Een span aan elkaar verbonden trekdieren is een samenstel, het voorste dier met geleider is de "bestuurder". Deze eerste geleider moet als bestuurder deelnemen aan het verkeer, en dus, als het nodig is, voorrang verlenen, aanwijzingen opvolgen, etc. etc. De volgende dieren zijn onderdeel van het samenstel en dus geen losse "bestuurder". Zij kunnen dus geen voorrang verlenen, aanwijzingen opvolgen, etc.
Iedere weggebruiker (dus inclusief voetgangers en bestuurders) ná het samenstel, dus stel een fietser achter de getrokken boom, moet wél voorrang verlenen. Als de verkeersregelaar dus een auto van rechts een stopteken geeft en het eerste trekdier een "oprijteken" geeft om het kruispunt op te rijden, en vervolgens zijn post verlaat, dan heeft de auto van rechts in principe voorrang op de fietser achter het samenstel.