Goed, daar gaan we weer!
De vergroting van een lens wordt bepaald duur het brandpuntsafstand.
Het brandpunt van een (positieve) vergrotende lens is de plaats waar de stralen van een 'oneindig' ver verwijderde lichtbron (die dus parallel lopen) na breking door een lens samenkomen (convergeren). De afstand tussen het midden van de lens en het zo bepaalde brandpunt heet de brandpuntsafstand. Hoe boller de lens, hoe groter de kijkhoek. Tot zover het hoog-natuurkundige deel
Praktisch gezien komt het er op neer dat hoe korter het brandpunt is, hoe breder de kijkhoek is. Oftewel: hoe kleiner het getal, des te breder het oppervlak waarvan je een foto kan maken. Des te hoger het getal wordt, des te meer er op 1 punt geconcentreerd wordt. Of anders gezegd: hoe meer je inzoomt.
Een paar getallen als 'houvast':
<* - 15 mm - fisheye (héél erg grote kijkhoek, je ziet enorm veel oppervlak, maar wel vervormd omdat de bolling van de lens zo groot is)
16 mm - 24 mm - Groothoek (de kijkhoek is groter dan dat je normaal met je eigen ogen ziet)
24 mm - 100 mm - Normale zoom
100 mm - 300 mm - Telezoom
300 mm - *> - Supertelezoom
Die 'maten' zijn dus niets anders dan uitdrukkingen hoe ver je kan inzoomen. Om 'normale' foto's te kunnen nemen zou ik een klein beetje groothoek en een groot gedeelte normale zoom willen hebben. Een beetje groothoek is vaak toch wel handig in omgevingen waar je weinig ruimte hebt om op een goede afstand te gaan staan, maar toch veel op je foto wilt hebben.
Maar in praktijk komt het er op neer dat je vaak ook dingen op de foto wilt zetten. Daarvoor gebruik je een telelens. Zoals hier boven geschreven staat, liggen de maten van de telelenzen tussen de 100 en 300. Echter een 100-300 lens zul je niet vaak tegen komen: 70-300 lenzen zijn erg populair.
Het is erg lastig om op deze manier uit te leggen wat je met een lens allemaal kan... Het beste is om dat ook is in de praktijk te ervaren. Wat ik nog wel mee wil geven is: ontwijk zoveel mogelijk lenzen met enórme bereiken, zoals de 18-200. Die lenzen moeten zulke grote afstanden overbruggen (van groothoek in een keer door naar telezoom), dat er een heleboel lensfouten optreden. Het is onmogelijk om een hele zuivere (= scherpe) lens te maken met zulke grote afstanden. Canon is met de beste 'lange-afstanden' lens gekomen, de 28-300. Die is ook bij lange na niet perfect qua scherpe, maar die komt nog wel het meest in de buurt. Kostenplaatje: €2110,-...
Mijn advies: neem desnoods 2 of 3 lenzen. Een groothoeklens, een 'normale' zoomlens (groothoek en normale zoom kan wel redelijk goed gecombineerd worden in 1 lens) en een échte telelens. Bijvoorbeeld een 70-300. Daar kom je echt een behoorlijk eind mee hoor. Meer dan 300 mm lenzen zijn ook niet gebruikelijk, de 'gemiddelde' fotograaf vindt 200 á 300 mm meer dan genoeg. Ik bijvoorbeeld heb naar alle tevredenheid een 70-200 lens van Canon, en ik kom vrijwel nooit zoom te kort...
Ik hoop dat het een beetje duidelijk is. De enige manier om echt achter de zoomprestaties van een lens te komen is het uitproberen...