voormalig Defensie, tegenwoordig werkzaam bij Ambulancedienst ZHZ.Edo vertelt tegenwoordig regelmatig voor de klas en doet zijn verhaal. Uiteraard niet tot in de details zoals wij volwassenen die kennen, maar op een leuke, maar toch meeslepende manier.
Vier keer werd hij uitgezonden. Bosnië, Kosovo, Afghanistan. Veteraan Edo de Bakker keek de dood in de ogen. Die bagage komt de ambulanceverpleegkundige nu dagelijks in de Hollandse polder van pas.
„Ik had het voor geen goud willen missen.”„Dan verwachten ze een oudere heer met snor en dikke buik, de koperen medailles kletterend op de blauwe blazer”, lacht de verpleegkundige. „Mannen die met verve spreken over hun twee achtereenvolgende dienstjaren in de jungle van Nieuw-Guinea. Geweldige kerels, ik geniet ook erg van hun ervaringen. Maar zelf ben ik natuurlijk van later, een stuk jonger. Dat past niet meteen in het beeld.”„Dat Nederland na de aanslagen van 11 september 2001 Amerika te hulp schoot, omdat het zo hoort”, aldus De Bakker. „Scholieren zijn onder de indruk, ik vertel over de kameraadschap. Hoe wij, militairen, mensen die door oorlog en conflict in nood zijn, bijstaan. Mooier dan het is maak ik het niet.”We spreken de veteraan in Zwijndrecht, op het kantoor van zijn ambulancepost. De Bakker staat stand-by, als de pieper gaat rukt hij met zijn collega’s uit. Om mensen te helpen, dat was destijds al zijn ultieme motivatie om voor de krijgsmacht te kiezen. Zes jaar geleden verliet hij de dienst. De sergeant-majoor werd weer burger.
„We reisden vanuit het Griekse Thessaloniki naar Kosovo, het werd heftig”, weet hij nog. „We sliepen in onze pubtentjes, het zou maar voor een paar weken zijn. In Kosovo gooiden ze bloemen en chocolade op onze YPR-pantserwagens, burgers daar dachten dat we hen kwamen bevrijden! Mijnenvelden, de bombardementen door onder andere Nederlandse F-16’s... Uiteindelijk bleven we zeven maanden.”„We repatrieerden elitesoldaten, bijvoorbeeld van de Britse Special Air Service (SAS), vol kogel- en scherfwonden. We vlogen 300 kilometer ver van onze basis in Kandahar. Dan was daar vijf minuten eerder op de grond nog zwaar gevochten. Je rende naar de slachtoffers, door de medics op de grond al gestabiliseerd, nam ze aan boord en vloog zo snel als mogelijk weer weg. Soms redden ze het niet, zoals die Engelsman in de provincie Helmand.”Na vijftien jaar actieve dienst, verruilde hij krijgsmacht voor burgerbestaan.
„Ik wilde verder, ambulanceverpleegkundige worden. Daarom ben ik uitgestapt.” Tijdens de gastlessen op scholen legt hij uit dat zijn huidige job hem op het lijf is geschreven. Juist ook door die uitzendingen.
De Bakker:
„2005, ik zou negen weken blijven, het werden drie maanden. De mariniers togen met hun ’field dressing station’ naar Pakistan, om daar te helpen na de allesverwoestende aardbeving. Onze Chinook bleef in Afghanistan, steunpilaar voor de commando’s. Later zou het toestel crashen in het hooggebergte. De loadmaster, een goede bekende, raakte zwaargewond. Ik mocht hem later naar huis begeleiden.''Ruud van Eeren, een van zijn collega’s op de post in Zwijndrecht:
„Ik heb opnamen gezien, dan behandelt Edo in de helikopter mensen met schotwonden, met amputaties ook. Dat heeft hem gevormd, hij was hier razendsnel vis in het water. Alle respect voor onze veteranen en voor Edo de Bakker al helemaal!”
Voor het volledige verhaal:
http://www.telegraaf.nl/reportage/23417616/__Lessen_uit_het_leger__.htmlhttp://q-music.nl/nieuws/veteraan-ask-me-anything